X1_OME_Cover_NL_r1.qxd 04.07.2005 11:44 Uhr Seite 1 KONICA MINOLTA PHOTO IMAGING, INC. © 2005 Konica Minolta Photo Imaging, Inc. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.
X1_OME_Cover_NL_r1.qxd 04.07.2005 11:44 Uhr Seite 2 Meld u vandaag nog aan bij Konica Minolta Photo World, geheel gratis, en wees welkom in de fascinerende wereld van Konica Minolta fotografie. De ultieme toegang naar kennis en informatie voor fotografieliefhebbers: www.KonicaMinoltaPhotoWorld.com Registreer nu, bespaar 29,99 EUR, en krijg DiMAGE Messenger gratis! www.konicaminoltasupport.
VOORDAT U BEGINT CORRECT EN VEILIG GEBRUIK Gefeliciteerd met de aanschaf van deze camera. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten. Lithium-ion batterijen Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
ALGEMENE GEBRUIKSWAARSCHUWINGEN Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. WAARSCHUWING • Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype. • Laad de in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterij alleen met het meegeleverde basisstation. • Gebruik het opgegeven basisstation en de lichtnetadapter uitsluitend binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat.
PAS OP • Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, het basisstation en de batterij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof. • Lekt de batterij, gebruik hem dan niet meer. • Bij langdurig gebruik stijgt de temperatuur van camera, basisstation en batterij.
INHOUD In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 23 tot 32 en onder Weergave - basishandelingen op blz. 33 tot 36. Lees de tekst over de overspeelstand geheel door voordat u de camera op een computer aansluit. Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s.
Datum in beeld ........................................................................................................................56 Toetsfuncties aanpassen ........................................................................................................57 Opnamestand..........................................................................................................................58 Audio-opname...............................................................................................
BENAMING VAN DE ONDERDELEN **Zichtbaar tijdens werking * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk er goed aan de gemarkeerde onderdelen schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. Aanduiding Anti-shake aan (blz. 47)** LCD-monitor* Waarschuwingslampje** Zoomhendel (blz. 24) Toets gebruiksstand (blz. 33) Hoofdschakelaar (blz. 21) Ontspanknop Flitser* (blz. 28) Weergavetoets (blz. 30, 34) Schakelaar opnamestand (blz.
VOORBEREIDING LADEN VAN DE BATTERIJ BEVESTIGING VAN DE DRAAGRIEM Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 van deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan in of buiten de camera worden geladen; zie blz. 17 voor informatie over laden in de camera. Laad de batterij uitsluitend met behulp van het meegeleverde basisstation. Het is het beste de batterij voor elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz.
PLAATSEN VAN DE BATTERIJ BATTERIJ IN DE CAMERA LADEN Deze digitale camera maakt gebruik van een NP-1 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz. 3 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisselen, zet dan de camera uit (blz. 21). De batterij kan worden geladen zonder hem uit de camera te verwijderen. 1. Plaats de batterij in de camera (blz. 16). 2. Steek de lichtnetkabel in het basisstation en in een stopcontact (blz. 15). 1 2 3 3.
AANDUIDING BATTERIJCONDITIE LICHTNETADAPTER (APART LEVERBAAR) Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie op de lcd-monitor. Het symbool verandert van wit in rood als de batterij leeg raakt. Aanduiding batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Dit symbool is te zien wanneer de camera aan staat. Aanduiding batterij bijna leeg - de batterij is nog maar gedeeltelijk geladen. Waarschuwing lege batterij - batterij is vrijwel leeg.
PLAATSEN EN VERWIJDEREN VAN DE GEHEUGENKAART INSCHAKELEN VAN DE CAMERA Om de camera te gebruiken moet er een SD geheugenkaart of MultiMediaCard in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de waarschuwing No card op de monitor. Meer informatie over geheugenkaarten op blz. 108. Om de camera aan te zetten drukt u op de hoofdschakelaar. Wordt de camera voor het eerst ingeschakeld, dan moeten datum en tijd nog worden ingesteld (zie de volgende bladzijde).
DATUM EN TIJD INSTELLEN 1 OPNAMESTAND - BASISHANDELINGEN Nadat u voor de eerste maal een geheugenkaart en de batterij in de camera hebt geplaatst moet u de klok en de kalender van de camera instellen. Bij het opslaan van gemaakte opnamen wordt altijd de datum en de tijd van opname geregistreerd. Werden klok en kalender niet ingesteld, dan kan er elke keer na inschakelen van de camera gedurende enkele seconden een melding verschijnen.
WEERGAVE LCD-MONITOR Opnamestand STANDAARD OPNAMEHANDELINGEN Neem het onderwerp in het scherpstelkader. Zorg ervoor dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik van het objectief bevindt (blz. 26). Gebruik voor zeer korte opname-afstanden de Super Macro functie (blz. 31). Flitsstanden (blz. 28). Beeldgrootte (blz. 44) Beeldkwaliteit (blz. 44) Batterijconditie (blz. 18) Waarschuwing cameratrilling (blz. 30) Aanduiding Anti-shake (blz. 47) Transportstand (blz.
SCHERPSTELVERGRENDELING SCHERPSTELSIGNALEN Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onderwerp zich buiten het midden en dus buiten het scherpstelkader bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale scherpstelsituaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen. De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop. Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem.
Flitser uit - De flitser wordt bij geen enkele opname ontstoken. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt. Wanneer de flitser is uitgeschakeld zal bij weinig licht de waarschuwing voor cameratrilling verschijnen (blz. 30).
WEERGAVETOETS - OPNAMESTAND DIGITALE ONDERWERPSPROGRAMMA’S De weergavetoets regelt wat de lcd-monitor laat zien. De weergave schakelt elke keer dat de toets wordt ingedrukt om tussen Volledige weergave en Alleen live-beeld. Is auto reset (blz. 76) actief, dan wordt na uitschakeling van de camera teruggekeerd naar volledige weergave. Wordt de weergavetoets ingedrukt gehouden, dan wordt Hibright LCD geactiveerd, zie blz. 52.
Zonsondergang – speciaal ontwikkeld om bij een zonsondergang de rijke, warme kleuren te behouden. Richt de camera niet voor langere tijd op de zon. Door de intensiteit van het zonlicht kan de CCD beschadigd raken. Zet tussen de opnamen door de camera uit. WEERGAVE - BASISHANDELINGEN Foto’s kunnen worden bekeken in de weergavestand. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 61. Weergave is ook mogelijk als de camera in het basisstation staat, zie blz. 36.
BEELDEN ROTEREN VERGROTE WEERGAVE Druk op de neer-toets van de stuureenheid (1) om het weergegeven beeld 90° naar links, 90° naar rechts en horizontaal te roteren. Het beeld verschijnt voortaan in de gewenste stand. In enkelbeeldweergave kan een foto worden vergroot tot 6 x. Druk terwijl het te vergroten beeld wordt vertoond op de rechterkant van de zoomtoets (T) om de vergrote weergave te activeren. De vergrotingsfactor verschijnt op de lcd-monitor.
INDEXWEERGAVE OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN Wilt u de opgenomen beelden in een 6-beelds index zien, druk dan op de linkerzijde van de zoomschakelaar (W). FILMOPNAMEN 1 Deze camera kan digitale video met geluid opnemen. Schuif de keuzeschakelaar opnamestand in de stand voor film/audio-opname (1). De opnameteller geeft de beschikbare opnametijd voor de volgende filmclip. De totale opnameduur varieert met de beeldgrootte; zie blz. 59.
NAVIGEREN DOOR DE OPNAMEMENU’S 1 2 Welk opnamemenu verschijnt is afhankelijk van de stand van de keuzeschakelaar opnamestand. Met indrukken van de menu-toets (1) zet u het menu aan en uit. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (2) verplaatst u de cursor door het menu. Met het indrukken van de centrale toets van de stuureenheid voert u een instelling in.
TRANSPORSTANDEN Met de transportstand regelt u de opnamesnelheid en de opnamemethode. Op de monitor verschijnen symbolen voor de gekozen opnamemethode. Transportstanden kunnen worden geselecteerd in sectie 1 van het opnamemenu. Kijk bij “Navigeren door het opnamemenu” op blz. 38. Enkelbeeldtransport - Maakt een enkele opname per keer dat de ontspanknop wordt ingedrukt. Dit is de standaardinstelling van de camera. Zelfontspanner - Om het opnamemoment uit te stellen (blz. 40).
Geavanceerde instellingen Er zijn vier geavanceerde transportstanden beschikbaar: UHS continu transport, Progressieve opnamestand, UHS Progressieve opnamestand en Multi Frame. Om een van de standen te selecteren kiest u de optie Advanced modes in sectie 1 van het opnamemenu. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om de geavanceerde standen te laten verschijnen. Gebruik de links/rechts-toetsen om de stand te markeren. Druk opnieuw op de centrale toets om de bewerking te voltooien.
Multi Frame De gekozen beeldkwaliteit bepaalt de sterkte van de compressie, maar heeft geen gevolgen voor het aantal pixels in het beeld. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te lager is de compressie en des te groter is het beeldbestand. Is economisch gebruikvan de opslagruimte van groot belang, gebruik dan de economy stand. De standaardinstelling is voor normaal gebruik voldoende. De Fine-stand geeft de hoogste beeldkwaliteit en de grootste beeldbestanden.
WITBALANS ANTI-SHAKE-SYSTEEM Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweergave zorgen. Het effect is vergelijkbaar met de keuze tussen daglichtfilm en kunstlichtfilm bij de conventionele fotografie. Er is één automatische witbalans-instelling en er zijn vier vaste witbalansinstellingen beschikbaar voor het opnemen van foto’s en videobeelden; bij digitale onderwerpsprogramma’s kunt u de witbalans niet zelf veranderen.
CAMERAGEVOELIGHEID - ISO FLITSBEREIK EN CAMERAGEVOELIGHEID Voor foto’s kunt u kiezen uit vijf cameragevoeligheidsinstellingen: Auto, 50, 100, 200; de numerieke waarden zijn gebaseerd op een ISO-equivalent; hoe hoger het getal, des te gevoeliger is de camera. De gevoeligheid kan worden ingesteld in sectie 2 van het opnamemenu (blz. 38). Dit kan niet worden gewijzigd bij filmopnamen en de Digitale Onderwerpsprogramma’s. De gevoeligheid kan worden toegewezen aan de stuureenheid (blz. 57).
BELICHTINGSCORRECTIE Opnametips Door de belichting van de camera te corrigeren maakt u een foto lichter of donkerder, binnen een bereik van ±2 LW in stappen van 1/3 stop, zowel voor foto- als filmopnamen; de belichtingscorrectie kan niet worden gebruikt bij de digitale onderwerpsprogramma’s. Is auto reset (blz. 76) actief, dan wordt de belichtingscorrectie teruggezet op 0.0 als de camera wordt uitgeschakeld. De belichtingscorrectie kan worden toegewezen aan de stuureenheid (blz. 57).
HIBRIGHT LCD VERSCHERPING De monitorhelderheid kan worden verhoogd, waardoor de monitor bij veel licht buitenshuis beter te bekijken is. Druk op de weergavetoets en houd hem ingedrukt: de helderheid wordt verhoogd. Wordt de toets opnieuw ingedrukt en ingedrukt gehouden, dan keert de monitor terug naar de normale helderheid. De aanduiding voor Hibright LCD verschijnt op de monitor wanneer de verhoogde helderheid actief is.
CONTRAST DIGITALE ZOOM Met deze functie kunt u het contrast in een opname op drie niveaus instellen: high (+, hoog), normal (normaal), en low (–, laag). Dit kan worden ingesteld in sectie 3 van het opnamemenu (blz. 38). Het contrast kan bij gebruik van de digitale onderwerpsprogramma’s niet worden gewijzigd. Het effect van de gekozen instelling is te zien op het live-beeld. Wordt een andere instelling dan normaal gekozen, dan verschijnt een aanduiding op de monitor als waarschuwing.
DATUM IN BEELD TOETSFUNCTIES AANPASSEN Het is mogelijk de opnamedatum en -tijd rechtstreeks in een foto te laten opnemen. Deze functie moet worden geactiveerd voordat de opname wordt gemaakt. Is de functie eenmaal actief, dan worden de opnamen van datum voorzien totdat de functie wordt uitgeschakeld: er verschijnt een gele balk achter de opnameteller op de monitor om aan te geven dat de datum in het beeld wordt geplaatst.
OPNAMESTAND BEELDGROOTTE FILMBEELDEN Het menu van de opnamestand wisselt tussen film- en audio-opname. Deze optie vindt u in sectie 1 van het film/audio-menu (Movie/audio) (blz. 38). Films kunnen worden opgenomen op 640 x 480 en 320 x 240. De beeldgrootte heeft bij film dezelfde gevolgen als bij foto’s: hoe groter het beeld, des te groter is het bestand. De grootte van filmbeelden wordt ingesteld in sectie 1 van het movie/audio-menu (blz. 38).
SCHERPSTELSTAND FILMOPNAME WEERGAVE - GEAVANCEERDE HANDELINGEN Voor de autofocus-stand voor filmopnamen kan worden gekozen tussen continu AF en enkelvoudige AF in sectie 2 van het movie/audio-menu (blz. 38). Bij continu AF stelt de camera continu scherp; de scherpstelling wordt vergrendeld als de ontspanknop half wordt ingedrukt, maar zal tijdens de opname continu worden aangepast. Bij enkelvoudige AF wordt de scherpstelling voor de start van de opname vergrendeld.
NAVIGEREN DOOR HET WEERGAVEMENU 1 2 Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de menu-toets zet u het menu aan en uit (1). Met de links/rechts-toetsen en de op/neer-toetsen van de stuureenheid (2) stuurt u de cursor en verandert u de instellingen in het menu. Met de centrale toets selecteert en bevestigt u instellingen.
BEELD- EN GELUIDSBESTANDEN WISSEN GEHEUGENKAARTEN FORMATTEREN Wissen verwijdert bestanden permanent. Een gewist beeld kan niet worden teruggehaald. Ga bij het wissen zeer zorgvuldig te werk. In sectie 1 van het weergavemenu (blz. 62) kunt u enkele beelden wissen, maar ook meerdere beelden tegelijk of alle beelden. Voordat u bestanden kunt wissen dient u een eventuele beveiliging op te heffen (blz. 67). Er zijn vier wisfuncties: This frame Dit beeld - Het weergegeven of gemarkeerde beeld wordt gewist.
AUDIO-COMMENTAAR (AUDIO CAPTION) BESTANDEN BEVEILIGEN Aan een foto kan achteraf 15 seconden geluid worden toegevoegd. Het bestand mag niet beveiligd zijn, anders werkt deze functie niet (blz. 67). U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map tegen wissen beveiligen. Een beveiligd beeld kan niet met een wisfunctie worden gewist. De formatteerfunctie (blz. 65) wist echter alle bestanden, of ze nu beveiligd zijn of niet.
DIASHOW (SLIDE SHOW) UITSNEDEKOPIE (CROP FRAME) Met sectie 2 van het weergavemenu (blz. 62) regelt u de diashowfunctie. Met deze functie worden alle foto’s, audio- en filmbestanden op de geheugenkaart in volgorde afgespeeld. Een deel van een foto kan worden gekopieerd en worden opgeslagen op de geheugenkaart. Van beelden van 640 x 480 of E-mailkopieën kan geen uitsnede worden gemaakt.
OVER DPOF Deze camera is geschikt voor DPOF™. Het DPOF (Digital Print Order Format) maakt het mogelijk direct vanuit de camera prints van foto’s te (laten) maken. Na het vormen van een DPOF orderbestand kunt u de geheugenkaart simpelweg inleveren bij een foto-afwerkadres, of u steekt de kaart in de sleuf van een DPOF-compatible printer. Is een DPOF-bestand aangemaakt, dan wordt er op de geheugenkaart automatisch een ‘misc.’ map aangemaakt (blz. 88).
E-MAIL-KOPIE (E-MAIL COPY) E-mail-kopie in sectie 3 van het weergavemenu maakt een standaard 640 x 480 JPEG-kopie van een origineel, die makkelijk per e-mail kan worden verzonden. SETUP-STAND DPOF set – Date print Off Index print – E-mail copy – Wanneer de kopieerfunctie wordt gebruikt wordt er een map voor de bestanden aangemaakt (blz. 88); de naam van de map eindigt op EM. Dezelfde map voor e-mail-kopieën wordt gebruikt om kopieën op te slaan tot het aantal 9999 overschrijdt.
Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (1) stuurt u de cursor en verandert u de instellingen in het menu. Met de centrale toets selecteert en bevestigt u instellingen. 1 Gebruik de links/rechts toetsen om de juiste menutab te markeren; de menu’s veranderen als de tabs worden gemarkeerd. Gebruik de op/neer-toetsen om door de menu-opties te scrollen. Markeer de optie die u wilt veranderen.
AUTOMATISCH TERUGZETTEN AUDIOSIGNALEN Wanneer auto reset actief is keren onderstaande functies na het uitschakelen van de camera terug naar hun standaardinstelling. Dit kan worden ingeschakeld in sectie 1 van het opnamemenu (blz. 73). Elke keer dat er op een knop wordt gedrukt geeft een audiosignaal een bevestiging. U kunt de audiosignalen uitzetten in sectie 2 van het setup-menu (blz. 73). Er zijn twee audiosignalen beschikbaar. Flitsstand (blz. 28) Monitorweergave (blz. 30) AF-veld (blz.
TERUGZETTEN OP STANDAARD Deze functie in sectie 3 van het setup-menu (blz. 73) heeft betrekking op alle gebruiksstanden. Na selectie verschijnt een bevestigingsscherm; “Yes” kiezen zet onderstaande functies en instellingen terug op standaard, met “No” verandert er niets. AF-stand (film) Filmstand Audio (film) Enkelvoudige AF (Single-shot AF) Standaard film Aan (On) blz. 60 blz. 60 blz. 60 Volledige weergave Aan (On) Uit (Off) blz. 34 blz. 68 blz.
MAPNAAM (FOLDER NAME) BEELDEN OP EEN TELEVISIE WEERGEVEN Alle beelden worden op de geheugenkaart opgeslagen in mappen. Mapnamen zijn er in twee uitvoeringen: U kunt de beelden van de camera op een televisie weergeven via de meegeleverde AV-kabel. 1. Zet de televisie en de camera uit. Standaard-mappen hebben namen van acht tekens. De eerste map krijgt de naam 100KM033. De eerste drie tekens zijn het serienummer van de map, dat met 1 wordt verhoogd als er een nieuwe mapnaam wordt toegekend.
OVERSPEELSTAND DATA-OVERSPEELSTAND (TRANSFER MODE) De overspeelstand wordt ingesteld naar gelang het gebruik van de camera in combinatie met computer of printer. Er zijn twee overspeelopties beschikbaar in sectie 4 van het setup-menu (blz. 73): Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u de camera op een computer aansluit.
CAMERA OP EEN COMPUTER AANSLUITEN Controleer of de batterijen voldoende capaciteit hebben voordat u de camera op de computer aansluit. Gebruik van het basisstation voor de voeding verdient de voorkeur boven het gebruik van de batterij. Controleer voordat u de camera aansluit of Data storage is geselecteerd bij de optie Transfer mode in sectie 4 van het setup-menu (blz. 73). Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer (blz. 84). Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe hardware verschijnt. Plaats de Digital Camera Software CD-ROM in de CD-ROM-drive. Klik op Volgende. Kies voor zoeken van een geschikte driver (stuurprogramma). Klik op Volgende. Kies voor zelf de locatie van de driver opgeven.
MAPPENINDELING Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Beeldmappen vindt u in de DCIM map. De misc. map bevat DPOF print bestanden (blz. 70). Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de computer of een map van de computer te slepen. Drive-pictogram Dcim Misc Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen.
CAMERA VAN DE COMPUTER LOSKOPPELEN Ontkoppel de camera nooit wanneer het signaallampje brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen. De hardware die op het systeem is aangesloten verschijnt. Klik op het vakje voor de weergave van de apparatuur. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen door erop te klikken en klik op “Stop”. Windows 98 / 98 Second Edition Controleer dat het signaallampje niet brandt. Zet de camera uit, verwijder hem uit het basisstation en ontkoppel de USB-kabel.
GEHEUGENKAART VERWISSELEN - DATA-OVERSPEELSTAND Verwijder nooit de kaart als het signaallampje brandt – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen. Windows XP, 2000 Professional en Me 1. Stop de USB-verbinding met de ontkoppelingsprocedure (blz. 90). 2. Zet de camera uit en verwijder hem uit het basisstation. 3. Verwijder, plaats of herplaats de geheugenkaart. 4. Plaats de camera in het basisstation en zet de camera aan om de USB-verbinding opnieuw tot stand te brengen.
PICTBRIDGE Controleer of de optie “Transfer mode” in sectie 4 van het setup-menu is ingesteld op PictBridge. Zet de PictBridge compatible computer aan. Sluit het basisstation aan op de printer met de USB-kabel; het is aan te bevelen het basisstation op het stopcontact aan te sluiten, voor de voeding van de camera. De grote stekker van de kabel gaat in de printer. De kleine stekker van de kabel gaat in de aansluiting van het basisstation, met de pijlmarkering naar de achterzijde van het basisstation.
NAVIGEREN DOOR HET PICTBRIDGE-MENU 1 2 Met indrukken van de menu-toets (1) zet u het menu aan en uit. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid (2) verplaatst u de cursor door het menu. Met het indrukken van de centrale toets van de stuureenheid voert u een instelling in. De optie die kan worden veranderd varieert per printer.
Paper size Print quality De papiergrootte van de print kunt u opgeven in sectie 2 van het PictBridge menu. De optie Printer setup gebruikt de grootte die met de printer is ingesteld. De printkwaliteit kan worden ingesteld in sectie 2 van het PictBridge menu. De optie Printer-setup gebruikt de kwaliteit die werd ingesteld met de printer. De kwaliteit Fine kan met de camera worden ingesteld.
KODAK EASYSHARE SOFTWARE 1. Sluit alle programma’s die op uw computer geopend zijn (inclusief antivirus-software). Met de Easyhare-software kunt u uw foto’s probleemloos ordenen, printen en delen. 2. Plaats de Digital Camera Software CD-ROM in de CD-ROM-drive. Ordenen van uw foto’s Kodak EasyShare-software ordent uw automatisch, zodat u ze snel en eenvoudig terug kunt vinden. Ook kunt u zelf albums aanmaken en een eigen indeling van uw foto’s maken.
DIMAGE MASTER LITE DiMAGE Master Lite is uw ingang tot de digitale beeldverwerking. Beeldbewerkingshulpmiddelen Kleur, contrast, verzadiging en verscherping kunnen worden geoptimaliseerd om het beste in uw opnamen naar boven te halen. Geavanceerde RAW-beeldbewerking voor bepaalde DiMAGE camera’s verzekert topklasse resultaten. Beeldgegevens Gedetailleerde informatie over hoe en wanneer de foto werd gemaakt plus opnamespecificaties kunnen worden bekeken.
QUICKTIME SYSTEEMEISEN IBM PC / AT Compatible Pentium processor-based PC of compatible computer Windows 98, Me, 2000 of XP. Probleem Volg voor het installeren van QuickTime de instructies van het installatieprogramma. QuickTime wordt niet in alle verkoopregio’s met de camera meegeleverd. Gebruikers kunnen de meest recente versie van QuickTime gratis downloaden op de Apple Computer website: http://www.apple.com.
Reinigen OVER HET NETSNOER VAN HET BASISSTATION Het lichtnetsnoer is afgestemd op de regio waarin de camera werd verkocht. Gebruik het snoer van het basisstation alleen in de verkoopregio waarvoor het is bedoeld.
Geheugenkaarten Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden Geheugenkaarten SD geheugenkaarten en MultiMedia-kaarten worden vervaardigd met elektronische precisiecomponenten. Onderstaande omstandigheden kunnen leiden tot beschadiging, of verlies van informatie: • Onjuist gebruik van de kaart. • Verbuigen, laten vallen en blootstellen aan stoten. • Hitte, vocht en direct zonlicht. • Statische elektrische ontlading en sterke elektromagnetische velden bij de kaart.
TECHNISCHE GEGEVENS Afmetingen: Aantal effectieve pixels: CCD: Gewicht: Cameragevoeligheid (ISO): Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: Maximale lensopening: Brandpuntsafstand: Scherpstelbereik: Autofocus-systeem: Sluiter: Sluitertijden: Oplaadtijd flitser: Monitor-lcd: Beelddekking monitor: A/D-conversie: Opslagmedia: Bestandsformaten: Print Image Matching III: Menutalen: Batterij: Batterijprestaties (opname): Batterijprestaties (weergave): Externe voeding: 110 Bijlage 8,0 miljoen 1/1.