Operation Manual
55
Het hoge-lichten-niveau, het schaduwen-niveau en het gamma-niveau kunnen handmatig worden
ingesteld. U kunt het histogram gebruiken om de verdeling van de pixels maximaal over de helder-
heids- en kleurniveaus te spreiden. De standen van de schuiven (de corresponderende helderheids-
niveaus) worden rechts van de schuiven ook numeriek aangegeven. U kunt de getallen via het toet-
senbord veranderen.
De gamma-schuif definieert de middentonen van het beeld. Schuift u de gamma-schuif naar rechts,
dan worden middenpartijen donkerder, naar links schuiven maakt ze lichter. Net als bij de tooncurve-
correctie, beschreven op blz. 34, kunt u met de gammaschuif de helderheid van de middentonen
aanpassen zonder dat er beeldinformatie in lichte en donkere partijen verloren gaat.
Met de schuif input hoge lichten stelt u in welk niveau als wit moet worden beschouwd. Wordt de
schuif naar links bewogen, dan wordt het weergegeven beeld contrastrijker. Alle pixels rechts van de
schuif worden nu ingesteld op de hoogste helderheid, 255, en alle eventueel daar nog aanwezige
beeldinformatie gaat nu verloren. Op deze manier kunt u belangrijke verbeteringen aanbrengen in bij-
voorbeeld reprodukties van teksten op een lichte achtergrond. Een niet egale verlichting en vervuild
of vergeeld papier kan ongewenste effecten geven. Door echter het witniveau aan te passen kunnen
de storende elementen in de achtergrond onzichtbaar worden gemaakt, waardoor alleen de donkere
tekst zichtbaar is.
Met de schuif input schaduwen stekt u het zwart-niveau in. Wordt de schuif naar rechts verplaatst,
dan wordt het beeld contrastrijker. Alle pixels links van de schuif worden nu ingesteld op de laagste
helderheid, 0 (nul), en alle eventueel daar nog aanwezige beeldinformatie gaat nu verloren.
U kunt de zwart- en witniveaus zelf instellen. Door de schuif input schaduwen en de schuif input
hoge lichten te verplaatsen kunt u het contrast van een opname verlagen.










