Operation Manual
34
STANDAARD BEELDBEWERKING
Versleep de schuif voor het correctieniveau of tik de
gewenste waarde voor het correctieniveau in.
• De standaard waarde is 10. Het correctieniveau kan
worden ingesteld tussen 1 en 20.
• Klikt u het vakje “Display limit” aan
(weergavebegrenzing), dan worden waarden die
buiten het bereik van 0 (donker) tot 255 (licht) vallen
in de complementaire kleur weergeven. Valt
bijvoorbeeld een witte beeldpartij door een correctie
buiten die waarden, dan wordt die beeldpartij
weergegeven in de complementaire kleur, zwart.
Klik op het beste van de acht beelden.
• Het geselecteerde beeld wordt nu het centrale
beeld, omgeven door acht nieuwe beelden, met
dezelfde variatiesterkte veranderd. Zo kunt u
doorgaan tot u tevreden bent.
• Klik op de reset-knop om veranderingen op te
heffen.
Kleurbalans-variatie
Hier ziet u acht beelden, elk met een eigen variatie in helderheid/contrast, gegroepeerd rond een
thumbnail van het originele beeld. Met de helderheidsinstelling regelt u hoe donker/licht het beeld is.
De contrastvariatie stuurt het verschil tussen de toonwaarden in het beeld: Wordt het contrast ver-
hoogd, dan worden de donkere partijen donkerder en de lichte partijen lichter. Als het contrast hoog
is lijkt een opname vaak scherper.
Klik op de sluitknop om het palet te sluiten en de
beeldcorrectie op het beeld te laten toepassen.
Schuif en vakje correctieniveau
Vakje weergavebegrenzing
Sluitknop
Reset-knop










