NL GEBRUIKSAANWIJZING 9222-7300-15 MM-A302
VOORDAT U BEGINT Lees voordat u de DiMAGE Viewer software installeert het hoofdstuk over data-overdracht (“Overspeelstand”) in de gebruiksaanwijzing van de camera. Daar wordt beschreven hoe u camera en computer via de meegeleverde USB-kabel met elkaar verbindt. Bij de voorbeelden in deze camera is ervan uitgegaan dat de camera met een USB-kabel met de computer verbonden is, zoals beschreven in de camera-gebruiksaanwijzing.
INHOUD Systeemeisen ......................................................................................................................................6 DiMAGE Viewer .........................................................................................................................6 QuickTime systeemeisen ..........................................................................................................7 Voordat u de DiMAGE Viewer installeert..................................................
Beelden opslaan...................................................................................................................................40 Beelden in een andere grootte opslaan ..................................................................................40 Beeld opslaan..........................................................................................................................41 Beeldnaam en -formaat veranderen......................................................................
SYSTEEMEISEN DiMAGE Viewer IBM PC/AT compatible computers Apple Macintosh computers 133MHz Pentium processor of hoger PowerPC 100MHz of hoger 64 MB of meer aan RAM (128 MB of meer bij Windows XP) 128 MB of meer aan beschikbaar RAM 200 MB of meer aan beschikbare ruimte op hard disk 200 MB of meer aan beschikbare ruimte op hard disk True Col. (24 bit) monitor. of beter, met 24-bit kleur of beter, met een minimum een minimum resolutie van 800 X 600. resolutie van 800 X 600.
QuickTime systeemeisen IBM PC / AT Compatible Pentium computer Windows 95, 98, 98SE, NT, Me, 2000 Professional of XP. 32MB of meer aan RAM Sound Blaster of compatible geluidskaart DirectX 3.0 of later aanbevolen Volg voor het installeren van QuickTime de instructies van het installatieprogramma. Kies in het venster waarin u het type installatie moet kiezen de aanbevolen optie; de opties voor minimum of custom installatie kunnen ertoe leiden dat de DiMAGE Viewer niet goed zal werken.
INSTALLATIE DiMAGE Viewer installeren – Windows In onderstaand voorbeeld is de harde schijf drive C, en de CD-ROM drive is drive D. De letters die de drives aanduiden kunnen per computer verschillen. Bij Windows 2000, NT4.0 of XP moet de software via de beheerder (administrator) worden geïnstalleerd. Zet de computer aan om Windows te starten. Plaats de DiMAGE Software CD-ROM in de CD-ROM drive. • Het venster van de DiMAGE Viewer Installer wordt automatisch geopend.
Wilt u de software op de standaardlocatie installeren C:\Program Files\DiMAGE Image Viewer Utility - klik dan op “Next >.” • Wilt u de software op een andere locatie installeren, klik dan op de browse-knop (bladeren) om het mapselectievenster te openen. Specificeer de directory waarin u de software wilt installeren. De naam van de standaard programmamap verschijnt. Wilt u de software-iconen hier installeren, klik dan op “Next>.” De installatie begint.
INSTALLATIE DiMAGE Viewer installeren – Macintosh Zet de computer aan om het besturingssysteem op te starten. Plaats de DiMAGE Software CD-ROM in de CD-ROM drive als het bureaublad is verschenen. De inhoud van de CD-ROM verschijnt automatisch. Gebeurt dat niet, klik dan op de icoon van de CD-ROM om hem te openen. Open de map van het programma en open daarna de map voor het betreffende besturingssysteem en de map van de gewenste taal. Dubbelklik op de installer om het Installatieprogramma te starten.
De locatie van de DiMAGE Viewer bestanden moet nu worden opgegeven. Klik op de Reference-knop. Selecteer met het map-dialoogvenster de locatie waar de software moet worden geïnstalleerd. Klik op “Choose” (kiezen). Bevestig de locatie op het scherm van het installatieprogramma. Klik op “Next >>” om de DiMAGE Viewer te installeren. Wanneer de software-installatie is voltooid, verschijnt er een melding. Klik op “Finish” om het installatieprogramma te verlaten.
DE VIEWER STARTEN De Viewer starten – Windows Kies DiMAGE Viewer in de DiMAGE Viewer map onder Programma’s in het Start-menu. De utility wordt gestart en het hoofdvenster zal verschijnen.
De Viewer starten – Macintosh Op de DiMAGE Viewer map. Dubbelklik op de DiMAGE Viewer icoon om het programma te starten. Het hoofdvenster zal verschijnen.
BEELDEN IMPORTEREN EN BEWERKEN Beeldbestanden laden U kunt beelden direct vanuit de digitale camera of vanuit mappen in uw computer laden. Kies uit het mappenoverzicht de map die de gewenste beelden bevat. Kijk voor informatie over het gebruik van mappen door de camera, of voor informatie over het aansluiten van de camera op de computer in de gebruiksaanwijzing van de camera. Klik op een plus (+) om de inhoud van een map weer te geven. Door op een minteken (-) te klikken sluit u de map weer.
Audiobestanden openen Besproken memo’s, audiocommentaren en geluidsopnamen kunnen met de DiMAGE Viewer worden afgespeeld. Kijk in de gebruiksaanwijzing of uw camera geluid kan opnemen, en zo ja op welke manier. Stel eerst de voorkeuren vast in het Preferencesvenster in (zie hieronder), en klik dan op de muzieknoot-knop of dubbelklik op het audiobestand om de opname af te spelen..
BEELDEN IMPORTEREN EN BEWERKEN Weergaveformaat veranderen U kunt de inhoud van een map laten weergaven als thumbnails (miniatuurbeelden), iconen of in een lijst met bestandsinformatie. Wilt u het weergaveformaat veranderen, druk dan op een van de knoppen in de tool-balk.
Thumbnail-formaat veranderen Het thumbnail-formaat is instelbaar. U kunt kiezen uit vier formaten: large, medium, small en medium with data (met informatie). Wilt u het formaat veranderen, markeer dan de optie Thumbnail Preferences om de formaat-opties te laten verschijnen. Markeer en klik op het gewenste thumbnail-formaat; de thumbnails worden meteen aangepast.
BEELDEN IMPORTEREN EN BEWERKEN Beeldbestanden sorteren U kunt beeldbestanden sorteren op naam, datum of bestandstype/extensie, in oplopende of aflopende volgorde. Deze functie werkt met thumbnail- icoon-, en lijstweergave (blz. 16). Wilt u de vertoonde beelden sorteren, gebruik dan het Sort-menu of het menu Sort by. op de tool-balk. Markeer de gewenste sorteermethode met de muis. Knop volgorde omkeren In het sorteermenu kunt u ook kiezen voor een oplopende of een aflopende volgorde.
Een aantal beeldbestanden hernoemen U kunt groepen bestanden in de thumbnail-, icoon- en lijstweergave tegelijk hernoemen (blz. 16). Klik op de thumbnails of bestandsiconen om de bestanden te selecteren die u wilt hernoemen. • Houd om een aantal beelden te selecteren de Control-toets (Windows) of de Command-toets (Macintosh) ingedrukt en klik op elk beeld dat u wilt hernoemen; de geselecteerde beelden krijgen een donkere rand.
BEELDEN IMPORTEREN EN BEWERKEN Mappen aanmaken U kunt nieuwe mappen aanmaken om beelden in op te slaan. Klik op de gewenste locatie voor de nieuwe map. In dit voorbeeld wordt de nieuwe map in de map Camera Images aangemaakt. Klik op de knop voor een nieuwe map of selecteer New Folder in het File-menu. De nieuwe map wordt op de specifieke locatie aangemaakt. U kunt de mapnaam met het toetsenbord invoeren.
Beelden naar een andere map verplaatsen U kunt meeerder beelden tegelijk van de ene naar de andere map verplaatsen. • Houd om een aantal beelden te selecteren de Controltoets (Windows) of de Command-toets (Macintosh) ingedrukt en klik op elk beeld dat u wilt hernoemen; de geselecteerde beelden krijgen een donkere rand. Wilt een beeld de-selecteren, klik dan op de thumbnail of icoon ervan terwijl u de Control-toets (Windows) of de Command-toets (Macintosh) ingedrukt houdt.
BEELDEN IMPORTEREN EN BEWERKEN Beelden naar een andere map kopiëren U kunt meeerdere beelden tegelijk van de ene naar de andere map kopiëren. • Houd om een aantal beelden te selecteren de Controltoets (Windows) of de Command-toets (Macintosh) ingedrukt en klik op elk beeld dat u wilt hernoemen; de geselecteerde beelden krijgen een donkere rand. Wilt u een beeld de-selecteren, klik dan op de thumbnail of icoon ervan terwijl u de Control-toets (Windows) of de Command-toets (Macintosh) ingedrukt houdt.
Knippen, kopiëren, plakken en wissen – Windows Met de tool-balk en het edit-menu kunt u mappen, enkele of meerdere bestanden knippen, kopiëren, plakken en wissen. Deze functies gelden meteen ook voor aangehechte audio- of thumbnail-bestanden. U kunt de Delete-knop van het toetsenbord ook gebruiken om beelden te wissen. Knippen Kopiëren Plakken Wissen Selecteer de map of de beelden. Klik op de Knip- of de Kopieer-knop. Hebt u een map of beeld geknipt, dan verandert de weergave pas als het is geplakt.
BEELDEN IMPORTEREN EN BEWERKEN Opname-informatie weergeven en opslaan Is een beeld in het thumbnail-venster geselecteerd, klik dan op de Opname-informatie-knop. • Is er meer dan een beeld geselecteerd, dan wordt er voor elk beeld een venster geopend. Wilt u het venster sluiten, klik dan op de Close-knop in de rechter bovenhoek. • De informatie in het venster kan per cameramodel verschillen.
Setup opname-informatie U kuntzelf bepalen welke opname-informatie uit de Exif-informatie wordt gebruikt. Selecteer de optie Image Information Setup in het File-menu om het Setup-venster te openen. Klik op het onderdeel dat u wilt toevoegen of verwijderen en en klik op de juiste verplaatsingsknop. >>: opnemen in de lijst Show (vertonen). <<: opnemen in de lijst Hide (verbergen) Met de knoppen Show All en Hide All kunt u alle Exif-informatie weergeven of verwijderen. Klik op “OK” om de setup te bewaren.
STANDAARD BEELDBEWERKING Beeldcorrectievenster In het beeldbewerkingsvenster ziet u de beeldverwerkings-tools. U kunt aanpassingen maken aan kleur, contrast, helderheid en kleurverzadiging. In dit hoofdstuk vindt u informatie over de standaard beeldbewerkings-tools. Kijk voor de meer Geavanceerde tools op blz. 44 t/m 69. Tool-balken Veld snapshotweergave (blz. 61) Veld beeldweergave Statusbalk Weergave opname-informatie (blz.
Tool-balken Knop indexweergave (blz. 28) Vergrotingsknop (blz. 31) Handschuifknop (blz. 31) Knop linksom roteren (blz. 29) Knop rechtsom roteren (blz. 29) Knop horizontaal omklappen (blz. 29) Knop verticaal omklappen (blz. 29) Weergave beeldnummer (blz. 28) Knop aanpassen op venstergrootte (blz. 30) Knop vergelijkingsweergave (blz. 37) Knop alles terugzetten (blz. 39) Knop opnieuw uitvoeren (blz. 39) Knop ongedaan maken (blz. 39) Variatieknop (blz. 32) Knop helderheid, contrast en kleurverzadiging (blz.
STANDAARD BEELDBEWERKING Beelden in het beeldcorrectievenster weergeven Bij index-weergave kan een beeld automatisch in het beeldcorrectievenster worden geladen. Dubbelklik eenvoudigweg op een thumbnail of icoon om het beeld in het beeldcorrectievenster te laten verschijnen. Klik op de knop indexweergave om terug te keren naar de indexweergave. Het kleurcorrectievenster geeft het nummer van de thumbnail weer, plus het totale aantal thumbnails dat in de viewer is geladen.
Beelden omkeren en roteren De oriëntatie van het weergegeven beeld kan worden veranderd met de omkeer- en rotatieknoppen in de tool-balk of met het tool-menu. Elke verandering in de beeldoriëntatie wordt toegepast op het thumbnail-beeld in de indexweergave. Roteer – de roteer-rechtsknop roteert het beeld 90° met de klok mee, de roteer-linksknop roteert het beeld 90° tegen de klok in. Oorspronkelijk beeld Omkeren – wordt een beeld omgekeerd, dan ontstaat er een spiegelbeeld.
STANDAARD BEELDBEWERKING Beeldweergave regelen Knop aanpassing venstergrootte Normaal wordt de weergavegrootte van een beeld gebaseerd op de maat en de resolutie van dat beeld. Is het beeld te groot voor het weergavevenster, dan zorgt klikken op de knop voor aanpassing van de beeldgrootte ervoor dat het beeld automatisch in het venster past. Opnieuw klikken op de knop brengt het beeld terug naar de oorspronkelijke grootte.
Handschuif-tool Wanneer een beeld groter is dan het weergaveveld kunt u het beeld met het handje door het venster verschuiven. Klik op de handschuifknop of selecteer Grab Tool onder de Cursor-optie in het Viewmenu. Klik en versleep het beeld om het gewenste deel te zien. Vergrootglas U kunt het vertoonde beeld vergroten of verkleinen. Klik de vergrootglas-knop op de tool-balk of selecteer Magnifying Tool onder de Cursor-optie van het View-menu. Klik op het beeld om het te vergroten.
STANDAARD BEELDBEWERKING Variatiepalet IN het variatiepalet kunt u de juiste correctie vaststellen door het beeld te vergelijken met een aantal eromheen gegroepeerde correctie-varianten. Dit is een makkelijke methode om correcties uit te voeren voor diegenen die weinig ervaring hebben met beeldbewerking en foto-afwerking. Klik op de variatieknop, of selecteer Variation in de optie Image Correction onder het Correction menu, om het palet te laten verschijnen.
Kleurbalans-variatie Zes beelden, elk met een andere kleurbalans, zijn gerangschikt rond een thumbnail van het originele beeld. Kijk op blz. 38 voor meer informatie over kleur. Versleep de schuif voor het correctieniveau of tik de gewenste waarde voor het correctieniveau in. • De standaard waarde is 10. Het correctieniveau kan worden ingesteld tussen 1 en 20.
STANDAARD BEELDBEWERKING Kleurbalans-variatie Hier ziet u acht beelden, elk met een eigen variatie in helderheid/contrast, gegroepeerd rond een thumbnail van het originele beeld. Met de helderheidsinstelling regelt u hoe donker/licht het beeld is. De contrastvariatie stuurt het verschil tussen de toonwaarden in het beeld: Wordt het contrast verhoogd, dan worden de donkere partijen donkerder en de lichte partijen lichter. Als het contrast hoog is lijkt een opname vaak scherper.
Kleurverzadigings-variatie Hier ziet u twee beelden, elk met een eigen variatie in kleurverzadiging, aan weerszijden van een thumbnail van het originele beeld. Kleurverzadiging betreft de intensiteit van de kleuren. Versleep de schuif voor het correctieniveau of tik de gewenste waarde voor het correctieniveau in. • De standaard waarde is 10. Het correctieniveau kan worden ingesteld tussen 1 en 20.
STANDAARD BEELDBEWERKING Palet helderheid, contrast en kleurbalans Klik op de knop voor helderheid, contrast en kleurbalans of selecteer Brightness, Contrast, Color balance onder de optie Image Correction van het Correction-menu om het correctiepalet te openen. Versleep de schuiven voor helderheid, contrast en/of kleurbalans of tik correctiewaarden in de vakjes om correcties uit te voeren.
Beelden voor en na correctie vergelijken Als u op de vergelijkingsknop klikt wordt het beeld in twee gelijke delen verdeeld. Het originele beeld ziet u links, het gecorrigeerde beeld staat rechts. Drukt u op de knop voor automatische aanpassing van de beeldgrootte, dan worden de beelden meteen passend gemaakt. Wilt u alleen het gecorrigeerde beeld zien, klik dan opnieuw op de vergelijkingsknop.
STANDAARD BEELDBEWERKING Werken met kleur In de fotografie zijn rood, groen en blauw de primaire kleuren. De secundaire kleuren, cyaan, magenta en geel, zijn combinaties van primaire kleuren: cyaan = blauw + groen, magenta = blauw + rood, geel = rood + groen. De primaire en secundaire kleuren zijn in complementaire paren gegroepeerd: rood en cyaan, groen en magenta, blauw en geel. Voor het vinden van de juiste kleurbalans is het goed te weten welke kleuren elkaars complementaire kleuren zijn.
Beeldcorrectie herroepen en opnieuw uitvoeren Klik op de knop voor herroepen (undo) om de laatst uitgevoerde correctiestap ongedaan te maken. U kunt verder gaan eerdere stappen te herroepen voorzover het geheugen van de computer het toelaat. Klik op de knop voor heruitvoeren (redo) om een herroepen correctie toch weer van toepassing te laten zijn. Klik op de knop voor alles terugzetten (reset all) om alle op het beeld toegepaste beeldcorrecties op te heffen.
BEELDEN OPSLAAN Beelden in een andere grootte opslaan Wilt u de grootte van het weergegeven beeld veranderen, klik dan op de beeldgrootte-knop. Het beeldgroottevenster zal worden geopend. Voer de nieuwe hoogte- of breedte-waarde in het vakje in. • U hoeft maar één waarde in te voeren; de andere wordt automatisch berekend op basisvan behoud van de breedte/hoogteverhoudingen. • De maximale maat is 5120 X 3840 pixels. Kies voor bilineaire of bicubische interpolatie.
Beelden opslaan Klik op de Opslag-knop op de tool-balk of selecteer de optie Save in het Filemenu. Het beeld wordt opgeslagen op de oorspronkelijke locatie, waarbij de oude versie wordt overschreven. Wordt er een JPEG-bestand opgeslagen, dan zal het Save-as-venster (Bewaar als) open gaan. De locatie en compressieverhouding moeten worden opgegeven. Zie hieronder.
PRINTEN Beelden printen Klik wanneer het te printen beeld in het venster te zien is op de Print-knop of kies de Print-optie in het File-menu; hiermee opent u het print Setup menu.
Position (positie) Hier kunt de plaats van het beeld op het papier bepalen. Klik op een van de knoppen en u ziet de veranderingen meteen op het scherm. Size (grootte) Klikt u de bovenste knop aan, dan kunt u handmatige aanpassingen in de grootte aanbrengen, gebaseerd op de printresolutie of de afmetingen. Voer de printresolutie in bij “dpi” of voer de breedte (width) of de hoogte (height) in en klik vervolgens op de Apply-knop (toepassen).
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Dit hoofdstuk behandelt de geavanceerde beeldbewerkingsinstrumenten van de Image Viewer Utility. Hier kunnen aanpassingen aan kleur, contrast, helderheid, kleurzweem en kleurverzadiging worden gemaakt. Verder zijn er functies beschikbaar voor het bekijken en opslaan van beeldcorrecties. Lees eerst over de standaard beeldbewerking (blz. 26 t/m 39) voordat u hier verder gaat. Verscherping (blz. 58) Tooncurve/histogram-knop[ (blz.
Tooncurve/histogram-palet Klik op de tooncurve/histogram-knop om het palet te laten verschijnen.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Tooncurve gebruiken Klik op de pijl naast het kanaalvakje om het kleurkanaal te selecteren. • Kies een apart kleurkanaal om aanpassingen te maken aan de kleurbalans van het beeld. Wilt u contrast of helderheid van het beeld aanpassen zonder de kleur te veranderen, kies dan RBG. • U kunt de tooncurven met verkorte commando’s oproepen.
Vrije tooncurven tekenen Klik op de knop voor een vrije tooncurve (1). • De muisaanwijzer verandert in een potlood-symbool wanneer hij boven het tooncurve-vak wordt gehouden. Klik en sleep de aanwijzer om een nieuwe curve te tekenen. • Met de vrije curve kunt u extreme beeldmanipulaties realiseren. Klik op de knop voor een vloeiende curve om de curve vloeiender te maken (2). • Er worden automatisch ankerpunten op de curve geplaatst, die handmatig kunnen worden verschoven.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Korte uitleg tooncurvecorrecties Hoge lichten Output Middentonen Schaduwen De tooncurve is een grafische weergave van de helderheids- en kleurniveaus van het beeld. De horizontale as geeft de 256 niveaus van het origineel (input-informatie), van zwart tot wit. De verticale as geeft het gecorrigeerde beeld weer (output-informatie), in dezelfde schaal. Linksonder in de grafiek vindt u de donkere kleuren en de schaduwen van het beeld.
Curve-veranderingen brengen altijd een contrastwijziging teweeg. De lichtblauwe 45° lijn in de tooncurve-grafiek vertegenwoordigt het originele contrast van het beeld. Wordt de hoek van de tooncurve steiler dan 45°, dan gaat het contrast in het beeld omhoog. Wordt de hoek kleiner dan 45°, dan neemt het contrast af. Zorg ervoor dat het RGB-kanaal is geselecteerd, klik op de tooncurve dichtbij top en bodem om twee ankerpunten toe te voegen. Beweeg het bovenste ankerpunt omhoog en het onderste omlaag.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Witpunt-, grijspunt- en zwartpuntcorrecties U kunt geavanceerde beeldcorrecties maken door binnen het beeld een witpunt, grijspunt en zwartpunt op te geven. Voor een goede ijking van de software is het wel belangrijk dat u een geschikte neutrale zone binnen het beeld vindt. Wanneer de pipet-cursor actief is wordt de RGB-weergave actief en kunt u de beeldpartijen evalueren. Alle veranderingen worden meteen in het weergegeven beeld doorgevoerd. Klik op de witpunt-knop.
Klik op de grijspuntknop. • Met de grijspunt regelt u de kleur van het beeld. Klik op een neutraal deel van het beeld dat u als grijspunt wilt aanwijzen. • Het gebied waarop u de grijspunt plaatst moet neutraal van kleur zijn. Het helderheidsniveau is daarbij niet belangrijk, maar als het gebied een duidelijke kleur heeft, krijgt het beeld een duidelijke kleurafwijking. Klik op de Toepassingsknop (Apply) en houd hem ingedrukt om de veranderingen in het histogram te zien.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Wit- en zwartpuntwaarden instellen De wit- en zwartpuntwaarden worden ingesteld op 255 en 0 voor elk RGB-kanaal. Door deze waarden te veranderen krijgt u een instelling waarbij geen vol wit of zwart ontstaat. Het instellen van de wit- en zwartpuntniveaus maakt deel uit van het geavanceerde instrumentarium. Dubbelklik op de witpunt- of de zwartpuntknop om het venster voor de instelling van de puntwaarde in te stellen. Voer de nieuwe wit- en/of zwartpunt-waarden in.
Tooncurve/histogram Auto Setting Klik op de knop Auto Setting. • De verandering wordt meteen in het weergegeven beeld doorgevoerd • De Auto Setting functie past automatisch tooncurve/histogram aan om de beeldinformatie te optimaliseren. De donkerste pixels van het beeld worden ingesteld op vol zwart (niveau 0), de lichtste pixels worden ingesteld op wit (niveau 255) en de rest van de pixels worden daar tussen verdeeld. Druk op de Toepassen-knop om de verandering in het histogram te zien.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Histogramcorrecties Het histogram geeft aan hoe bij het weergegeven beeld de pixels over de helderheids- en kleurwaarden verdeeld zijn. Met het histogram kunt u de output-beeldinformatie optimaliseren. Veranderingen die in het histogram worden gemaakt zijn ook van invloed op de tooncurve.
Het hoge-lichten-niveau, het schaduwen-niveau en het gamma-niveau kunnen handmatig worden ingesteld. U kunt het histogram gebruiken om de verdeling van de pixels maximaal over de helderheids- en kleurniveaus te spreiden. De standen van de schuiven (de corresponderende helderheidsniveaus) worden rechts van de schuiven ook numeriek aangegeven. U kunt de getallen via het toetsenbord veranderen. De gamma-schuif definieert de middentonen van het beeld.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Kleurzweem-, kleurverzadiging- en lichtsterktepalet Met dit palet verandert u het beelden volgens het HSB kleurmodel (HSB: hue, saturation, brightness oftewel kleurzweem, kleurverzadiging en lichtsterkte). U kunt deze instellingen vooral goed gebruiken om het beeld te manipuleren, niet zozeer om een realistische weergave te bereiken. Het HSB kleurmodel definieert kleur meer op basis van de menselijke waarneming dan op basis van fotografische processen.
Kleurzweemcorrecties Verandering in de kleurzweeminstellingen roteren de oorspronkelijke kleurwaarden door een kleurruimte, en kennen een nieuwe kleurzweem toe, die afhankelijk is van de nieuwe positie in de kleurruimte. In dit voorbeeld werd het oorspronkelijke beeld 180° door de kleurruimte geroteerd. Oorspronkelijke kleurruimte Nieuwe kleurruimte U ziet twee kleurruimten onderaan het palet.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Verscherping De scherpte-indruk van een beeld kan worden verhoogd. De werking van de verscherping is subtiel, maar het kan een overtuigend effect hebben op de totale kwaliteitsindruk. Klikt op de Sharpness-knop of selecteer Sharpness bij de optie Image Correction in het Correction-menu. Knoppen voor vergroten of verkleinen van het beeld Met de muis kunt u door het preview-beeld scrollen. Plaats de muisaanwijzer boven het beeld; hij verandert in het hand-symbool.
Frequentieschuif - Regelt de scherpte van beelddetails. In de hoge frequentie-instelling wordt de resolutie gemaximaliseerd, in de lage frequentie-instelling wordt de contourscherpte gemaximaliseerd. De optimale frequentie-instelling varieert van beeld tot beeld. Het is aan te bevelen het beeld op verschillende grootten te bekijken om het resultaat te beoordelen. Hoge frequentie Lage frequentie Contrastschuif - Regelt het contrast van de ingestelde frequentie.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Deel van een beeld opslaan – Veldmarkering U kunt een deel van het beeld markeren en opslaan als een apart beeldbestand. Klik op de knop voor veldmarkering in de tool-balk of selecteer de veldmarkering (area marquee) in de Cursor-optie van het View-menu. Klik en sleep over het beeld om het gedeelte te markeren dat u wilt opslaan. Er ontstaat een selectierechthoek. • U kunt het selectieveld verplaatsen door erop te klikken en het met slepen te verschuiven.
Beeldcorrecties volgen - snapshot-knop U kunt beeldcorrecties tijdelijk opslaan als een thumbnail naast het weergegeven beeld. Klik eenvoudigweg op de snapshot-knop op de tool-balk of selecteer de Snapshot-optie in het Correction-menu om een thumbnail op basis van de huidige correcties aan te maken. Wilt u terugkeren naar een eerdere bewerkingsfase, klik dan op de corresponderende thumbnail. Het thumbnail-beeld vervangt dan het weergegeven beeld.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Beeldcorrectietaken opslaan Alle correcties die u in een beeld toepast, kunt u opslaan als een beeldcorrectietaak. U kunt deze taak dan op elk gewenst moment naar dit programma laden en op een ander beeld toepassen. Dit is een tijdbesparende functie, die goed van pas komt wanneer grote aantallen opnamen moeten worden verwerkt die dezelfde correctie moeten ondergaan.
Kleurcorrectietaken oproepen Zorg ervoor dat het te corrigeren beeld in het beeldcorrectievenster staat. Klik op de knop Load Image Correction Job of selecteer de Optie Load Image Correction Job in het Correction-menu om een opgeslagen beeldcorrectietaak op te roepen. Klik op de thumbnail van de beeldcorrectietaak om hem te selecteren. Klik op “OK” om de taak op het weergegeven beeld toe te passen. • Taken worden geladen in het snapshot-veld. U kunt meer dan één taak laden.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING RAW-beelden verwerken Sommige camera’s, zoals de DiMAGE 7Hi of de DiMAGE 7i, gebruiken een speciaal bestandsformaat, Minolta-RAW genaamd. Een RAW-bestand kan uitsluitend worden gelezen en verwerkt met de DiMAGE Viewer software. Wilt u een RAW-bestand openen, dubbelklik dan simpelweg op de thumbnail-ervan. In het Open-venster geeft u de parameters voor het beeld op.
Klik op de grijspunt-knop (a) om de witbalans op een bepaald punt in het beeld te kaliberen; de cursor verandert in de grijspunt-pipet. Wordt de pipet in het beeld geplaatst, dan worden de RGBwaarden van dat punt worden bovenin het venster weergegeven (b). Klik op een neutraal punt in het beeld om de kalibratie uit te voeren (c). De helderheid van het gekozen punt is niet belangrijk, maar het moet geen kleur hebben.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING RAW-beelden opslaan Klik op de Save-knop op de tool-balk of selecteer de Save-optie in het File-menu om het weergegeven beeld op te slaan. In het Save-as-venster kunt u de locatie opgeven waar u het beeld wit opslaan (1). Voer de bestandsnaam in, zonder extensie (2). Kies het bestandsformaat (3). Slaat u het beeld op als TIFF-bestand, dan moet de bitlengte wordengeselecteerd (4): 24 bit of 48 bit.
RAW-taken opslaan De instellingen voor RAW-verwerking kunnen worden opgeslagen om ze later op andere beelden te kunnen toepassen. Zijn alle instellingen in het Open Minolta RAW File uitgevoerd, klik dan dan op de knop Save RAW Job. Voer de naam van de taak in en klik op Save. RAW-taken oproepen Wilt u een RAW-taak op een ander beeld toepassen, klik dan op de knop Load RAW Job in het venster Open Minolta RAW File.
GEAVANCEERDE BEELDVERWERKING Serieverwerking (batch processing) U kunt een aantal beelden tegelijk verwerken en opslaan. Markeer de beelden die moeten worden verwerkt in de thumbnail-weergave en selecteer dan de optie Batch Processing in het Tool-menu. Het venster Batch Processing verschijnt. Alle instellingen in het venster worden op al de geselecteerde beelden toegepast, behalve voor RAW-verwerking.
U kunt de grootte van beelden veranderen, van 10% tot 200%. Is het resultaat van de beeldgrootteverandering dat het origineel groter is dan de maximum pixel-maat van 5120 X 3840, dan verschijnt er een waarschuwing. Voer dan een nieuwe vergrotingsfactor in. Kies bij grootteveranderingen tussen bilineaire of bipolaire interpolatie. Klik op de OK-knop om de verwerking te starten. Het Save-in dialoogvenster verschijnt. Selecteer de locatie voor opslag in de het mappenoverzicht (1).
MOVIE ENHANCER QuickTime moet op uw computer aanwezig zijn om de Movie Enhancer te laten werken. Kijk op blz. 7 voor QuickTime en de systeemeisen. Wilt u een filmbestand openen, dubbelklik dan simpelweg op de thumbnail ervan in het venster van de DiMAGE Viewer. Gebruik de knoppen onderaan het scherm om films af te spelen. Gebruik uitsluitend filmbestanden in MOV of AVI formaat.
Flicker-correctie De Movie Enhancer kan het flicker-effect in 640 X 480 (VGA) of kleinere filmbestanden verminderen. Het “general” (algemeen) flicker-effect komt in gelijke mate over het gehele beeld voor. “Localized” (plaatselijke) flicker manifesteert zich alleen in een bepaald deel van het beeld; een scene met daglicht en fluorescentielicht zal vaak alleen flicker-effecten geven in het deel dat met fluorescentielicht wordt verlicht.
MOVIE ENHANCER Beeldbestanden monteren Met de Movie Enhancer kunt u filmclips samenvoegen, secties uit een filmclip knippen of delen van een filmclip naar een andere filmclip kopiëren, via het Edit-menu. Open het gewenste filmbestand in het hoofdvenster met het File-menu. Filmclips splitsen 1 2 Klik op de eerste filmclip om hem te selecteren. De transportschuif moet donker zijn (1). Is dat niet het geval, gebruik dan de Select All optie om de schuif donker te maken.
Secties van ene film naar de andere film kopiëren 1 2 Gebruik de transportschuif om het begin van de over te brengen sectie in de eerste film aan te geven. Houd de Shift-toets ingedrukt en sleep de transportschuif om de beelden in de sectie te markeren (1) • De transportschuif wordt donker om de geselecteerde sectie aan te geven. Klik op een grijs deel van de schuifbalk om een selectie op te heffen. Selecteer de optie Copy Frame in het Edit-menu.
MOVIE ENHANCER Filmbeelden corrigeren De beeldkwaliteit van een 640 X 480 (VGA) of kleinere filmclip kan worden geregeld. Als zowel flicker-correctie als beeldcorrectie op dezelfde filmclip worden toegepast dient u de flicker-correctie eerst uit te voeren. Wordt de film in de Movie Enhancer vertoond, selecteer dan de optie Image Correction in het Correction-menu om het palet te openen. Het drop-down-menu bovenin het venster schakelt om tussen de basic en de advanced setuppaletten.
Met “Color” regelt u de kleurzweem in een beeld. Hoe hoger de instelling, des te sterker wordt de kleurbalans naar normaal verschoven. Met “:Contrast”: regel u de relatieve helderheidsniveaus. Hoe hoger het niveau, des te lichter zijn de hoge lichten en des te donkerder zijn de schaduwen. ‘Saturation” regelt de intensiteit van de kleuren, “Sharpness” de verscherping van details en “Brightness” regelt hoe licht een beeld wordt weergegeven.
GEAVANCEERDE SETUP De viewer aan uw behoeften aanpassen – Voorkeuren In het venster Preferences (Voorkeuren) kunt u opgeven welk programma foto’s, films en audiobestanden moet openen. Selecteer de optie Preferences in het File-menu om het venster te openen. Bij Default Application Setup ziet u met welke software bepaalde bestanden worden geopend. Wordt er in de DiMAGE Viewer op een bestand dubbel geklikt, dan wordt het bestand met het daar opgegeven programma geopend.
De functie Create Application Link koppelt een ander programma aan de DiMAGE Viewer. Wanneer de link wordt gemaakt verschijnt de thumbnail van het programma in het thumbnail-venster Wilt u de link aanmaken, klik dan op de View-knop; het Open-venster verschijnt. Selecteer het nieuwe programma en klik op de Open-knop. Het bestandspad verschijnt in het Voorkeuren-venster. Klik op de Link-knop. Klik op OK om de handeling af te ronden. De icoon van het programma verschijnt in het veld onder de mapindeling.
GEAVANCEERDE SETUP Kleurafstemming (Color matching) – Kleurvoorkeuren Elk output-apparaat (monitor of printer) definieert kleur en contrast anders. Om een nauwkeurige weergave te bereiken moet de output-kleurruimte worden gedefinieerd. Kleurafstemming wordt gebruikt voor professioneel color management. Het is niet nodig voor eenvoudige thuistoepassingen. Selecteer de optie Color Preferences in het File-menu om het venster te openen. Klik het vakje Color Matching On aan.
Apple RGB - Veel gebruikt in DTP. Dit is de standaard kleurruimte in veel algemene grafische- en ontwerp-programma’s, zoals Adobe Illustrator, Photoshop, enz. SMPTE-C - De huidige televisie broadcast-standaard die in de Verenigde Staten wordt gebruikt. PAL/SECAM - De huidige televisiestandaard in Europa. ColorMatch RGB - Deze standaard heeft een grote kleurruimte en is ideaal voor gebruik in combinatie met Radius Press View monitors, die veel worden gebruikt in de prepress-produktie.
GEAVANCEERDE SETUP Werken met apparatuurgebonden ICC-profielen Specifieke monitor- en printer-ICC-profielen kunt u met de DiMAGE Viewer gebruiken. Selecteer de optie Color Prefererences in het File-menu op het venster te openen. Activeer het vakje Color Matching On. Klik op de knop Monitor ICC Profile Loadknop of de Printer ICC Profile Load-knop om het Open-veneter te openen. • Elk profiel moet apart worden geladen. Lokaliseer het ICC-profiel voor het specifieke apparaat.
Als ze goed zijn geladen verschijnen de ICC-profielen in het venster Color Preferences. U kunt de profielen tijdelijk uitschakelen door op de vakje van de monitor of printer ICC profielen te klikken. ICC-profielen van specifieke monitors of printers zijn verkrijgbaar bij de fabrikant. Doorgaans kunt u ze downloaden van de website van de fabrikant. Kijk in de gebruiksaanwijzing van het betreffende apparaat voot instructies voor het installeren van het ICC-profiel.
GEAVANCEERDE SETUP Aangehechte camera-kleurruimteprofielen Bepaalde Minolta digitale camera’s, zoals de DiMAGE 7Hi, kunnen het kleurprofiel van de camera voor kleurafstemming aan het beeldbestand hechten. De kleurinstelling van de camera bepaalt het profiel: sRGB, gebruikt bij Natural en Vivid Color, of Adobe RGB.
©2003 Minolta Co., Ltd. under the Berne Convention and the Universal Copyright Convention.