Operation Manual

41
Inleiding tot kleur
In de fotografie zijn rood, groen en blauw pri-
maire kleuren. De secondaire kleuren, cyaan,
magenta en geel ontstaan uit het combineren
van primaire kleuren: cyaan = blauw + groen,
magenta = blauw + rood, en geel = rood +
groen. De primaire en secundaire kleuren zijn
gegroepeerd in complementaire paren: rood
en cyaan, groen en magenta, eb blauw en
geel.
Verhogen of verlagen van gelijke hoeveelheden van rood, groen en blauw heeft geen gevolgen
voor de kleurbalans. Het kan echter wel de algehele helderheid en het contrast beïnvloeden.
Voor de kleurbalans van een beeld hebt u normaal gesproken niet meer dan twee kanalen nodig.
Regelen van de kleurbalans is een vaardigheid die groeit door oefening. Het menselijk oog is erg
goed in het maken van vegelijkingen, maar als het gaat om vaststelling van kleuren is het maar
een matig werkend instrument. Zeker in het begin om het verschil te bepalen tussen blauw en
cyaan, en tussen rood en magenta. Aan de andere kant is het zo dat het uitvoeren van een ver-
keerde kleurcorrectie het beeld nooit kan verbeteren: blauw verminderen in een beeld dat teveel
cyaan vertoont leidt tot een groene zweem over het beeld.
Het beeld is te
ROOD
GROEN
BLAUW
CYAAN
MAGENTA
GEEL
Verminder de hoeveelheid groen
Verminder de hoeveelheid blauw.
Verhoog de hoeveelheid rood.
Verhoog de hoeveelheid groen.
Verhoog de hoeveelheid blauw.
Verminder de hoeveelheid rood.
Kennis van de complementaire kleuren is belangrijk voor het bepalen van de kleurbalans. Heeft
het beeld een bepaalde kleurtoon, dan kunt u een natuurlijke kleur bereiken door de kleur te ver-
minderen of door de complementaire te versterken.
R00D
GROEN
BLAUW
CYAAN
MAGENTA
GEEL