Operation Manual
12
BENAMING VAN DE ONDERDELEN
KEUZEKNOP
Automatische opnamestand (blz. 20)
Multifunctionele opnamestand (blz. 48)
Weergavestand (blz. 66)
Filmopnamestand (blz. 64)
Setup-stand(blz. 83)
Overspeelstand (blz. 92)
ZOEKER
Scherpstelsignaal (groen)
Flitssignaal (oranje)
Scherpstelkader
De keuzeknop geeft snel
en direct toegang tot de
belangrijkste gebruiks-
standen van de camera;
hij fungeert ook als
hoofdschakelaar.
Doordat de optische zoeker en het objectief op enige afstand van elkaar zitten, stemmen de beelden
die ze vormen niet honderd procent overeen; dit verschijnsel wordt parallax genoemd. Op korte
afstanden kan de parallax leiden tot verkeerde beelduitsneden; de afwijking is sterker naarmate er
meer wordt ingezoomd. Is het onderwerp dichter bij dan 1 m (groothoekstand) of 3 m (telestand),
gebruik dan de LCD-monitor om de beelduitsnede te bepalen; omdat het objectief het beeld vormt
dat op de monitor verschijnt treedt er geen parallax op.