NL Gebruiksaanwijzing 9222-2744-15 IM-A402/0403
Voordat u begint Gefeliciteerd met uw aanschaf van dit Konica Minolta product. Neem de tijd deze gebruiksaanwijzing goed door te lezen, zodat u alle mogelijkheden van uw nieuwe digitale camera ten volle kunt benutten. Controleer de paklijst voordat u dit product gaat gebruiken. Ontbreekt er iets, neem dan contact op met uw handelaar.
Correct en veilig gebruik Lithium-ion batterijen De DiMAGE G600 werkt met een kleine, maar krachtige lithium-ion batterij. Verkeerd gebruik van de lithium-ion batterij kan schade of letsel veroorzaken als gevolg van brand, elektrische schokken en chemische lekkage. Lees en begrijp alle waarschuwingen voordat u met de batterij gaat werken. GEVAAR • Veroorzaak geen kortsluiting, neem de batterij niet uit elkaar en beschadig of modificeer hem niet.
Algemene gebruikswaarschuwingen Neem onderstaande waarschuwingen aangaande het gebruik van digitale camera’s en accessoires goed door. WAARSCHUWING • Gebruik alleen het in deze gebruiksaanwijzing opgegeven batterijtype. • Gebruik uitsluitend de opgegeven lader of netvoedingsadapter binnen het voltagebereik dat op het apparaat staat. Gebruik van een verkeerde adapter of een verkeerd voltage kan leiden tot schade of letsel als gevolg van brand of elektrische schokken.
• Gebruik deze producten niet in een vochtige omgeving, en bedien ze niet met natte handen. Treedt er vloeistof binnen, verwijder dan onmiddellijk de batterij of ontkoppel de netvoeding, en stop het gebruik. Voortgaand gebruik van een product dat aan vloeistoffen is blootgesteld kan schade of letsel door vuur of elektrische schokken veroorzaken. • Gebruik deze producten niet in de nabijheid van ontvlambare gassen of vloeistoffen als benzine, wasbenzine of thinner.
LET OP • Gebruik of bewaar deze producten niet in een warme of vochtige omgeving, zoals het dashboardkastje of de bagageruimte van een auto. Het kan schade aan de camera, de lader en de batterij veroorzaken, en kan leiden tot brandwonden of ander letsel door hitte, brand, explosie of lekkage van batterijvloeistof. • De temperatuur van camera, lader en batterij stijgt na langer gebruik. Pas op voor aanraking van heet geworden onderdelen.
Op het product kunt u de volgende merktekens tegenkomen: Dit teken op uw camera geeft aan dat het voldoet aan de eisen van de EU (Europese Unie) op het gebied van apparatuur die storing kan veroorzaken. CE staat voor Conformité Européenne (Europese Conformiteit). This Class B digital apparatus complies with Canadian ICES-003. FCC Compliance Statement Declaration on Conformity Responsible Party: Konica Minolta Photo Imaging U.S.A. Inc.
Inhoud In het hoofdstuk Voorbereiding leest u hoe u de camera gebruiksklaar maakt. U vindt daar complete informatie over de stroombronnen en de opslagkaarten. De standaard handelingen voor gebruik van de camera worden behandeld onder Opname - basishandelingen op blz. 22 tot 30 en onder Weergave - basishandelingen op blz. 32 tot 34. Lees de complete tekst over het overspelen voordat u de camera op een computer of een printer aansluit. Veel van de functies van deze camera worden geregeld via menu’s.
Weergave - basishandelingen ..............................................................................................................32 Scherm enkelvoudige weergave .............................................................................................32 Beelden bekijken .....................................................................................................................33 Beelden wissen ..............................................................................................
Weergave – geavanceerde handelingen ..............................................................................................55 Films en audio afspelen ..........................................................................................................55 Navigeren door het weergavemenu ........................................................................................56 Beeldselectiescherm .......................................................................................................
Data-overspeelstand............................................................................................................................83 Systeemeisen ..........................................................................................................................83 Camera op een computer aansluiten......................................................................................84 Aansluiting met Windows 98 en 98SE .......................................................................
Benaming van de onderdelen * Deze camera is een geavanceerd optisch instrument. Denk eraan de gemarkeerde onderdelen goed schoon te houden. Lees ook de informatie over opslag en onderhoud achterin deze gebruiksaanwijzing (blz. 99). Ontspanknop Flitser (blz. 28) Flitssensor Objectief* Zelfontspannerlampje (blz. 30) Statiefaansluiting Deurtje batterij/kaartruimte (blz.
Weergavetoets (blz. 32) Display-toets (blz. 27, 33) Wistoets (blz. 33) Zoeker* Signaallampjes Zoomtoetsen (blz. 23) Oogje draagkoord (blz.
Aan de slag Laden van de batterij Voordat u de camera kunt gebruiken moet de lithium-ion batterij worden opgeladen. Lees voordat u de batterij oplaadt de waarschuwingen op blz. 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Laad de batterij uitsluitend met behulp van de meegeleverde lader. Het is het beste de batterij voor elke opnamesessie op te laden. Kijk op blz. 100 voor batterij-onderhoud en opslag. Steek het netsnoer in de lader (1). Steek het andere eind van het snoer in een stopcontact.
Plaatsen van een batterij Deze digitale camera maakt gebruik van een NP600 lithium-ion batterij. Lees voordat u de batterij gebruikt de waarschuwingen op blz 3 en 4 van deze gebruiksaanwijzing. Gaat u de batterij verwisselen, zet dan de camera uit. Schuif het deurtje van de batterijruimte naar de zijkant van de camera om het deurtje te ontgrendelen (1). Open het deurtje. 1 Plaats de batterij (2).
Aanduiding batterijconditie Deze camera is uitgerust met een automatisch verschijnende aanduiding voor de batterijconditie. De aanduiding verschijnt linksonder in de LCD-monitor wanneer de camera wordt aangezet. Batterij vol - de batterij is volledig opgeladen. Batterij bijna leeg. De batterij moet zo snel mogelijk worden opgeladen. Is er onvoldoende energie om de camera te laten werken, dan zullen beide lampjes naast de zoeker knipperen. De monitor zal niet worden ingeschakeld.
Netstroomadapter (apart leverbaar) Zet de camera uit voordat u op een andere stroombron overgaat. Met de lichtnetadapter kunt u de camera vanuit het lichtnet van stroom voorzien. Gebruik van een lichtnetadapter is aan te raden wanneer de camera op de computer wordt aangesloten en bij intensief gebruik. Lichtnetadapter AC-8U is bestemd voor gebruik in Noord-Amerika, Taiwan and Japan; AC-8GB is voor het Verenigd Koninkrijk en Hong Kong; AC-8C is voor China; AC-8E is voor alle overige gebeiden.
Plaatsen en verwijderen van een geheugenkaart Gaat u een geheugenkaart verwisselen, zet dan eerst de camera uit en verzeker u ervan dat de lampjes uit zijn; anders kan de kaart beschadigd raken en kan beeldinformatie verloren gaan. Om de camera te gebruiken moet er een SD (Secure Digital)-geheugenkaart, eenf MultiMediakaart of een memory Stick in zijn geplaatst. Zit er geen kaart in de camera, dan verschijnt de “nocard” waarschuwing op de LCD-monitor.
Over geheugenkaarten De responstijd bij opname en weergave is met een MultiMediaCard langer dan bij gebruik van een SD geheugenkaart. Dat is geen mankement; het is het gevolg van de technische eigenschappen van de kaarten. Gebruikt u kaarten met een grote capaciteit, dan zullen sommige bewerkingen, zoals bijvoorbeeld wissen, meer tijd in beslag nemen. SD-geheugenkaart SD geheugenkaarten en Memory Sticks hebben een beveiligingsschuifje, waarmee kan worden voorkomen dat beeldinformatie wordt gewist.
Camera aan- en uitzetten Schuif de objectiefschuif in de aangegeven richting om de camera aan te zetten; het objectief komt automatisch naar buiten. Tijdens het naar buiten schuiven mag u het objectief niet aanraken of tegenhouden. Wilt u de camera uitzetten, duw dan de objectiefschuif naar het objectief toe; het objectief schuift dan automatisch naar binnen. Wanneer het objectief geheel naar binnen is geschoven kunt u de schuif sluiten.
Taal, datum en tijd instellen Wordt de camera voor het eerst gebruikt, dan moeten de menutaal, de klok en de kalender van de camera worden ingesteld. Met de vierwegtoetsen van de stuureenheid verplaatst u de cursor en vermindert u instellingen. Door op de menutoets te drukken worden instellingen bevestigd. Gebruik de op/neer-toetsen om de taal in te stellen. LANGUAGE JAPANESE Druk op de menu-toets om verder te gaan. Er verschijnt een bevestigingsscherm.
Opname – Basishandelingen Hier vindt u informatie over de basis-opnamehandelingen. Op blz. 14 tot en met 21 leest u hoe u de camera gebruikskaar maakt. Vasthouden de camera Bekijk het beeld op de LCD-monitor of in de zoeker en houd de camera stevig met uw rechterhand vast terwijl u hem met de linkerhand ondersteunt. Houd uw ellebogen in de zij en zet uw voeten iets uit elkaar. Zo staat u ontspannen en stabiel en kunt u de camera goed stilhouden.
Zoomobjectief gebruiken Deze camera is uitgerust met een 8 - 24 mm zoomobjectief. Het bereik is vergelijkbaar met met 39 tot 117 mm op een kleinbeeldcamera. Het objectief wordt aangestuurd met de zoomtoetsen achterop de camera. Het effect van de optische zoom is zichtbaar in de zoeker en de monitor. Om in te zoomen drukt u op de telezoomtoets. Om uit te zoomen drukt u op de groothoek-zoomtoets. Met de digitale zoomfunctie kunt u het zoombereik van het objectief vergroten.
Standaard opnamehandelingen Richt het AF-veld op het onderwerp. Voor onderwerpen buiten het beeldcentrum kunt u de scherpstelvergrendeling (blz. 26) gebruiken. Is het onderwerp dichterbij dan 1 m in de groothoekstand of 3 m in de telestand, gebruik dan de LCDmonitor om de beelduitsnede te bepalen. 1 Druk de ontspanknop half in (1) om scherpstelling en belichting te vergrendelen.
Scherpstelvergrendeling Gebruik de scherpstelvergrendeling wanneer u te maken hebt met een compositie waarin het onderwerp zich buiten het midden en dus buiten het AF-veld bevindt. Scherpstelvergrendeling kan ook worden gebruikt in speciale situaties waarin de camera niet goed kan scherpstellen (blz. 26). De scherpstelvergrendeling werkt via de ontspanknop. Informatie over continu-transport met scherpstelvergrendeling vindt u op blz. 80. Plaats het onderwerp binnen het AF-veld.
Scherpstelsignalen Uw camera is uitgerust met een snel en accuraat autofocus-systeem. De scherpstel-status wordt aangegeven met het groene lampje naast de zoeker. Er kan altijd een opname worden gemaakt, ongeacht of de camera kan scherpstellen of niet. Scherpstelling in orde - het groene lampje naast de zoeker brandt. De scherpstelling is vergrendeld. Scherpstelling niet mogelijk - het groene lampje naast de zoeker knippert.
Display-toets – Opnamestand De Display-toets regelt wat de LCD-monitor laat zien. Elke keer dat u op de toets drukt wordt een volgende weergave-optie geactiveerd: u kunt kiezen uit complete weergave, alleen beeld, monitor uit. 1 Monitor uit Standaard weergave Alleen live-beeld U kunt het stroomverbruik van de camera verminderen door de LCD-monitor uit te schakelen en de beelduitsnede via de zoeker te bepalen.
Flitsstanden De flitser kan worden gebruikt voor het maken van foto’s. Wilt u de flitsstand selecteren, druk dan op de rechts-toets van de stuureenheid (1) totdat de gewenste flitsstand is verschenen. De actieve flitsstand wordt links bovenin de LCDmonitor weergegeven. 1 Automatisch flitsen - de flitser gaat automatisch af bij weinig licht.
Flitser uit - De flitser gaat bij geen enkele opname af. Gebruik deze stand wanneer flitsen verboden is, wanneer u liever hebt dat het aanwezige licht het onderwerp verlicht of wanneer het onderwerp zich buiten het flitsbereik bevindt. Camera-info Met de optie slow-sync. option van het opname-menu kunt u opgeven wat de langste sluitertijd mag zijn, zodat u kunt regelen in hoeverre bewegingen bij flitsopnamen in onscherpte mogen uitmonden. Kijk op blz. 48 voor meer informatie.
Scherpstelstanden en zelfontspanner U kunt de macro- en de landschapsstand selecteren door op de links-toets van de stuureenheid te drukken (1) totdat de gewenste stand verschijnt. De actieve stand verschijnt in de linker bovenhoek van de LCD-monitor. Macro – voor dichtbij-opnamen. De kortste afstand is afhankelijk van de zoomstand van het objectief. Groothoekstand 6 cm – oneindig Telestand 50 cm – oneindig Is de opnameafstand kleiner dan de afstand tot het begin van het flitsbereik (zie blz.
Zelfontspanner – om zelf op de foto te komen. De zelfontspanner vertraagt de opname met tien seconden. Zet de camera op statief en controleer of het onderwerp binnen het scherpstelbereik valt; de scherpstelling wordt direct voor de opname bepaald. Druk de ontspanknop geheel in om de zelfontspanner te starten. Tijdens het aftellen knippert het zelfontspannerlampje voorop de camera; kort voor de opname gaart het sneller knipperen. De zelfontspanner wordt na de opname uitgeschakeld.
Weergave – basishandelingen Beelden kunnen worden bekeken in de weergavestand. Hier krijgt u informatie over de basishandelingen voor weergave. De weergavestand heeft extra functies, zie blz. 55. Druk op de weergavetoets om de opgenomen beelden te bekijken. U kunt beelden direct vanuit de opnamestand bekijken of wanneer de objectiefschuif is gesloten. Is het objectiefdeksel gesloten, houd dan de weergavetoets een paar seconden ingedrukt totdat de monitor in werking treedt.
Beelden bekijken Gebruik in de weergavestand de links/rechts-toetsen van de stuureenheid (1) om de beelden op de geheugenkaart te doorlopen (scrollen). 1 Beelden wissen Wilt u een weergegeven bestand wissen, of alle beelden op de actieve geheugenkaart, druk dan op de wis-toets. Er verschijnt een bevestigingsvenster. Gebruik de links/rechts-toetsen om de gewenste optie te markeren. “THIS” wist het weergegeven beeld, “ALL” wist alle beelden op het opslagmedium dat bovenaan de monitor wordt vermeld.
Indexweergave Om de opgenomen foto’s in een 9-beeldindex te bekijken drukt u op de groothoek-zoomtoets (1). De beelden zijn per geheugenkaart gegroepeerd. Het opnamenummer van de foto’s wordt weergegeven. 1 Met de stuureenheid verplaatst u het rode kader binnen de index. Wilt u een omkaderd beeld in enkelbeeldweergave bekijken, druk dan op de menu-toets, de telezoomtoets of de ontspanknop.
Opname – geavanceerde handelingen Navigeren door het opnamemenu Navigeren door het menu is eenvoudig. Druk op de menu-toets om het menu te laten verschijnen. Met de toetsen van de stuureenheid bestuurt u de cursor en verandert u de menu-instellingen. Door de menu-toets in te drukken selecteert u menu-opties en legt u instelllingen vast. Druk op de menu-toets om het menu te activeren. RESOLUTION MOVIE ON EXPOSURE Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de menu-opties te doorlopen.
Resolutie – beeldgrootte en compressie De beeldgrootte en de compressieverhouding stelt u in met de resolutie-optie van het opnamemenu. Kijk bij navigeren door het opnamemenu, blz. 35. Verandering van de beeldgrootte is van invloed op het aantal pixels in de opname. Hoe groter het beeld, des te groter is het bestand.
De nieuwe beeldgrootte en compressie-instelling verschijnen in het live monitorbeeld. Compressie Beeldgrootte Wordt de resolutie gewijzigd, dan is er op de opnameteller te zien hoeveel opnamen er bij benadering bij deze instellingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen. Het aantal beelden dat u op een geheugenkaart kunt opslaan wordt bepaald door de capaciteit van de kaart en de bestandsgrootte van de opnamen; u kunt echter niet meer dan 999 beelden op een geheugenkaart opslaan.
Filmopname Deze camera kan filmclips opnemen van maximaal 30 seconden 320x240 digitale video met geluid op circa 180 KB/s. Filmopname wordt geactiveerd in het opnamemenu, zie de tekst over navigeren door het opnamemenu op blz. 35. De digitale zoom kan niet worden gebruikt, de monitor kan niet worden uitgeschakeld. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Movie-optie te markeren. RESOLUTION MOVIE ON EXPOSURE WHITE BALANCE Druk op de rechts-toets om verder te gaan.
Belichtingscorrectie Met de belichtingscorrectie kunt u ervoor zorgen dat de opname lichter of donkerder wordt, over een bereik van ±1,5 LW (lichtwaarde) in stappen van 1/3 LW. De belichtingscorrectie wordt ingesteld in het opnamemenu (blz. 35). Kiest u een andere waarde dan 0.0, dan blijft de correctiewaarde als waarschuwing zichtbaar in de linker bovenhoek van de LCD-monitor. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Exposure-optie te markeren.
Witbalans Met de witbalans-instelling kan de camera bij verschillende soorten licht voor een neutrale kleurweergave zorgen. Er is één automatische witbalans-instelling en er zijn vier vaste witbalansinstellingen beschikbaar. De witbalans-instelling wordt geregeld in het opname-menu (blz. 35). De automatische witbalans voert correcties uit om een tafereel een neutrale kleurbalans te geven. In de meeste gevallen kunt u de automatische witbalans uitstekend gebruiken.
Lichtmeetmethoden (AE) Met de stand AE bepaalt u de wijze van lichtmeting. De instelling vindt plaats in het opnamemenu (blz. 35). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de AE-optie te markeren. RESOLUTION MOVIE ON EXPOSURE WHITE BALANCE Druk op de rechts-toets om verder te gaan. AE RETURN Gebruik de op/neer-toetsen om de nieuwe instelling te selecteren. SELECT AE SET CENTER SPOT Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien.
Zwart-wit (Monochrome) Met de optie Monochrome maakt u zwart-witbeelden. Met de stand B&W krijgt u neutrale zwart-witbeelden. De stand Sepia geeft warmgetinte zwart-witbeelden. U maakt de keuze in het opnamemenu (blz. 35). Het live-beeld van de monitor geeft het beeld volgens de gekozen stand weer. De stand monochrome heeft geen gevolgen voor de bestandsgrootte. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Monochrome-optie te markeren. MONOCHROME DIGITAL ZOOM MONITOR ADJ.
Digitale zoom De digitale zoom wordt geactiveerd in het opname-menu (blz. 35). De digitale zoom verlengt het telebereik van de optische zoom met 2x en 3x. Hoewel de met digitale zoom opgenomen beelden worden geïnterpoleerd om de beeldgrootte aan te houden, kan de beeldkwaliteit mogelijk ongelijk zijn aan die van beelden zonder digitale zoom; hoe sterker de digitale zoom, des te lager is de beeldkwaliteit. De werking van de digitale zoom is alleen zichtbaar op de LCD-monitor.
Monitor aanpassen (Monitor adj.) Kleur en helderheid van de monitor zijn instelbaar in het opnamemenu (blz. 35) en het weergavemenu (blz. 56). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de optie Monitor adj. in het opname- of weergavemenu te markeren. MONOCHROME DIGITAL ZOOM MONITOR ADJ. VOICE Druk op de rechts-toets om verder te gaan. ADD REC RETURN Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om het helderheidskanaal te kiezen (wit vakje), of het rode, groene of blauwe kanaal.
Spraakopname (Voice) U kunt maximaal 30 seconden audio opnemen. Spraakopname wordt geactiveerd in het opnamemenu, kijk bij navigeren door het opnamemenu, blz 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Voice-optie te markeren. MONOCHROME DIGITAL ZOOM MONITOR ADJ. VOICE Druk op de rechts-toets om verder te gaan. ADD REC RETURN SELECT SD Druk op de ontspanknop om de opname te starten; de opnameduur verschijnt op de monitor.
Audio-opname toevoegen (Add rec) U kunt circa 30 seconden audio aan een foto toevoegen. Deze functie wordt geactiveerd met het opname- of weergavemenu. Kijk bij Navigeren door het opnamemenu of weergavemenu op blz. 35 resp. 56. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de optie Add-rec in het opname- of weergavemenu te markeren. MONOCHROME DIGITAL ZOOM MONITOR ADJ. VOICE Druk op de rechts-toets om verder te gaan.
Audio-opname wissen U kunt een bij een foto behorende audio-opname wissen. Deze functie wordt geactiveerd in het opnamemenu (blz. 35) of weergavemenu (blz. 56). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de optie Add-rec in het opname- of weergavemenu te markeren. MONOCHROME DIGITAL ZOOM MONITOR ADJ. VOICE Druk op de rechts-toets om verder te gaan. ADD REC RETURN Gebruik de links/rechts-toetsen om de foto te selecteren waarvan u het geluid wilt wissen.
Begrenzing lange sluitertijden (Slow shutter) Hier kunt u opgeven wat de langste sluitertijd is die bij automatische belichtingsregeling kan worden gekozen. Deze functie vindt u in het opnamemenu; zie ook Navigeren door het opnamemenu, blz. 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de optie Slow-shutter te markeren. SLOW SHUTTER MAN EXPOSURE ON QUALITY SETUP Druk op de rechts-toets om verder te gaan.
Handmatige belichtingsregeling Bij foto’s kan de belichting door de fotograaf zelf worden bepaald, in plaats van door de camera. Het sluitertijdenbereik is 15 tot 1/1000 seconde. Deze functie vindt u in het opnamemenu, zie ook Navigeren door het opnamemenu, blz. 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de optie Man-exposure te markeren. SLOW SHUTTER MAN EXPOSURE ON QUALITY SETUP Druk op de rechts-toets om verder te gaan.
Kwaliteit (Quality) Met de optie Quality kunt u de cameragevoeligheid en flitscorrectie selecteren en correcties uitvoeren voor kleurverzadiging (saturation), contrast, verscherping (sharpness) en kleur (color). De kleurinstellingen gelden ook voor films. Deze optie vindt u in het opnamemenu, blz. 35. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de optie Quality te markeren. SLOW SHUTTER MAN EXPOSURE ON QUALITY SETUP Druk op de rechts-toets om verder te gaan.
Cameragevoeligheid – ISO speed Voor foto’s kunt u kiezen uit vijf cameragevoeligheidsinstellingen. De auto-stand past de cameragevoeligheid automatisch aan de lichtomstandigheden aan, tussen ISO 50 en ISO 200. De cameragevoeligheid kunt u ook zelf instellen. U kunt kiezen uit ISO 50, 100, 200 en 400. De numerieke waarden zijn gebaseerd op ISO-equivalenten. Als de ISO-waarde verdubbelt wordt de cameragevoeligheid verdubbeld.
Kleurverzadiging (Saturation) Met de kleurverzadiging bepaalt u hoe sterke de kleuren van een beeld worden weergegeven. De verzadiging is instelbaar op 5 niveaus, met de quality-optie van het opnamemenu (blz. 50). Contrast Het contrast is bepalend voor de toonschaal van een foto. Contrast is instelbaar in vijf niveaus met de optie Quality van het opnamemenu (blz. 50).
Kleur (Color) De rode, groene en blauwe kleurkanalen zijn regelbaar in vijf niveaus, met de Quality-optie van het opnamemenu (blz. 50). Veranderingen zijn zichtbaar in het live-beeld. Over het gebruik van kleur In de fotografie zijn rood, groen en blauw primaire kleuren. De secondaire kleuren, cyaan, magenta en geel ontstaan uit het combineren van primaire kleuren: cyaan = blauw + groen, magenta = blauw + rood, en geel = rood + groen.
Fotografische basisprincipes Fotograferen is een waardevolle en aangename bezigheid. Met de moderne cameratechniek wordt u gelukkig veel meet- en regelwerk uit handen genomen. Kennis van de nu volgende basisprincipes zal u helpen uw foto's nog meer naar uw hand te zetten. De stand van het zoomobjectief is niet alleen bepalend voor de grootte van het onderwerp in beeld, het is ook van invloed op scherptediepte en perspectief.
Weergave – geavanceerde handelingen In dit hoofdstuk wordt behandeld hoe u uw opnamen met uw camera kunt bekijken. De basishandelingen voor weergave vindt u op de bladzijden 32 t/m 34. Gedetailleerde beschrijvingen van de instellingen van het weergave-menu vindt u in de tekst over de navigatie door het weergave-menu. Films en audio afspelen Filmclips (blz. 38) en audio (blz. 45, 46) kunnen worden afgespeeld in de weergavestand.
Navigeren door het weergavemenu Navigeren door het menu is eenvoudig. U roept het menu op door op de menu-toets te drukken. Met de stuureenheid verplaatst u de cursor en verandert u menu-instellingen. Met indrukken van de menutoets selecteert u menu-opties en bevestigt u instellingen. Druk op de menu-toets om het weergavemenu te activeren. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. blz. INDEX COPY DELETE Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de menu-opties te doorlopen.
Beeldselectiescherm Wanneer kiezen uit meerdere bestanden nodig is verschijnt het beeldselectiescherm. Met de stuureenheid plaatst u het rode selectiekader rond het te selecteren beeld. De volgende aanduidingen kunnen verschijnen: Filmbestand Audio toegevoegd Spraakopname Druk op de menu-toets om het bestand te selecteren; geselecteerde bestanden hebben een gele rand. Is een bestand gemarkeerd met een gele rand, dan kunt u de selectie opheffen door opnieuw op de menu-toets te drukken.
Kopiëren (Copy) pU kunt bestanden van de ene naar de andere geheugenkaart kopiëren. Om deze optie in het weergavemenu te kunnen kiezen moeten er twee geheugenkaarten in de camera zitten. Controleer voordat u begint of de bestemmingskaart voldoende opslagruimte heeft. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Copy-optie te markeren. INDEX COPY DELETE MONITOR ADJ. Druk op de rechts-toets om verder te gaan. DPOF RETURN Gebruik de op/neer-toetsen om optie Copy of Unit te kiezen.
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te markeren. Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureenheid wordt het kopiëren gestopt. COPY COPY SD UNIT SELECT MS ENTER CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectiescherm geopend. Selecteer de te kopiëren beelden door er een rode rand omheen te plaatsen en op de menu-toets te drukken; de selectie wordt bevestigd met een gele rand.
Wissen (Delete) Met wissen verwijdert u een bestand permanent. Een gewist document kan niet worden teruggehaald. Let goed op als u beeldbestanden wist. U kunt enkele, meerdere of alle bestanden van een specifieke geheugenkaart wissen via het weergavemenu (blz. 56). Met de wisfunctie kunt u alleen onbeveiligde bestanden wissen. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Delete-optie te markeren. INDEX COPY DELETE MONITOR ADJ. Druk op de rechts-toets om verder te gaan.
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te markeren. Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureenheid wordt het wissen gestopt. DELETE MEDIA SD UNIT SELECT ENTER CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectiescherm geopend. Selecteer de te wissen beelden door er een rode rand omheen te plaatsen en op de menu-toets te drukken; de selectie wordt bevestigd met een gele rand.
DPOF Met DPOF (Digital Print Order Format) kunt u foto’s rechtstreeks vanuit uw digitale camera printen. Na aanmaken van een DPOF-bestand kunt u de geheugenkaart in een DPOF-compatible printer steken of wegbrengen naar een printservice die DPOFgebruik mogelijk maakt. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de DPOF-optie te markeren. INDEX COPY DELETE MONITOR ADJ. Druk op de rechts-toets om verder te gaan. DPOF RETURN Gebruik de op/neer-toetsen om optie Media, Unit of Date te markeren.
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te markeren. Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureenheid wordt de DPOF-routine gestopt. DPOF MEDIA SD UNIT SELECT DATE ALL ON ENTER CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectiescherm geopend. Selecteer de te printen beelden door er een rode rand omheen te plaatsen en op de menu-toets te drukken; de selectie wordt bevestigd met een gele rand.
Beveiliging (Protect) U kunt belangrijke bestanden beveiligen. Een beveiligd bestand kan door geen van de wisfuncties van de camera worden gewist. De formatteerfunctie (blz. 71) wist echter alle bestanden, of ze nu vergrendeld zijn of niet. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Protect-optie te markeren. RESIZE PROTECT MOVE SLIDE SHOW Druk op de rechts-toets om verder te gaan. ADD REC. RETURN Gebruik de op/neer-toetsen om de Media of Unit-optie te selecteren.
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te markeren. Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureenheid wordt beveiligen gestopt. PROTECT MEDIA SD UNIT SELECT ENTER CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectiescherm geopend. Selecteer de te beveiligen beelden door er een rode rand omheen te plaatsen en op de menu-toets te drukken; de selectie wordt bevestigd met een gele rand.
Verplaatsen (Move) Onbeveiligde bestanden kunnen van de ene naar de andere kaart in de camera worden verplaatst. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Move-optie te markeren. RESIZE PROTECT MOVE SLIDE SHOW Druk op de rechts-toets om verder te gaan. ADD REC. RETURN Gebruik de op/neer-toetsen om de Move- of Unit-optie te markeren. Druk op de rechts-toets om de instellingen te bekijken. Gebruik de op/neer-toetsen om de nieuwe instelling te markeren.
Gebruik de op/neer-toetsen om de Enter-optie te markeren. Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien. Met de links-toets van de stuureenheid wordt het verplaatsen gestopt. MOVE MOVE SD UNIT SELECT MS ENTER CANCEL SELECT Werd de Unit-optie Select gekozen, dan wordt het beeldselectiescherm geopend. Selecteer de te verplaatsen beelden door er een rode rand omheen te plaatsen en op de menu-toets te drukken; de selectie wordt bevestigd met een gele rand.
Grootte-aanpassing (Resize) U kunt een foto verkleinen tot een VGA (640 X 480) of QVGA (320 X 240) JPEG-kopie, die makkelijk per e-mail kan worden verzonden. De compressieverhouding voor verkleine beelden verschijnt bij afspelen niet. De Resize-functie vindt u in het weergavemenu (blz. 56). Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Resize-optie te markeren. RESIZE PROTECT MOVE SLIDE SHOW Druk op de rechts-toets om verder te gaan. ADD REC.
Diashow (Slide show) U kunt de bestanden op de geheugenkaarten automatisch in volgorde laten weergeven; elke foto verschijnt circa 2 seconden. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Slide-show-optie te markeren. RESIZE PROTECT MOVE Druk op de rechts-toets van de stuureenheid om het afspelen van de diashow te starten. SLIDE SHOW ADD REC. RETURN SELECT Druk op de menu-toets als u de diashow wilt stoppen.
Setup menu Navigeren door het setup-menu U kunt het setup-menu openen vanuit het opname- en het weergavemenu. Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de Setup-optie te markeren. SLOW SHUTTER MAN EXPOSURE ON QUALITY Druk op de rechts-toets van de stuureenheid om het menu te openen. SETUP RETURN Navigeren door het menu is eenvoudig. Met de toetsen van de stuureenheid bestuurt u de cursor en verandert u de menu-instellingen.
Formatteren (Format) Formatteert u een geheugenkaart, dan wordt alle informatie die erop staat gewist. Met de formatteerfunctie wist u alle informatie op de geheugenkaart. Breng voordat u een kaart formatteert de informatie die erop staat over naar de computer of een ander opslagmedium. Beveiligen van beeldbestanden geeft geen bescherming tegen verlies bij formatteren. Formatteer de geheugenkaart altijd met de camera; formatteer een kaart nooit vanuit de computer.
Instellen van het opnamemenu U kunt kiezen tussen een eenvoudig (Basic) en een uitgebreid (Details) opnamemenu. Op blz. 35 ziet u de uitgebreide menu-opties. Selecteer de optie Rec menu in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om het menutype te markeren. REC MENU SET BASIC DETAILS Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien. Met de links-toets heft u de handelingen op.
Directe weergave (Quick view) Met directe weergave wordt de foto direct na de opname circa drie seconden lang automatisch vertoond. Selecteer de optie Quick View in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om On (aan) of Off (uit) te markeren. QUICK VIEW SET ON OFF Gebruik de rechts-toets of de menu-toets om de handelingen te voltooien. Met de links-toets heft u de handelingen op. Directe weergave kan voortijdig worden afgebroken door de ontspanknop half in te drukken.
Geluid (Sound) De geluiden die bij de camerabediening worden gebruikt kunnen worden in- en uitgeschakeld. Beep is voor het aftellen van de zelfontspanner en voor waarschuwingen. Effect is voor het scherpstelsignaal en het inschakelen van de camera. Shutter (sluitergeluid) is voor het maken van een foto. Selecteer de optie Sound in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om Beep, Effect, of Shutter te markeren. SOUND BEEP Druk op de rechts-toets om de instellingen te bekijken.
Bestandsnummering terugzetten Is Number Reset (bestandsnummering terugzetten) actief en wordt de geheugenkaart verwisseld of worden alle bestanden gewist, dan krijgt het eerste bestand dat wordt opgeslagen bestandsnummer 0001. Is Number Reset uitgeschakeld, dan krijgt het eerste nummer dat wordt opgeslagen een nummer dat 1 hoger is dan het nummer van het laatst opgeslagen bestand, ongeacht het aantal bestanden op de kaart.
Taal (Language) U kunt zelf de taal voor de menu’s kiezen. Selecteer de optie Language in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om de taal te selecteren. LANGUAGE JAPANESE ENGLISH Druk op de rechts-toets of de menu-toets om verder te gaan. Met de links-toets heft u de handelingen op. FRANCAIS DEUTSCH Gebruik de links/rechts-toetsen om “Yes” te markeren. “No” heft de handeling op. LANGUAGE SET OK? Druk op de menu-toets om het instellen te voltooien.
Persoonlijke instellingen (Custom setup) Met de optie Custom kunt u de camerafuncties aanpassen. Op de volgende pagina vindt u informatie over de instelmogelijkheden. Selecteer de optie Custom in het setup-menu (blz. 70). Gebruik de op/neer-toetsen om een optie te markeren. CUSTOM SET FLASH MACRO Druk op de rechts-toets of de menu-toets om verder te gaan. Druk op de links-toets van de stuureenheid om terug te keren naar het setup-menu.
Opmerkingen over persoonlijke instellingen Kijk voor de wijze van instellingen op de vorige bladzijde. Flitsstanden (Flash) Hier kunt u regelen welke flitsstanden in de opnamestand actief zijn. Er moet minimaal een flitsstand actief blijven. Meer over de flitsstanden op blz. 28. Handmatige scherpstelling en zelfontspanner (Macro) Met deze Custom-optie regelt u welke scherpstel- en zelfontspannerstanden beschikbaar zijn in de opnamestand. Een moet er minimaal actief blijven.
Witbalans (AWB) Druk in de opnamestand op de neer-toets van de stuureenheid om de witbalans te veranderen. Meer over de witbalans op blz. 40. Scherpstelvergrendeling (AF) Druk in de opnamestand de ontspanknop half in om de scherpstelling van de camera te activeren (1). Houd de ontspanknop half ingedrukt en druk op de links-toets van de stuureenheid (2) om de scherpstelling te vergrendelen; de aanduiding voor scherpstelvergrendeling verschijnt bovenaan de monitor.
Continu transport scherpstelvergrendeling Door de ontspanknop ingedrukt te houden laat u de camera een serie opnamen maken. Met deze optie geeft u op of de camera tussen de opnamen van de serie door scherp moet stellen (OFF), of dat hij de scherpstelling vergrendelt op basis van de eerste opname van de serie (ON). Terugzetten op standaard Hiermee zet u de camera terug op z’n standaardinstellingen. Selecteer de standaard-optie (Default) in het setup-menu (blz. 70).
Limiet langste sluitertijd Uit blz. 48 Standaard limiet langste sluitertijd Automatisch flitsen /Invulflits: 1/60 Flitser uit/Nachtportret: 1/8 blz. 48 Handmatige belichtingsregeling Kwaliteit Cameragevoeligheid (ISO) Flitscorrectie Verzadiging Contrast Verscherping Kleur Uit Uit Auto 0.0 0 0 0 Rood, groen en blauw kanaal terug op 0 blz. 49 blz. 51 blz. 51 blz. 51 blz. 52 blz. 52 blz. 52 blz.
Overspeelmethode U dient de overspeelmethode in te stellen afhankelijk van wat er met de foto’s gaat gebeuren: worden ze overgespeeld naar een computer, of worden ze rechtstreeks geprint. De optie Data Storage dient te worden geselecteerd voor het overspelen van beeldinformatie van de camera naar een computer, of voor gebruik van de DiMAGE Viewer software. De optie PictBridge is bedoeld voor rechtstreeks printen vanuit de camera via een PictBridge compatible printer (blz. 92).
Data-overspeelstand Lees dit hoofdstuk zorgvuldig door voordat u de camera op een computer aansluit. Informatie over gebruik en installatie van de DiMAGE Viewer software vindt u in de meegeleverde software-gebruiksaanwijzing. De DiMAGE gebruiksaanwijzingen geven geen informatie over het werken met computers en hun besturingssystemen; kijk daarvoor in de gebruiksaanwijzingen die bij de computer zijn geleverd.
Camera op een computer aansluiten Wanneer u de camera op een computer aansluit moet de batterij volledig geladen zijn. Gebruik van de lichtnetadapter (apart verkrijgbaar) is aanbevolen boven het gebruik van de batterij. Gebruikers van Windows 98 of 98SE dienen eerst de teksten op blz. 85 te lezen over de installatie van de noodzakelijke USB-driver voordat ze de camera op een computer willen aansluiten. 1.Plaats de geheugenkaart in de camera.
Aansluiting met Windows 98 en 98 SE De driver hoeft maar éénmaal te worden geïnstalleerd. Kan de driver niet automatisch worden geïnstalleerd, dan kunt u de installatie handmatig uitvoeren met de wizard voor nieuwe hardware; kijk hiervoor in de instructies op de nu komende bladzijden. Tijdens de installatie dient u de Windows 98 CDROM in de CD-ROM-drive te plaatsen als het besturingssysteem daarom vraagt. Volg daarna verder de instructies op het scherm.
Handmatige installatie Wilt u de Windows 98 driver handmatig installeren, volg dan eerst de instructies voor het aansluiten van de camera op de computer (blz. 84). Sluit u de camera op de computer aan, dan detecteert de computer een nieuw apparaat; de wizard voor nieuwe hardware verschijnt. Plaats de DiMAGE Viewer CD-ROM in de CDROM-drive. Klik op “Volgende” (“Next”). Kies de aanbevolen zoekmethode voor een geschikte driver (stuurprogramma). Klik op “Volgende” (“Next”).
De wizard voor nieuwe hardware zal de locatie van de driver bevestigen. Een van deze drie drivers kan worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf, of USBSTRG.inf. De letter die de CD-ROM-drive aangeeft varieert per computer. Klik op “Next” om de driver in het systeem te installeren. Een van deze drie stuurprogramma’s kan worden gevonden: MNLVENUM.inf, USBPDR.inf of USBSTRG.inf. Het laatste venster bevestigt de installatie van de driver. Klik op “Voltooien” (“Finish”) om de wizard af te sluiten.
Mapindeling op de geheugenkaart Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeldbestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis naar de computer of een map van de computer te slepen. G600-SD Misc DCIM De misc. map bevat DPOF printbestanden (blz. 62). Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer wissen. Formatteer een geheugenkaart nooit vanuit de computer, doe dat altijd met de camera.
Beeld- en geluidsbestandsnamen beginnen met "PICT," gevolgd door een viercijferig bestandsnummer plus een jpg, mov, of wav extensie. Audiobestanden die aan fotos zijn gekoppeld hebben een wav extensie en d’het bestandsnummer correspondeert met die van het beeldbestand. Spraakopnamen hebben ook een wav extensie. De thumbnails (thm) worden geproduceerd bij TIFF beelden en worden alleen door de DiMAGE Viewer software en de camera gebruikt.
Camera van de computer loskoppelen Ontkoppel de camera nooit wanneer de informatie tussen camera en computer wordt uitgewisseld. Windows 98 / 98 Second Edition Controleer of er geen bestanden worden overgespeeld. Ontkoppel de USB-kabel. Windows Me, 2000 Professional en XP Klik om de camera te ontkoppelen eerst op het symbool voor het ontkoppelen van hardware, op de taakbalk. Er verschijnt een klein venster, met daarin het apparaat dat kan worden gestopt.
In het venster verschijnen de apparaten die u kunt stoppen. Markeer het apparaat dat u wilt stoppen en klik op “Stop.” Er verschijnt een bevestigingsscherm met de apparaten die worden gestopt. Door op “OK” te klikken stopt u het apparaat. Een derde en laatste scherm verschijnt; het geeft aan dat de camera veilig kan worden ontkoppeld; klik op “OK”. Zet de camera uit en ontkoppel de USB-kabel.
PictBridge Controleer of de overspeelmethode in het setupmenu is ingesteld op PictBridge. Sluit de camera aan op een PictBridge compatible printer met de USBkabel van de camera. De grote stekker van de camera wordt aangesloten op de printer. Steek de kleine stekker van de kabel in de camera; de camera schakelt zich automatisch in en start de PictBridge verbinding op. Individuele foto’s kunnen in het PictBridge scherm worden geselecteerd voor printen.
Paper size Printer setup 2” x 3” card L 100mmX150mm Postcard 4” x 6” 2L 8” x 10” A4 Letter :move :print Total: 3 Gebruik de op/neer-toetsen van de stuureenheid om de papiergrootte te selecteren. Welke opties beschikbaar zijn verschilt per printer. De optie Printer setup gebruikt de grootte die met de printer is ingesteld. Druk op de menu-toets om met printen te beginnen. 2 1600 Printing... Wilt u de print-run stoppen, druk dan op de menutoets. :cancel Total: 3 2 1600 Printing finished.
Opmerkingen over printfouten Doet zich tijdens het printen een klein probleem voor, zoals het op raken van het papier, volg dan de voor de printer aanbevolen procedure; op de camera hoeft u niets te doen. Doet zich een ingrijpender printerfout voor, druk dan op de menu-toets om de printroutine af te breken. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de printer voor de te volgen procedure voor het probleem.
Geheugenkaart verwisselen – Data-overspeelmethode Verwijder nooit de geheugenkaart als er bestanden worden overgespeeld – de informatie of de geheugenkaart zelf kan er door beschadigen. Windows 98 and 98 Second Edition 1. Ontkoppel de USB-kabel. 2. Verwissel de geheugenkaart. 3. Sluit de USB-kabel opnieuw aan om de USB-verbinding tot stand te brengen. Windows ME, 2000 Professional en XP 1. 2. 3. 4. Stop de USB-verbinding met de ontkoppelingsprocedure (blz. 90). Ontkoppel de USB-kabel.
Appendix Problemen oplossen Hieronder wordt een aantal eenvoudige bedieningsproblemen behandeld. Voor verdergaande problemen of defecten of wanneer bepaalde problemen steeds terugkeren kunt u het beste contact opnemen met de Technische Dienst van Konica Minolta. Probleem De camera werkt niet. Er kan geen foto worden gemaakt. Bij flitsgebruik worden de opnamen te donker. 96 Appendix Symptoom Er verschijnt niets op de LCD-monitor. Memory-full waarschuwing verschijnt op monitor.
Groen lampje naast zoeker knippert. Opnamen zijn niet scherp. Foto’s zijn binnen of bij weinig licht zonder flits gemaakt. Onderwerp is te dichtbij. Let goed op dat het onderwerp zich binnen het scherpstelbereik bevindt (blz. 25) of gebruik de macrostand (blz. 30). Een van de speciale scherpstelsituaties doet zich voor, waarin de camera niet goed kan scherpstellen (blz. 26). Gebruik de scherpstelvergrendeling om scherp te stellen op een ander onderwerp op gelijke afstand (blz. 25).
Verwijderen van de driver software – Windows 1. Plaats een geheugenkaart in de camera en verbind camera en computer door middel van de USB-kabel met elkaar. 2. Klik met de rechter muisknop op “Deze computer”. Selecteer “Eigenschappen” uit de menu-lijst. Windows XP: ga vanuit het Start-menu naar het Configuratiescherm. Klik op de categorie “prestaties en onderhoud” (“performance and maintenance”). Klik op “Systeem” om het venster met systeemeigenschappen te openen. 3.
Onderhoud en opslag Lees dit hoofdstuk in z’n geheel door, zodat u uw camera optimaal zult kunnen gebruiken. Bij een juist gebruik zult u lang plezier van uw camera hebben. Camera-onderhoud • Stel de camera niet bloot aan slagen of schokken. • Zet de camera tijdens transport uit. • Deze camera is niet water- of spatwaterdicht. Met natte handen plaatsen/verwijderen van de batterijen of de geheugenkaart of met natte handen bedienen van de camera kan tot schade leiden.
Geheugenkaarten SD-geheugenkaarten, MultiMedia-kaarten en Memory Sticks worden vervaardigd met elektronische precisiecomponenten. Onderstaande omstandigheden kunnen leiden tot beschadiging, of verlies van informatie: • Onjuist gebruik van de kaart. • Verbuigen, laten vallen en blootstellen aan stoten. • Hitte, vocht en direct zonlicht. • Statische elektrische ontlading en sterke elektromagnetische velden bij de kaart.
Bedrijfstemperatuur en -omstandigheden • Deze camera is ontworpen voor gebruik in temperaturen van 0°C tot 50°C. • Laat de camera nooit achter in een omgeving waarin het erg warm kan worden, zoals in een auto die in de zon staat, of waar het erg vochtig is. • Brengt u de camera van een koude naar een warme omgeving, doe hem dan in een goed afgesloten plastic zak om condensvorming te voorkomen. Laat de camera acclimatiseren en haal hem dan uit de plastic zak.
Technische gegevens Aantal effectieve pixels: CCD: Cameragevoeligheid (ISO): Breedte/hoogteverhouding: Objectiefconstructie: Maximale lensopening: Brandpuntsafstand: Scherpstelbereik: Autofocus-systeem: Sluiter: Sluitertijdenbereik: Oplaadtijd ingebouwde flitser: Zoeker: Monitor-LCD: Beelddekking monitor: A/D-conversie: Opslagmedia: Bestandsformaten: Printoutput-regeling: Menutalen: Batterij: Batterijprestaties (opname): 102 Appendix 6,0 miljoen 1/1,76-type interline complementary-color CCD met totaal 6
Batterijprestaties (weergave): Bedrijfstemperatuur: Luchtvochtigheid: Continu weergavetijd: circa 180 min. met NP-600 lithium-ion batterij.
Konica Minolta Customer Support: www.konicaminoltasupport.com Konica Minolta Photoworld: www.konicaminoltaphotoworld.com Become a member of the Konica Minolta Photo World today. It is free for registered customers of Konica Minolta Werden Sie noch heute Mitglied der Konica Minolta Photo World. Die Mitgliedschaft ist für registrierte Konica Minolta-Kunden kostenlos! Devenez dès aujourd’hui, membre du Konica Minolta Photo World. L’inscription est gratuite. © 2004 Konica Minolta Photo Imaging, Inc.