Operation Manual
- 30 -
OPNAMEN MAKEN
Wanneer u de camera inschakelt staat hij automatisch in de stand voor automatisch
flitsen. U kunt een andere flitsmethoden instellen, maar na uitschakeling keert de
camera altijd weer terug naar automatisch flitsen.
AUTOMATISCH
FLITSEN
De flitser wordt automatisch ontstoken wan-
neer er te weinig licht is.
INVULFLITS
De camera zal bij elke opname flitsen, onge-
acht de lichtomstandigheden. Gebruik invul-
flits om harde schaduwen op te helderen en
bij tegenlichtopnamen.
FLITSER UIT
Schakel de flitser uit wanneer u een onder-
werp fotografeert dat buiten het flitsbereik ligt
of waneer flitsen niet is toegestaan. Gebruik
bij weinig licht dan een statief.
AUTOMATISCH
FLITSEN MET
RODE-OGEN-
REDUCTIE
Gebruik de rode-ogen-reductie wanneer u
mensen of dieren in een donkere omgeving
fotografeert. De flitser zal een aantal korte
voorflitsen geven voordat de werkelijke opna-
me wordt gemaakt.
INVULFLITS MET
RODE-OGEN-
REDUCTIE
MACRO-STAND
Voor het maken van dichtbij-opnamen.
Wanneer u de macrostand kiest wordt de flit-
ser automatisch uitgeschakeld (zie blz. 32).
FLITSMETHODEN
Weergave
LCD -
Monitor
Weergave
data-
scherm
Flitsmethode
(Geen
symboool)










