Operation Manual

- 28 -
SCHERPSTELLAMPJE/INDICATIE GEEN SCHERPSTELLING
Deze camera is uitgerust met een snel en
precies werkend autofocus-systeem. Wanneer u
de ontspanknop half indrukt stelt het autofocus-
systeem scherp op het onderwerp in het
scherpstelkader van de zoeker. Het scherp-
stellampje (groen) geeft informatie omtrent de
status van de scherpstelling wanneer de
ontspanknop half wordt ingedrukt.
OPNAMEN MAKEN
SCHERPSTELVERGRENDELING
De scherpstelvergrendeling wordt gebruikt wanneer het onderwerp zich niet midden in
beeld bevindt. U kunt er ook gebruik van maken wanneer normale scherpstelling op het
onderwerp niet mogelijk is, zoals in de situaties die hiernaast zijn beschreven.
Plaats het onderwerp in het scherp-
stelkader of in het midden van de
LCD-monitor. Druk de ontspanknop
half in en houd hem zo. Het groene
scherpstellampje blijft branden om
aan te geven dat de scherpstelling
vergrendeld is.
Houd de ontspanknop half ingedrukt
en kies de gewenste beeldcomposi-
tie. Druk de ontspanknop geheel in
om de opname te maken.
Scherpstellampje brandt continu:
de camera heeft op het onderwerp scherpgesteld en de scherpstelling is vergrendeld.
Scherpstellampje knippert:
het onderwerp is te dichtbij of een van de speciale scherpstelsituaties (zie hiernaast)
maakt een goede scherpstelling onmogelijk.