Operation Manual

93
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
SNEEUWKETTINGEN*
De voorgeschreven bandenspanning aan-
houden en de wielen, nadat de banden of
wielen zijn vervangen, altijd laten balance-
ren.
Het gebruik van sneeuwkettingen is
alleen paarsgewijs op de voorwielen
met de volgende banden toegestaan:
175/65 R 15 84 T
175/60 R 16 82 H
Bij de montage de voorschriften van de fa-
brikant in acht nemen.<
Met sneeuwkettingen mag een snelheid
van 50 km/h niet worden overschreden. In
dit uitzonderlijke geval is het aan te raden,
ASC+T kortstondig uit te schakelen, zie
pagina 62.