Operation Manual

83
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
RIJDEN MET EEN AANHANGER
Belading
Bij het beladen van een aanhanger eraan
denken, dat de lading zo laag mogelijk en in
de buurt van de as wordt aangebracht.
Een laag zwaartepunt van de aanhanger
verhoogt de rijveiligheid van de gehele
combinatie aanzienlijk.
Het toegestane totaalgewicht van de aan-
hanger en het toegestane aanhangerge-
wicht mogen niet worden overschreden. De
laagste waarde is altijd maatgevend.
Vóór het kopen van een aanhanger of cara-
van is het aan te bevelen, de fabrikant om
een verklaring te vragen m.b.t. het werke-
lijke aanhangergewicht en het toegestane
laadvermogen.
Klimvermogen
Het klimvermogen, gemeten op zeeniveau
is in het belang van de veiligheid en de ver-
keersdoorstroming begrensd tot 12X. Als
hogere aanhangergewichten zijn toege-
staan bedraagt het hellingspercentage 8X.
Hoe hoger men boven zeeniveau komt, hoe
verder het motorvermogen afneemt. Houd
er daarom bij het rijden in de bergen reke-
ning mee dat het klimvermogen afneemt.
Tevens moet worden afgezien van het bela-
den tot het maximaal toegestane gewicht
van auto en aanhanger.
Afdalingen
Bijzondere aandacht moet worden ge-
schonken aan het rijden bergafwaarts:
altijd een lagere versnelling inschakelen –
zonodig terugschakelen tot in de 1e ver-
snelling resp. tweede trap van de handma-
tige bediening – en langzaam bergafwaarts
rijden.
Maximumsnelheid
Het toegestane aanhangergewicht is zoda-
nig gekozen, dat bij een snelheid van
80 km/h een optimale koersstabiliteit is ge-
waarborgd. In Nederland bijvoorbeeld is dit
de maximale snelheid voor het rijden met
een aanhanger. Als in het buitenland ho-
gere snelheden zijn toegestaan, is het i.v.m.
de veiligheid aan te bevelen toch niet snel-
ler te rijden.
Mocht de aanhanger gaan slingeren, dan
de combinatie stabiliseren door direct af te
remmen.
Bandenspanning
Bijzondere aandacht moet worden besteed
aan de bandenspanning van zowel de auto
als de aanhanger. Voor de aanhanger zijn
de voorschriften van de fabrikant maatge-
vend, zie pagina 22.
Buitenspiegels
Wanneer de standaard gemonteerde bui-
tenspiegels voor het rijden met een aan-
hanger niet meer voldoen, wordt wettelijk
het gebruik van buitenspiegels voorge-
schreven, waarmee de bestuurder de beide
zijkanten van de aanhanger kan zien. Der-
gelijke spiegels, ook met verstelbare spie-
gelarmen, zijn bij uw MINI dealer verkrijg-
baar.
Elektrische installatie
Bij het rijden met een caravan moet
rekening worden gehouden met een
hoger stroomverbruik. Het aanzetten van
de stroomverbruikers moet daarom van-
wege de capaciteit van de accu zo kort mo-
gelijk worden gehouden.<
Vóór het begin van de rit eerst de
werking van de achterlichten van de
aanhanger controleren.<