Operation Manual
68
VERWARMING EN VENTILATIE
Luchttoevoer
U kunt de aanjagerstanden 1 t/m
4 kiezen. Stand 0: de aanjager en
verwarming zijn uitgeschakeld.
De luchttoevoer kan in stand 0
met de toets voor de luchtrecirculatie volle-
dig worden afgesloten.
Temperatuur
Om de temperatuur in het interi-
eur te verhogen naar rechts
(rood) draaien.
Snel verwarmen: geheel naar
rechts draaien.
Luchtverdeling
Alle tussenstanden zijn mogelijk.
Achterruitverwarming
Achterruitverwarming ingescha-
keld: controlelamp brandt. De
achterruitverwarming wordt au-
tomatisch uitgeschakeld, zie pagina 55.
Voorruitverwarming*
Voorruitverwarming ingescha-
keld: controlelamp brandt. De
voorruitverwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld, zie pagina 55.
Luchtrecirculatie
De toevoer van buitenlucht is af-
gesloten: controlelamp brandt.
De lucht in het interieur wordt
gerecirculeerd.
Als de ruiten in de stand voor luchtre-
circulatie beslaan, moet de luchtrecir-
culatie worden uitgeschakeld en moet zo-
nodig de luchttoevoer worden verhoogd.<
Tochtvrije ventilatie
Uitstroomopeningen voor het bovenli-
chaam:
schakelaar 1: de uitstroomopeningen door
te draaien traploos openen en sluiten.
De stippen geven de betreffende stand aan.
Uitstroomopening 2: uitstroomrichting wij-
zigen door te draaien.