Operation Manual
62
ASC+T
Het principe
Dit systeem verbetert de koersstabiliteit en
de tractie, vooral bij het wegrijden, bij het
accelereren en in bochten.
ASC+T herkent het gevaar van door-
draaiende wielen en verhoogt de koerssta-
biliteit evenals de tractie door het motor-
vermogen te verminderen en eventueel
door het afzonderlijk afremmen van de
voorwielen. Het ASC+T is na het starten van
de motor bedrijfsklaar.
Controlelamp
De controlelamp in het instrumen-
tenpaneel dooft kort na het inscha-
kelen van het contact, zie
pagina 17, 18.
De controlelamp knippert:
ASC+T regelt de aandrijf- en remkrachten.
De controlelamp dooft niet na het
starten van de motor of brandt con-
stant tijdens het rijden:
het systeem is defect of is via de toets uit-
geschakeld. De hiervoor beschreven stabili-
serende ingrepen zijn daardoor niet meer
beschikbaar. Met de auto kan zonder
ASC+T normaal worden gereden.
Wendt u zich bij een defect tot uw MINI
dealer, zie pagina 17, 18.<
ASC+T uitschakelen
Schakelaar aantippen.
Controlelamp brandt continu.
Bij het rijden met sneeuwkettingen of om
de auto uit de sneeuw "vrij te rijden", is het
aan te bevelen om ASC+T kortstondig uit te
schakelen.
In verband met een optimale stabili-
teit zoveel mogelijk met ingeschakeld
ASC+T rijden.<
ASC+T weer inschakelen
Schakelaar opnieuw aantippen.
Controlelamp dooft.
Ook met ASC+T is het niet mogelijk
om natuurkundige wetten uit te
schakelen. De bestuurder blijft altijd ver-
antwoordelijk voor een aangepaste rijstijl.
De veiligheidssystemen mogen geen aan-
leiding zijn risico's te nemen.<