Operation Manual
49
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
HANDREM HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK
Als de handrem bij uitzondering tij-
dens het rijden moet worden ge-
bruikt, mag de hefboom niet te krachtig
worden aangetrokken. Hierbij moet de
knop ingedrukt worden gehouden.
Te krachtig aantrekken van de handrem
kan het blokkeren van de achterwielen en
het uitbreken van de achterzijde van de
auto tot gevolg hebben.
De remlichten branden niet als de handrem
wordt aangetrokken.
Auto's met handgeschakelde versnellings-
bak:
bij het parkeren op een aflopende weg de
handrem aantrekken, omdat het inschake-
len van de eerste of de achteruitversnelling
de auto soms niet voldoende tegen wegrol-
len beschermt.
Auto's met automatische transmissie:
stand P inschakelen.<
Om corrosie en een eenzijdige remwerking
te vermijden af en toe de handrem tijdens
het uitrollen naar een verkeerslicht licht
aantrekken, voor zover de verkeerssituatie
dat toelaat.
Het neutraalpunt ligt in het schakelvlak 3e/
4e versnelling.
Bij het schakelen naar neutraal veert het
versnellingshandel vanzelf terug in zijn
ruststand.
Achteruitversnelling
Alleen bij stilstaande auto inschakelen.
Versnellingshendel naar rechts drukken en
naar achteren trekken.
De achteruitrijlampen gaan hierbij in stand
2 van het contactslot automatisch branden.
Op hellingen de auto niet met slip-
pende koppeling op zijn plaats hou-
den maar de handrem gebruiken. Anders
ontstaat een snelle slijtage van de koppe-
ling ten gevolge van slip.<