Operation Manual

48
MOTOR STARTEN MOTOR AFZETTEN HANDREM
De motor niet laten draaien in een af-
gesloten ruimte. In het uitlaatgas be-
vindt zich het kleur- en reukloze, maar gif-
tige koolmonoxide. Het inademen van
uitlaatgassen is schadelijk voor de gezond-
heid en kan bewusteloosheid en de dood
veroorzaken.
De auto nooit met draaiende motor achter-
laten, omdat dit een groot potentieel ge-
vaar met zich meebrengt.<
Contactsleutel in stand 1 of 0 draaien.
De contactsleutel nooit bij een nog
rijdende auto verwijderen, omdat het
stuurslot in werking treedt zodra het stuur-
wiel wordt verdraaid.
Bij het verlaten van de auto altijd de con-
tactsleutel verwijderen en het stuurslot
vergrendelen.
Auto's met handgeschakelde versnellings-
bak:
bij het parkeren op een aflopende weg de
handrem aantrekken omdat het inschake-
len van de eerste of de achteruitversnelling
de auto soms niet voldoende tegen wegrol-
len beschermt.
Auto's met automatische transmissie:
stand P inschakelen.<
De handrem heeft in principe tot taak de
stilstaande auto op zijn plaats te houden.
Hij werkt op de achterwielen.
Aantrekken
De hefboom blijft vanzelf in de aangetrok-
ken stand staan.
Controlelamp in het instrumentenpaneel
brandt in stand 2 van het contactslot, zie
pagina 17.
Lossen
1. Iets omhoog trekken
2. Knop indrukken
3. Hefboom iets naar beneden bewegen.