Operation Manual

45
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
AIRBAGS KINDEREN VEILIG VERVOEREN
Controlelamp
De controlelamp in het instrumen-
tenpaneel geeft vanaf stand 1 van
het contactslot aan of het airbag-
systeem bedrijfsklaar is.
Systeem in orde:
>De controlelamp gaat kort branden.
Storing in het systeem:
>De controlelamp brandt niet
>De controlelamp brandt kort, dooft even
en gaat weer branden.
Bij een storing in het systeem bestaat het
gevaar, dat de airbag bij een aanrijding in
het werkingsgebied ondanks een vol-
doende botsingskracht niet in werking
treedt.
Het systeem zo snel mogelijk door een MINI
dealer laten controleren.
Kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 150 cm
mogen alleen achterin op een goedgekeurd
veiligheidssystemen voor kinderen worden
vervoerd.
Voor elke leeftijds- resp. gewichtsgroep is
bij uw MINI dealer een geschikt veiligheids-
systeem verkrijgbaar.
Op de passagiersstoel, voor, geen kin-
deren meenemen, ook niet op de
schoot of in een speciaal veiligheidssys-
teem, om verwondingen door het activeren
van de airbag te voorkomen. Elke MINI
dealer zal u graag informeren over het tij-
delijk uitschakelen van de airbag aan pas-
sagierszijde.
De aanwijzingen van de fabrikant van het
veiligheidssysteem m.b.t. het inbouwen en
het gebruik in acht nemen, omdat anders
de beschermende werking nadelig kan
worden beïnvloed. Na een beschadiging of
na een activering bij een aanrijding het vei-
ligheidssysteem en zo nodig het betref-
fende gordelsysteem door een MINI dealer
laten vervangen en de verankeringspunten
laten controleren.<
ISOFIX kinderstoeltjesbevestiging*
Afdekking opklappen.
De afbeelding toont als voorbeeld de be-
vestigingen voor een ISOFIX kinderstoel-
tjesbevestiging rechts op de achterbank.
Raadpleeg voor het aanbrengen van
het ISOFIX-systeem de bedienings- en
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant.<