Operation Manual
75
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
AIRBAGS
Beschermende werking
De voorairbags beschermen de bestuurder
en de voorpassagier bij een frontale aanrij-
ding waarbij de beschermende werking van
de veiligheidsgordels alleen niet meer vol-
doende is. De hoofd- en zij-airbag bieden
bescherming bij een eventuele aanrijding
vanaf de zijkant. De zij-airbag vangt het
lichaam op aan de zijkant van de borst. De
zij-/hoofdairbag bij de MINI Cabrio of de
hoofdairbag bij de MINI steunt het hoofd.
De airbags worden opzettelijk niet bij
iedere botsing geactiveerd, bv. bij lichtere
ongevallen, in bepaalde situaties bij het
over de kop slaan of bij aanrijdingen van
achteren.
Zie voor een correcte zitpositie pagina 41.
De afdekkingen van de airbags niet
lijmen, bekleden of op een andere
manier wijzigen. Geen stoelhoezen of
andere voorwerpen op de voorstoelen aan-
brengen die niet speciaal voor stoelen met
een zij-airbag zijn goedgekeurd. Geen kle-
dingstukken, bv. jassen, over de rugleunin-
gen hangen. Het airbagveiligheidssysteem
niet uit de auto verwijderen. Onmiddellijk
na het activeren van het systeem niet de
afzonderlijke onderdelen aanraken, anders
is er gevaar voor verbranding. In geval van
storingen, buiten bedrijf stellen of na het
activeren van het airbagveiligheidssy-
steem dient u de controle, reparatie of
demontage toe te vertrouwen aan een
MINI dealer of een werkplaats die volgens
de voorschriften van de fabrikant van uw
MINI werkt met personeel dat hiervoor is
geschoold, en over de vereiste wettelijke
vergunningen beschikt voor de omgang
met explosieven. Onvakkundig uitgevoerde
werkzaamheden kunnen storingen in het
systeem of het ongewenst in werking tre-
den van het systeem en letsel tot gevolg
hebben.<
Airbagsysteem gebruiksklaar
De waarschuwingslamp in de
afleeselementen duidt aan dat het
volledige airbagsysteem en de gor-
delspanner vanaf de contactsleutelstand 1
goed functioneren: de waarschuwingslamp
dooft na enkele seconden.
Airbagsysteem gestoord
>De waarschuwingslamp gaat niet bran-
den vanaf stand 1 van de contactsleutel
>De waarschuwingslamp brandt continu
>De waarschuwingslamp gaat tijdens de
rit branden.
Laat het airbagsysteem bij een sto-
ring onverwijld controleren, anders
loopt u gevaar dat het systeem bij een
ongeval in het werkingsgebied ondanks
voldoende botsingskracht niet zoals ver-
wacht functioneert.<