Operation Manual
59
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
LICHTSCHAKELAAR INSTRUMENTENVERLICHTING
1 Richtingaanwijzers
2 Grootlicht/lichtsignaal
Kort inschakelen van de
richtingaanwijzers
Hefboom lichtjes tot het drukpunt drukken
en ev. houden. Als hij wordt losgelaten,
keert hij terug in de middenstand.
De controlelamp knippert en het
relais tikt sneller dan gewoonlijk: het
knipperlicht is defect, bij het rijden met een
aanhanger kan ook een knipperlicht van de
aanhanger defect zijn.<
Voor het regelen van de instrumentenver-
lichting de toets indrukken.
Toename van de lichtsterkte
De toets zolang ingedrukt houden, tot de
gewenste lichtsterkte is bereikt.
Afname van de lichtsterkte
Toets kort aantippen.
Telkens als de toets wordt aangetipt neemt
de lichtsterkte trapsgewijs af.