Operation Manual

51
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
START-/CONTACTSLOT MOTOR STARTEN
0 Stuurinrichting vergrendeld
De sleutel kan alleen in deze stand in het
slot worden gestoken of worden verwij-
derd.
Om de stuurinrichting te vergrendelen:
1. Sleutel verwijderen
2. Het stuurwiel iets draaien tot het stuur-
slot aangrijpt.
Steekt de contactsleutel na het ope-
nen van het bestuurdersportier nog
in het start-/contactslot, klinkt een akoes-
tisch signaal.<
Deze functie kunt u laten activeren/
deactiveren.<
Interlock
Auto's met automatische transmissie:
Om de sleutel in de stand 0 terug te draaien
of te verwijderen, eerst het keuzehendel in
de positie P brengen.
1 Stuurwiel ontgrendeld
Afzonderlijke stroomverbruikers kunnen
worden ingeschakeld.
Bij het draaien van de sleutel van stand 0 in
stand 1 het stuurwiel zonodig iets heen en
weer bewegen.
2 Contact ingeschakeld
MINI ONE DIESEL: voorgloeien
Alle stroomverbruikers kunnen in werking
worden gesteld.
3 Motor starten
Laat de motor niet in gesloten ruim-
tes draaien, het inademen van de
schadelijke uitlaatgassen kan tot bewuste-
loosheid leiden en dodelijke gevolgen heb-
ben. In het uitlaatgas bevindt zich het
kleur- en reukloze, maar giftige koolmo-
noxide.
De auto niet met draaiende motor zonder
toezicht laten staan, dit kan gevaarlijk zijn.
Voordat u de auto met draaiende motor
verlaat het schakel- of keuzehendel in de
neutraalstand of in positie N plaatsen en de
handrem aantrekken, de auto kan zich
anders in beweging zetten.<
Het gaspedaal niet bedienen bij het starten
van de motor.
De motor niet in stilstand laten warm-
draaien, doch direct met een matig toeren-
tal wegrijden.