Operation Manual
42
STOELEN VERSTELLEN
Vóór het instellen in acht nemen
De stand van de bestuurdersstoel
niet tijdens het rijden veranderen.
Anders kunt u door een onverwachte stoel-
beweging de controle over de auto verlie-
zen en een ongeval veroorzaken.
De rugleuning tijdens de rit niet te ver naar
achteren laten hellen, dit is vooral van be-
lang voor de passagierszijde. Bij een onge-
val dreigt anders het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door glijdt en de bescher-
mende werking van de gordel verloren
gaat.<
Lengterichting
1. Handgreep optillen
2. Stoel in de gewenste positie schuiven
3. Na het loslaten van de handgreep de
stoel iets voor- en achteruitbewegen
zodat hij goed aangrijpt.
Hoogte
1. Naar boven:
Zo vaak aan de handgreep trekken, tot
de gewenste hoogte is bereikt
2. Naar beneden:
Zo vaak op de handgreep drukken, tot de
gewenste hoogte is bereikt.