Operation Manual
35
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
KAP
Onderbreking
De automatische bewegingsafloop wordt
direct onderbroken als de toetsen voor de
kapbediening worden losgelaten. De afloop
kan met behulp van de toetsen in de
gewenste richting worden voortgezet.
Hij wordt eveneens onderbroken als de
bewegingsafloop mechanisch wordt
geblokkeerd. Om in dit geval de kap
opnieuw te kunnen bedienen:
1. Het contact uit- en weer inschakelen
2. Op de toets drukken om de afloop in de
gewenste richting voort te zetten.
Kam de kap na herhaalde malen ach-
ter elkaar te zijn geactiveerd alleen
nog in één richting bewogen worden, dan is
het kapsysteem te sterk verhit. Laat het
systeem met ingeschakeld contact ca.
20 minuten afkoelen.<
De zijruiten niet sluiten met behulp
van de toetsen voor het elektrisch
bediende ruitmechanisme voordat de sluit-
fase is afgesloten, anders kan niet worden
gewaarborgd dat de zijruiten optimaal met
de afdichtrubbers van de kap afsluiten.<
Als het sluiten of openen wordt onderbro-
ken door de toetsen los te laten, blijft de
kap enkele minuten in de betreffende
stand voordat zij langzaam een stabiele
positie inneemt. De afloop kan met de toet-
sen worden voortgezet.
De sluitfase niet meermaals achter
elkaar onderbreken en voortzetten,
daardoor kan het volautomatische mecha-
nisme van het kapframe worden bescha-
digd.<
Comfortbediening
De comfortbediening is met de afstandsbe-
diening, zie pagina 24 en met het portier-
slot, zie pagina 25 mogelijk.
Met de hand sluiten bij een defect van
de elektrische installatie
De kap alleen handmatig sluiten als
het dringend noodzakelijk is, echter
nooit met de hand openen. Door ondeskun-
dig gebruik kunnen beschadigingen ont-
staan.<
Indien mogelijk, het sluiten van de
kap met twee personen uitvoeren.<
Vóór het sluiten
1. Achterklep openen
2. De hulpinrichting voor het beladen ont-
grendelen, zie pagina 86
3. De afdekking in de linker zijbekleding
verwijderen
4. Met de schroevendraaier uit het boord-
gereedschap, zie pagina 122, de onder-
ste schroef, pijl, in pijlrichting anderhalf
omwenteling draaien.