Operation Manual

23
OVERZICHTSTORINGEN GEBRUIK BEDIENINGGEGEVENSINDEX
OPENEN EN SLUITEN: VAN BUITENAF
Met de afstandsbediening
Bij het vergrendelen of ontgrendelen van
de auto wordt ook de antidiefstalbeveili-
ging geactiveerd/gedeactiveerd, de alarm-
installatie in/buiten werking gesteld en de
interieurverlichting uit-/ingeschakeld.
Kinderen kunnen de portieren van
binnenuit vergrendelen. De autosleu-
tel daarom altijd meenemen, zodat de auto
altijd weer van buitenaf kan worden
geopend.<
1 Ontgrendelen, comfortopenen en alarm-
installatie buiten werking stellen
2 Vergrendelen en centraal sperren, alarm-
installatie activeren, hellingshoeksensor
en interieurbeveiliging uitschakelen
3 Achterklep ontgrendelen
Ontgrendelen
Toets indrukken.
Waarschuwingsknipperlichtinstallatie
knippert tweemaal.
Bij sommige exportuitvoeringen de
toets tweemaal indrukken. Eerst
wordt het bestuurdersportier en vervol-
gens de gehele auto ontgrendeld.<
Deze functie kunt u laten activeren/
deactiveren.<
Wordt binnen de 2 minuten geen
portier geopend, vergrendelt het cen-
traal vergrendelingssysteem de auto weer
automatisch. De antidiefstalbeveiliging is
niet geactiveerd en de alarminstallatie niet
ingeschakeld. Om centraal te sperren zie
volgende kolom.<
U kunt het automatische vergrende-
len van de auto laten activeren/deac-
tiveren.<