Operation Manual
22
SLEUTELS CENTRALE VERGRENDELING
De sleutelset
De set omvat drie sleutels. Naargelang de
uitrusting horen daar de volgende soorten
sleutels bij:
1 Centrale sleutel met afstandsbediening
Hij bepaalt de functie van het Key
Memory. Bepaalde functies van uw auto
kunnen zich naargelang de sleutel ver-
schillend gedragen.
Iedere centrale sleutel heeft een
duurzame accu die tijdens de rit in
het start-/contactslot automatisch
wordt opgeladen.
Daarom is het van belang dat u met cen-
trale sleutels die u gewoonlijk niet regel-
matig gebruikt ten minste ieder halfjaar
een langere rit maakt, zodat de accu
wordt opgeladen.<
2 Portier- en contactsleutel*
Met deze sleutel kunnen de portieren
alleen mechanisch worden geopend
3 Reservesleutel
Om veilig te bewaren, bv. in de porte-
monnee. Niet bedoeld om voortdurend
te worden gebruikt
Het principe
Het centraal vergrendelingssysteem treedt
in werking als het bestuurdersportier geslo-
ten is. De portieren, de achterklep en de
klep voor de tankdop worden tegelijkertijd
ont- of vergrendeld.
Het centraal vergrendelingssysteem ver-/
ontgrendelt uw auto:
>Bij een bedienen van buitenaf via de
afstandsbediening alsmede via het por-
tierslot
>Bij een bedienen van binnenuit via een
schakelaar
>Automatisch zodra u wegrijdt
>Automatisch, na afzetten van de motor.
Bij de bediening van buitenaf wordt tegelij-
kertijd de antidiefstalbeveiliging geacti-
veerd. Hiermee wordt voorkomen dat de
portieren via de vergrendelingsknoppen of
de handgrepen kunnen worden ontgren-
deld.
De alarminstallatie wordt eveneens in of
buiten werking gesteld, zie pagina 39.
Bij een zeer ernstig ongeval ontgrendelt het
centraal vergrendelingssysteem automa-
tisch. Bovendien worden de waarschu-
wingsknipperlichtinstallatie en de interi-
eurverlichting ingeschakeld.