Operation Manual

126
VERLICHTING EN LAMPEN BANDENPECH VERHELPEN
Mistachterlicht
Indien uitgerust met een compact reserve-
wiel:
Toegang tot de verlichting via de achter- of
onderzijde van de bumper.
1. Bevestigingsklemmen samendrukken
2. Verlichting uit de bumper schuiven
3. Gloeilamp iets indrukken en naar links
draaien
4. Lamp verwijderen en vervangen.
Overige uitrusting:
Richt u bij een defect tot uw MINI
dealer of een werkplaats die volgens
de voorschriften van de fabrikant van uw
MINI werkt met personeel dat hiervoor is
geschoold.<
Kentekenplaatverlichting
Gloeilamp 5 watt
1. Schroevendraaier in de uitsparing aan-
zetten en lampafdekking uithaken
2. Gloeilamp vervangen.
Veiligheidsmaatregelen bij pech:
de auto zo ver mogelijk van het voor-
bijrijdende verkeer neerzetten en de waar-
schuwingsknipperlichtinstallatie inschake-
len.
Het stuurslot in de rechtuitstand van de
wielen laten aangrijpen, de handrem aan-
trekken en de eerste versnelling of de ach-
teruitversnelling of keuzehendelstand P
inschakelen.
Alle inzittenden laten uitstappen; zij moe-
ten zich buiten de gevarenzone begeven,
bv. achter de vangrails.
Eventueel de gevarendriehoek of pechlamp
op voldoende afstand van de auto plaatsen.
Let op de wettelijke bepalingen.<
Bandenpech moet naargelang de uitrusting
van uw auto op verschillende wijze worden
aangepakt:
>Auto's met banden met noodloopeigen-
schappen, zie pagina 103
>Auto's met MINI Mobility systeem, zie
volgend hoofdstuk
>Auto's met compact reservewiel, zie
pagina 130.