Operation Manual
98
REMSYSTEEM
Remvloeistofniveau
Bij een te laag remvloeistofniveau en een
langere slag van het rempedaal is het
mogelijk dat één van de twee hydraulische
remcircuits is uitgevallen.
De dichtstbijzijnde MINI dealer
opzoeken. Er kan een hogere pedaal-
druk nodig zijn, er kunnen duidelijk langere
remwegen optreden en de auto kan iets
gaan scheeftrekken. Het rijgedrag moet
hieraan worden aangepast.<
Schijfremmen
Weinig gebruik van de auto, langdurige
stilstand en een geringe belasting bespoe-
digen de vorming van roest op de remschij-
ven en het vuil worden van de remblokken,
omdat de noodzakelijke minimale druk tus-
sen remblok en remschijf, die nodig is voor
de zelfreinigende werking van de remschij-
ven, niet wordt bereikt.
Gecorrodeerde remschijven zijn er de oor-
zaak van dat de auto bij het begin van het
remmen trilt. Dit is ook met langdurig rem-
men meestal niet meer op te heffen.
Bij nat weer of tijdens hevige regenval is
het aan te bevelen op afstanden van een
aantal kilometers met lichte pedaaldruk te
remmen.
Hierbij moet erop worden gelet dat andere
verkeersdeelnemers niet worden gehin-
derd. Door de warmte die ontstaat drogen
de remschijven en -blokken. Indien nodig is
dan de volledige remkracht beschikbaar.
Afdalingen
Om oververhitting en dus een gere-
duceerde werking van het remsy-
steem te voorkomen, lange of steile afda-
lingen in de bergen in de versnelling rijden
waarin zo weinig mogelijk moet worden
afgeremd. Anders kan zelfs een geringe,
maar aanhoudende druk op het rempedaal
hoge temperaturen, remblokslijtage en
mogelijk het uitvallen van het remsysteem
tot gevolg hebben.<
De remwerking van de motor kan door
terugschakelen in de handbediening van de
automatische transmissie verder worden
versterkt, ev. tot in de eerste versnelling, zie
pagina 56. Daardoor wordt een overmatige
belasting van de remmen vermeden.
Rijd nooit met ingedrukt koppelings-
pedaal, de versnellings- of keuzehen-
del in de neutraalstand of zelfs met afge-
zette motor, omdat hierdoor de
remwerking van de motor bij transmissie in
neutraal en de ondersteuning van rem-
kracht en besturing bij rijden met afgezette
motor ontbreekt.
Vloermatten, vloerbedekking of andere
voorwerpen mogen niet in het gebied van
het rem- of gaspedaal liggen, dit kan de
slag van het pedaal belemmeren.<
Remblokken
In de remblokvoeringen van de vooras links
en de achteras rechts bewaakt een sensor
de toestand van de remblokvoeringen. Als
de remblokvoeringen hun slijtagegrens
hebben bereikt, brandt de remslijtagewaar-
schuwing, zie pagina 16.
Gebruik alleen remvoeringen die de
fabrikant van uw MINI voor het
betreffende model heeft goedgekeurd. Bij
niet goedgekeurde remblokvoeringen kan
de fabrikant van uw MINI niet bepalen of ze
geschikt zijn en daardoor niet instaan voor
de veiligheid.<