Operation Manual

Bediening
33
TempControl
TempControl bewaakt en regelt de tem-
peratuur tijdens het bakken en braden:
het gebruikte vet kan niet oververhit
raken,
de vermogensstanden hoeven niet
handmatig te worden aangepast,
het voedingsmiddel hoeft niet zo
vaak te worden gekeerd.
Afhankelijk van het type kookplaat is de
sensor in het midden van de kookzone
zichtbaar.
U kunt kiezen uit 3 braadstanden en
een sudderstand.
Als de voorgeprogrammeerde tempera-
tuur van de braadstand is bereikt, ver-
schijnt de sensortoets voor de sudder-
stand. Deze functie is ideaal voor
het indikken van sauzen. U activeert de
functie door op de sensortoets te druk-
ken.
TempControl is niet geschikt voor fri-
turen en gewoon koken!
Gebruik de functie alleen voor bak-
ken en braden.
Aanwijzingen voor het gebruik
Zorg dat de keramische plaat altijd
schoon is, met name bij de sensor in
het midden van de kookzone.
Gebruik pannen met een gelijkmatige
warmteverdeling, bijvoorbeeld pan-
nen met een sandwichbodem.
Gebruik voor bakken en braden met
boter alleen braadstand.
Doe het voedingsmiddel pas in de
pan als de voorgeprogrammeerde
temperatuur is bereikt.
U kunt naar een andere braadstand
wisselen.
Als u van een braadstand naar een
vermogensstand wisselt, wordt
TempControl gedeactiveerd.
U kunt meerdere bereidingen achter
elkaar uitvoeren. De kookzone hoeft
niet eerst af te koelen.
Om er zeker van te zijn dat het sud-
deren correct verloopt, moet u mini-
maal 250ml vocht toevoegen. Het
vocht mag niet te dik zijn.
U kunt van de sudderstand weer naar
een braadstand wisselen.