Operating Instructions and Installation Instructions

Reiniging en onderhoud
39
P
as op dat u zich niet verbrandt!
De kookzones moeten uitgeschakeld
zij
n. De kookplaat moet afgekoeld
zijn.
L
etselrisico!
De stoom van een stoomreiniger kan
terechtkomen op onderdelen die on‐
der spanning staan en een kortslui‐
ting veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de
k
ookplaat nooit een stoomreiniger.
Alle oppervlakken kunnen verkleuren
of veranderen wanneer u onge‐
schikte reinigingsmiddelen gebruikt.
Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Verwijder resten van reinigingsmid‐
delen onmiddellijk.
Ongeschikte reinigingsmidde‐
len
Om beschadigingen aan de oppervlak‐
k
en te voorkomen, mogen de volgende
middelen niet worden gebruikt:
afwasmiddelen,
reinigingsmiddelen die soda, ammo‐
nia
k, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
vlek- en roestverwijderaars,
schurende reinigingsmiddelen, zoals
schu
urpoeder, vloeibaar schuurmid‐
del en reinigingssteen,
oplosmiddelhoudende reinigingsmid‐
delen,
reinigingsmiddelen voor afwasauto‐
mat
en,
grill- en ovensprays,
glasreinigers,
schurende harde borstels en spons‐
jes (bijv
. schuursponsjes), of ge‐
bruikte sponsjes die nog resten van
een schuurmiddel bevatten,
vlekkensponsjes.