Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaat Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw appa‐ raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL M.-Nr.
Inhoud Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ......................................................... 4 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................. 13 Overzicht............................................................................................................... 14 Kookplaat............................................................................................................... 14 Bedieningselementen/displays ...............................
Inhoud Oververhittingsbeveiliging...................................................................................... 38 Reiniging en onderhoud ...................................................................................... 39 Programmering .................................................................................................... 41 Nuttige tips .......................................................................................................... 44 Bij te bestellen accessoires ......
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veilig‐ heid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Dit apparaat is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar). Deze kookplaat mag niet buiten worden gebruikt. Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen in het huishouden Houd kinderen onder acht jaar op een afstand, tenzij u voortdu‐ rend toezicht houdt. Kinderen vanaf acht jaar mogen de kookplaat alleen zonder toe‐ zicht gebruiken als ze weten hoe ze het apparaat veilig moeten be‐ dienen. De kinderen moeten zich bewust zijn van de gevaren van een foutieve bediening. Kinderen mogen de kookplaat niet zonder toezicht reinigen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al‐ leen door een door Miele geautoriseerde vakman worden uitge‐ voerd. Gebeurt dat niet, dan kan de gebruiker risico's lopen waar‐ voor de fabrikant niet aansprakelijk is. Beschadigingen aan de kookplaat kunnen uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de kookplaat op zichtbare beschadigingen. Een beschadigde kookplaat mag niet in gebruik worden genomen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wanneer u aansluitingen onder spanning aanraakt of de elek‐ trische en mechanische constructie wijzigt, kan dat voor u gevaar opleveren. Het kan ook tot storingen in de werking van de kookplaat leiden. Open nooit de behuizing van de kookplaat. Het recht op garantie vervalt wanneer de kookplaat door een technicus wordt gerepareerd die niet door Miele is geautoriseerd. Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gevaar voor elektrische schok! Als de kookplaat defect is of als de keramische glasplaat barsten of spleten vertoont, mag u de kookplaat niet in gebruik nemen en dient u deze direct uit te schakelen. Ontkoppel de kookplaat van het elek‐ triciteitsnet. Neem dan contact op met Miele. Als de kookplaat achter een meubelfront (bijv. een deur) is ge‐ plaatst, sluit deze dan nooit terwijl de kookplaat in gebruik is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen In gesloten conservenblikken ontstaat bij het inmaken en opwar‐ men een overdruk, waardoor deze kunnen ontploffen. Gebruik de kookplaat niet voor het inmaken en verwarmen van conservenblik‐ ken. Wanneer de kookplaat wordt afgedekt, bestaat het risico dat het materiaal van de afdekking in brand vliegt, barst of smelt als u de kookplaat per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van een bereiding. Dek de kookplaat nooit af met bijv.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hete voorwerpen op de sensortoetsen en de displays kunnen de elektronica eronder beschadigen. Zet nooit hete pannen op de sen‐ sortoetsen en de displays. Wanneer suiker, suikerhoudende gerechten, kunststof of alumini‐ umfolie op de hete kookplaat komen en smelten, beschadigen deze bij het afkoelen de keramische glasplaat. Schakel het apparaat met‐ een uit en krab deze stoffen onmiddellijk met een schraper eraf. Trek hiervoor ovenhandschoenen aan.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief gebruikt. Bewaar daarom geen metalen voorwerpen in een lade die zich meteen onder de kookplaat bevindt. De kookplaat is voorzien van een ventilator.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belas‐ ting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen.
Overzicht Kookplaat a PowerFlex-kookzone met TwinBooster b PowerFlex-kookzone met TwinBooster ab te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak c Kookzone met WaterBoost d PowerFlex-kookzone met TwinBooster e PowerFlex-kookzone met TwinBooster de te combineren tot een groot PowerFlex-kookvlak f Bedieningselementen/displays 14
Overzicht Bedieningselementen/displays i h g j 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 k 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 88 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 h 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 f o m pl n c adb e Sensortoetsen a Kookplaat in-/uitschakelen b Inschakelblokkering/vergrendeling activeren/deactiveren c Timer omschakelen op uren d Timer - In-/uitschakelen - Wisselen tussen de timerfuncties - Selectie van een kookzone (zie hoofdstuk "Kookzone automatisch uitschake‐ len") e Stop & Go activeren/deactiveren f Sensortoetsen verm
Overzicht l Halve uren bij een kookwekkertijd van meer dan 99 minuten m Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd n Kookzonetoewijzing, bijvoorbeeld kookzone rechts achter o TwinBooster/WaterBoost (afhankelijk van het model) ingeschakeld Stand 1 Stand 2 p Timerdisplay tot . tot .
Overzicht Kookzones Kookzone Ø in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** 15–23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 15–23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 14–28 Normaal WaterBoost, stand 1 WaterBoost, stand 2 2600 3300 5500 15–23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 15–23 Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2100 3000 3650 + + 22–23 / 15x23–23x39 Normaal TwinBooster, stand 1
Vóór het eerste gebruik Plak het typeplaatje dat bij de docu‐ mentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk "Service, typeplaatje, garantie". Verwijder eventueel aanwezige be‐ schermfolies en stickers. Kookplaat voor de eerste keer reinigen Wis uw kookplaat voor het eerste ge‐ bruik af met een vochtige doek en droog deze dan af. Kookplaat voor de eerste keer in gebruik nemen De onderdelen van metaal worden met een onderhoudsmiddel beschermd.
Inductie Principe Onder de keramische plaat bevinden zich inductiespoelen. Als u een kookzo‐ ne inschakelt, genereren deze spoelen een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan. Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie "De juiste pannen"). Het systeem houdt automatisch rekening met de grootte van de gebruikte pan.
Inductie Geluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei. Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt. Bij pannen met een bodem die uit ver‐ schillende materialen bestaat (bijvoor‐ beeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Inductie De juiste pannen Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseer‐ bare bodem. – geëmailleerd staal. – gietijzer. Niet geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een niet magneti‐ seerbare bodem. – aluminium of koper. – glas, keramiek of aardewerk. Als u niet zeker weet of een pan ge‐ schikt is voor inductie, houdt u een magneet tegen de bodem van de pan. Als de magneet blijft hangen, is de pan over het algemeen geschikt.
Tips om energie te besparen – Bereid gerechten zoveel mogelijk al‐ leen in gesloten potten of pannen. Dat voorkomt dat onnodig warmte ontwijkt. – Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan is minder energie nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan. – Gebruik zo weinig mogelijk water. – Schakel na het aankoken of aanbra‐ den op tijd terug naar een lagere ver‐ mogensstand. – Gebruik een snelkookpan om de be‐ reidingstijd te verkorten.
Vermogensstand De kookplaat is in de fabriek met 9 vermogensstanden geprogrammeerd. Indien u een fijnere indeling wilt, kunt u deze vergroten tot 17 vermogensstanden (zie hoofdstuk "Programmering").
Bediening Principe van de bediening Uw keramische kookplaat heeft elektro‐ nische sensortoetsen die op vingercon‐ tact reageren. De sensortoets aan/uit moet bij het inschakelen om veilig‐ heidsredenen iets langer worden aan‐ geraakt dan de overige toetsen. Elke reactie van de toetsen wordt be‐ vestigd met een akoestisch signaal. Bij uitgeschakelde kookplaat zijn alleen de opgedrukte symbolen voor de sen‐ sortoetsen aan/uit en inschakelblok‐ kering/vergrendeling zichtbaar.
Bediening Brandgevaar! Restwarmte-indicator Houd toezicht op de kookplaat als deze in gebruik is! Houdt u er rekening mee dat de op‐ warmtijd bij inductiekookplaten veel korter is dan bij gewone kookplaten. Als een kookzone heet is, branden na het uitschakelen de restwarmte-indica‐ ties en de sensortoets op het betref‐ fende bedieningspaneel. Inschakelen Tip de - sensortoets aan. Alle sensortoetsen lichten op.
Bediening Vermogensstand instellen uitgebreid instelbereik Raak het bedieningspaneel tussen de sensortoetsen aan. De sensortoetsen voor en achter de tussenstanden branden helderder dan de overige toetsen. Voorbeeld: Wanneer u de vermogensstand 7. heeft ingesteld, branden 7 en 8 helderder dan de overige sensortoetsen. 26 PowerFlex-kookvlak U kunt de PowerFlex-kookzones tot een groot PowerFlex-kookvlak samen‐ voegen (zie hoofdstuk "Overzicht – Kookplaat").
Bediening Aankookautomaat Doorkookstand Bereidingstijd [min : sec] 1 ca. 0 : 15 1. ca. 0 : 15 2 ca. 0 : 15 2. ca. 0 : 15 3 ca. 0 : 25 Activeren 3. ca. 0 : 25 Raak de sensortoets van de ge‐ wenste doorkookstand zo lang aan, tot een signaal weerklinkt en de sen‐ sortoets begint te knipperen. 4 ca. 0 : 50 4. ca. 0 : 50 5 ca. 2 : 00 5. ca. 5 : 50 6 ca. 5 : 50 6. ca. 2 : 50 7 ca. 2 : 50 7. ca. 2 : 50 8 ca. 2 : 50 8. ca.
Bediening Booster De kookzones zijn (afhankelijk van het model) voorzien van een booster, Twin‐ Booster of WaterBoost (zie hoofdstuk "Overzicht – Kookplaat"). U kunt de booster voor maximaal twee kookzones tegelijk gebruiken. Met de booster kan een hoger vermo‐ gen worden geleverd om snel grote hoeveelheden te verwarmen (bijvoor‐ beeld grote hoeveelheden water voor het koken van pasta). Dit hogere ver‐ mogen is maximaal 15 minuten actief. U kunt de booster voor maximaal twee kookzones tegelijk gebruiken.
Bediening Gedurende de boostertijd branden de sensortoets en alle sensortoetsen op het betreffende bedieningspaneel met lichtsterkte 2. Booster inschakelen Raak de sensortoets op het bedie‐ ningspaneel van de gewenste kook‐ zone aan. Stel eventueel een vermogensstand in. Booster / TwinBooster / WaterBoost uitschakelen Tip de sensortoets aan: – één keer (boosterfunctie) – zo vaak totdat de controlelampjes uitgaan (TwinBooster / WaterBoost). of Stel een andere vermogensstand in.
Bediening Warmhouden De warmhoudstand is niet bedoeld voor het opwarmen van reeds afge‐ koelde gerechten. De warmhoudstand is voor het warmhouden van ge‐ rechten meteen na de bereiding. Als u de warmhoudstand instelt, blijft de kookzone maximaal 2 uur ingescha‐ keld. – Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan met een deksel af. – U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roeren. – De voedingswaarde van een gerecht neemt gedurende de bereiding af.
Timer Als u de timer wilt gebruiken, moet de kookplaat ingeschakeld zijn. U kunt een tijd instellen van 1 minuut () tot 9 uur (.). Kookwekker Minuten instellen Voorbeeld: U wilt 15 minuten instellen. U kunt de timer voor twee functies ge‐ bruiken: Schakel eventueel de kookplaat in. – voor het instellen van een kookwek‐ kertijd. De sensortoets knippert. Op het ti‐ merdisplay verschijnt , de rechter knippert. – voor het automatisch uitschakelen van een kookzone.
Timer Uren instellen Wijzigen Hele uren kunt u instellen door de be‐ treffende sensortoets op het bedie‐ ningspaneel aan te raken. Halve uren worden ingesteld doordat u op het be‐ dieningspaneel het gebied tussen 2 sensortoetsen aanraakt. Tip de - sensortoets aan. Voorbeeld: U wilt 2 uren 30 minuten in‐ stellen. Schakel eventueel de kookplaat in. Tip de - sensortoets aan. De sensortoets knippert. Op het ti‐ merdisplay verschijnt , de rechter knippert.
Timer Kookzone automatisch uit‐ schakelen U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitge‐ schakeld. De functie kan voor alle kookzones tegelijk worden gebruikt. De kookzone wordt door de automa‐ tische uitschakeling (zie het betreffen‐ de hoofdstuk) uitgeschakeld als de geprogrammeerde tijd langer is dan de maximaal toegestane bedrijfsduur. Stel voor de gewenste kookzone een vermogensstand in.
Timer Timerfuncties tegelijk ge‐ bruiken Wanneer u de op de achtergrond aflo‐ pende resttijden wilt weergeven: U kunt de functies kookwekker en auto‐ matisch uitschakelen tegelijk gebruiken. Raak de sensortoets zo vaak aan tot U heeft een of meer uitschakeltijden ge‐ programmeerd en wilt ook een kook‐ wekkertijd instellen: – het controlelampje voor de gewenste kookzone knippert (automatisch uit‐ schakelen).
Extra functies Stop&Go Bij de activering van Stop&Go wordt de vermogensstand van alle ingeschakelde kookzones tot 1 verlaagd. De vermogensstanden van de kookzo‐ nes en de instelling van de timer kun‐ nen niet worden gewijzigd. De kook‐ plaat kan alleen worden uitgeschakeld. Een ingestelde kookwekkertijd en de boostertijd lopen verder af. Aankoken en de ingestelde tijden voor het auto‐ matische uitschakelen worden gestopt.
Beveiligingen Inschakelblokkering / vergren‐ deling De inschakelblokkering en de ver‐ grendeling worden door een stroom‐ onderbreking gedeactiveerd. In de fabriek is een 3-vinger-bediening ingesteld. U kunt deze instelling wij‐ zigen in een 1-vinger-bediening (zie hoofdstuk "Programmering"). Om te vermijden dat iemand de kook‐ plaat en de kookzones per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, is uw kookplaat uitgerust met een inschakel‐ blokkering en een vergrendeling.
Beveiligingen Automatische uitschakeling Bij te lange bedrijfsduur De automatische uitschakeling wordt automatisch geactiveerd wanneer een kookzone ongewoon lang wordt ver‐ warmd. De tijdspanne hangt van de ge‐ kozen vermogensstand af. Als deze is overschreden, wordt de kookzone uit‐ geschakeld en wordt de restwarmte weergegeven. Wanneer u de kookzone uit- en inschakelt is deze weer klaar voor gebruik.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en de koellicha‐ men van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of de koelli‐ chamen oververhit raken, zorgt de over‐ verhittingsbeveiliging voor een van de volgende reacties: Inductiespoelen – Een ingeschakelde booster wordt uit‐ geschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd. – De kookzone wordt automatisch uit‐ geschakeld. In het timerdisplay knip‐ peren afwisselend en .
Reiniging en onderhoud Pas op dat u zich niet verbrandt! De kookzones moeten uitgeschakeld zijn. De kookplaat moet afgekoeld zijn. Letselrisico! De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die on‐ der spanning staan en een kortslui‐ ting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger. Alle oppervlakken kunnen verkleuren of veranderen wanneer u onge‐ schikte reinigingsmiddelen gebruikt. Alle oppervlakken zijn krasgevoelig.
Reiniging en onderhoud Reinig het gedeelte tussen de kera‐ mische plaat en de omranding of tussen de omranding en het werk‐ blad niet met scherpe voorwerpen. Afdichtingen kunnen daardoor wor‐ den beschadigd. Met een afwasmiddel worden niet al‐ le verontreinigingen en resten verwij‐ derd. Er ontstaat een onzichtbare film die tot verkleuringen van het keramische glas leidt. Deze verkleuringen kunnen niet meer worden verwijderd.
Programmering U kunt de programmering van de kook‐ plaat aanpassen aan uw persoonlijke wensen. U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen. Na het oproepen van de programme‐ ring verschijnen in het timerdisplay (programma) en (status); bij kookpla‐ ten met 3 kookzones verschijnt links‐ achter een extra indicatie. Op de bedieningspanelen linksvoor en linksachter wordt het programma weer‐ gegeven.
Programmering Programma1) P0 P1 P2 P3 P4 P5 P6 P7 P8 42 Demo-stand en fabrieksinstel‐ lingen Status2) Instellingen S0 Demo-stand aan3) S1 Demo-stand uit S9 Fabrieksinstellingen herstellen S0 Uit S1 Aan S0 9 vermogensstanden S1 17 vermogensstanden4) S0 Uit S1 Zacht S2 Gemiddeld S3 Hard S0 Uit S1 Zacht S2 Gemiddeld S3 Hard S0 Uit S1 Zacht S2 Gemiddeld S3 Hard Inschakelblokkering / vergren‐ deling S0 1-vinger-bediening met S1 3-vinger-bediening met gelijk
Programmering Status2) Instellingen Miele@home - alleen bij voor communicatie geschikte apparaten met later ingebouwde communicatie‐ module - S0 Niet actueel S1 Afgemeld S2 Aangemeld Geluidssignaal als er iets op de sensortoetsen ligt S0 Uit S1 Aan Reactiesnelheid van de sen‐ sortoetsen S0 Langzaam S1 Normaal S2 Snel Programma1) P10 P15 P16 1) Niet genoemde programma's zijn niet bezet. 2) De fabrieksinstellingen zijn telkens vet gedrukt.
Nuttige tips U kunt de meeste problemen die in het dagelijkse gebruik kunnen optreden zelf verhelpen. Het volgende overzicht moet u daarbij helpen. Kunt u daarmee de oorzaak van een probleem niet vinden of verhelpen, neem dan contact op met Miele (zie achter in deze gebruiksaanwijzing). Letselrisico! Ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- en repara‐ tiewerkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hier‐ voor niet aansprakelijk worden gesteld.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing De vermogensstanden 1 tot 9 knipperen. Op de kookzone staat geen pan of een ongeschikte pan. Gebruik geschikte pannen (zie "De juiste pannen"). Wanneer de kookplaat wordt ingeschakeld, wordt enkele seconden weergegeven op het timerdisplay. De inschakelblokkering of vergrendeling is geacti‐ veerd. Deactiveer de inschakelblokkering of vergrende‐ ling (zie hoofdstuk "Inschakelblokkering / Vergren‐ deling").
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing De vermogensstand 9 Bij gelijktijdig gebruik van vermogensstand 9 zou het wordt automatisch ver‐ maximale vermogen worden overschreden. laagd als u bij de ver‐ Gebruik een andere kookzone. bonden kookzone even‐ eens vermogensstand 9 instelt. De inhoud van een pan Er worden grote hoeveelheden voedingsmiddelen begint niet of nauwe‐ verwarmd.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Op het timerdisplay knipperen afwisselend en cijfers. De oververhittingsbeveiliging heeft gereageerd. Zie "Oververhittingsbeveiliging". of De ventilator is geblokkeerd of defect. Controleer of de ventilator geblokkeerd is door een voorwerp, bijv. een vork, en verwijder dat voorwerp. Als de foutmelding opnieuw wordt weergegeven, neem dan contact op met Miele. en andere cijfers Er heeft zich een storing voorgedaan in de elektroni‐ ca.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw apparatuur levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en on‐ derhoudsmiddelen. U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen: De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie achter in deze gebruiksaan‐ wijzing) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Miele@home / Con@ctivity Uw kookplaat is geschikt voor commu‐ nicatie en kan via – een na te bestellen communicatie‐ module in het Miele@home-systeem worden geïntegreerd of met de af‐ zuigkap communiceren (Con@ctivi‐ ty). Meer informatie over Miele@home en Con@ctivity vindt u op de website van Miele en in de gebruiksaanwijzingen van de afzonderlijke componenten. – de bij bepaalde afzuigkappen mee‐ geleverde radiografische stick met de afzuigkap communiceren (Con@ctivity).
Miele@home / Con@ctivity Wilt u de kookplaat bij – Miele@home aanmelden, bereid dan eerst het aanmeldingsproces op het weergave-apparaat voor. – Con@ctivity aanmelden, dan moet u eerst de afzuigkap aanmelden. Kookplaat aanmelden Raak bij uitgeschakelde kookplaat tegelijkertijd de sensortoetsen en zo lang aan, tot het controlelampje voor de vergrendeling knippert. In het timerdisplay verschijnen (Pro‐ gramma) en (Status).
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen De kookplaat mag alleen door een gekwalificeerde vakman worden inge‐ bouwd en door een elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Om schade aan de kookplaat te voorkomen mag deze pas na de montage van de bovenkasten en de afzuigkap worden ingebouwd. De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebe‐ stendige lijm (100°C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervor‐ men. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand boven de kookplaat Tussen de kookplaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de vei‐ ligheidsafstand aan te houden die de fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Is deze informatie niet beschikbaar, houd dan een afstand aan van ten minste 760 mm. Ook als zich boven het appa‐ raat licht ontvlambare materialen bevin‐ den (zoals een keukenplank), moet u een afstand van ten minste 760 mm aanhouden.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand achterkant/ zijkant Bij inbouw van de kookplaat mag zich aan de achterkant en aan één kant (rechts of links) een hoge keukenkast of een wand bevinden (zie afbeeldingen). Minimumafstand achter van de werkbladuitsparing tot de achterkant van het werkblad: 50 mm Niet toegestaan! Minimumafstand rechts van de werkbladuitsparing tot een ernaast staand meubelstuk (bijv. hoge kast) of een wand: 50 mm.
Veiligheidsafstanden Minimale afstand onderkant Tussenbodem Om de ventilatie van het apparaat te kunnen waarborgen, moet onder het apparaat een minimale afstand worden aangehouden ten opzichte van een oven, tussenbodem of lade. Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk, maar wel toege‐ staan. De minimale afstand vanaf de onder‐ kant van het apparaat tot de – bovenkant van een oven moet 15 mm bedragen. – bovenkant van een tussenbodem moet 15 mm bedragen.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uit‐ sparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge tem‐ peraturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand tus‐ sen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Kookplaten met randlijst / facetrand Aanwijzingen voor het inbou‐ wen Werkblad met tegels Afdichting tussen kookplaat en werk‐ blad De voegen en het gearceerde ge‐ deelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de kookplaat gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht. Wanneer u de kookplaat met een voegafdichtingsmiddel afdicht kun‐ nen de kookplaat en het werkblad bij een eventueel noodzakelijke demon‐ tage van de kookplaat beschadigd raken.
Kookplaten met randlijst / facetrand Inbouwmaten KM 6388 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluiting radiografische stick d Aansluitkast De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd.
Kookplaten met randlijst / facetrand Inbouwen Voorbereiding werkblad Maak de werkbladuitsparing zoals in de afbeelding van de kookplaat is aangegeven. Let op de veiligheidsaf‐ standen (zie hoofdstuk "Veiligheidsaf‐ standen"). Sluit de snijvlakken van werkbladen van hout af met speciale lak, silico‐ nenkit of giethars om te voorkomen dat ze bij vochtigheid gaan opzwel‐ len. Het afdichtmateriaal moet tem‐ peratuurbestendig zijn. De producten mogen niet op het werkblad terechtkomen.
Kookplaten zonder randlijst Aanwijzingen voor het inbou‐ wen Een gelijk met het werkblad liggende kookplaat is alleen geschikt voor in‐ bouw in natuursteen (graniet, marmer), massief hout en betegelde werk‐ bladen. Kookplaten die in het hoofd‐ stuk "Inbouwmaten" van een betref‐ fende aanwijzing zijn voorzien, zijn ook geschikt voor inbouw in werk‐ bladen van glas. Neem voor werk‐ bladen van andere materialen contact op met de betreffende fabrikant.
Kookplaten zonder randlijst Inbouwmaten KM 6389 a Voorkant b Inbouwhoogte c Aansluiting Miele@home / Con@cti‐ vity d Getrapte freesrand voor natuurste‐ nen werkbladen e Aansluitkast De aansluitkabel (L = 1440 mm) is los bijgevoegd. Zie beslist de detailtekeningen voor de afmetingen van de uitsparing voor een natuurstenen werkblad.
Kookplaten zonder randlijst Inbouwen Werkblad van natuursteen Werkblad van massief hout / bete‐ geld werkblad / werkblad van glas a Werkblad a Werkblad b Kookplaat b Kookplaat c Voeg c Voeg Omdat voor de keramische plaat en de uitsparing in het werkblad een ze‐ kere tolerantie geldt, kan de voeg‐ breedte (minimaal 1 mm) variëren.
Kookplaten zonder randlijst Voorbereiding werkblad Maak de werkbladuitsparing zoals in de afbeelding van de kookplaat en de detailtekeningen is aangegeven. Let op de veiligheidsafstanden (zie hoofdstuk "Veiligheidsafstanden"). Werkbladen van massief hout / bete‐ gelde werkbladen / werkbladen van glas: bevestig de houten lijsten 7 mm onder de bovenkant van het werk‐ blad (zie afbeelding). Aansluitkabel aansluiten op de kook‐ plaat De aansluiting mag alleen door een elektricien worden uitgevoerd.
Elektrische aansluiting Letselrisico! Aansluiting Door ondeskundige installatie- en onderhoudswerkzaamheden of repa‐ raties kunnen zeer gevaarlijke situa‐ ties voor de gebruiker ontstaan waarvoor Miele geen aansprakelijk‐ heid aanvaardt. Miele kan niet verantwoordelijk wor‐ den gesteld voor schade die het ge‐ volg is van ondeskundige installatieen onderhoudswerkzaamheden of reparaties. Evenmin is Miele aan‐ sprakelijk voor (de gevolgen van) een ontbrekende of onderbroken aarding (bijv.
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Lichamelijk letsel door elek‐ trische schok! Zorg dat de netspanning niet per on‐ geluk weer kan worden ingescha‐ keld. Moet het apparaat spanningsvrij wor‐ den gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk: Zekeringen Draai de zekering los en haal deze uit de houder. Zekeringsautomaat Druk op de testknop (rood) totdat de middelste knop (zwart) eruitspringt. Inbouwzekeringsautomaat (Zelfuitschakelaar, min.
Elektrische aansluiting Aansluitschema a b c d e L1 L2 L3 N 200-240 V~ 200-240 V~ 200-240 V~ a b c d e L1 L2 N 200-240 V~ 200-240 V~ (L3) a b c d e L1 200-240 V~ N (L2) 65
Service, typeplaatje, garantie Service Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – Miele De gegevens van Miele vindt u achter in deze gebruiks- en montagehandleiding. Voor een goede en vlotte afhandeling moet Miele weten welk type apparaat u heeft en welk fabricagenummer het heeft. Typeplaatje Plak hier het bijgevoegde typeplaatje. Controleer of de gegevens op het typeplaat‐ je overeenkomen met de gegevens op de achterzijde van deze gebruiksaanwij‐ zing.
Productgegevensbladen Hieronder zijn de gegevensbladen bijgevoegd van de in deze gebruiks- en monta‐ gehandleiding beschreven modellen. Informatie over huishoudelijke elektrische kookplaten volgens verordening (EU) Nr.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
KM 6388 / KM 6389 nl-NL M.-Nr.