Gebruiksaanwijzing Inductiekookplaten KM 490 / KM 491 / KM 493 KM 494 / KM 497 / KM 498 KM 490-1 / KM 491-1 / KM 493-1 KM 494-1 / KM 497-1 / KM 498-1 Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Modellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Sensortoetsen en info-displays . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Reiniging en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34 Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36 Techniek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 Technische gegevens . . .
Algemeen Modellen KM 490 / KM 491 KM 490-1 / KM 491-1 ac Inductiekookzones met boosterfunctie bd Inductiekookzones e Bedieningspaneel KM 493 / KM 494 / KM 497 / KM 498 KM 493-1 / KM 494-1 KM 497-1 / KM 498-1 ac Inductiekookzones met boosterfunctie bd Inductiekookzones e 4 Bedieningspaneel
Algemeen Bedieningspaneel Sensortoetsen: f Kookplaat AAN/UIT g Vergrendeling h Kookzonebediening i Klok (zie de rubriek "Bediening en weergave klok") k Boosterfunctie kookzone rechts achter l Boosterfunctie kookzone links voor Controlelampjes: j Boosterfunctie m Vergrendeling 5
Algemeen Sensortoetsen en info-displays n Kookzone-indicator o Weergave: 0 = 1 t/m 9 = H = ß = F De kookzone is klaar voor gebruik Vermogensstand Restwarmte Geen pan of verkeerde pan (zie de rubriek "De juiste pannen") = Foutmelding (zie het hoofdstuk "Nuttige tips") p Controlelampje voor de aankookautomaat q Sensortoetsen voor het instellen van de vermogensstand Bediening en weergave klok r Tijddisplay s Controlelampje voor het automatisch uitschakelen, bijvoorbeeld van de kookzone rechts achter Senso
Algemeen Kookzones Kookzone KM 490 / KM 491 / KM 493 / KM 494 / KM 497 / KM 498 KM 490-1 / KM 491-1 / KM 493-1 / KM 494-1 / KM 497-1 / KM 498-1 minimale tot maximale Ø in cm* Vermogen in Watt** y 14 - 20 normaal: met booster: 1800 2300 w 14 - 20 normaal: met booster links voor ingeschakeld: 1800 1080 x 16 - 23 normaal: met booster: 2200 3000 z 10 - 16 normaal: met booster rechts achter ingeschakeld: 1400 630 Totaal: 7200 * Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bo
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het inbouwen en aansluiten van het apparaat Dit apparaat mag uitsluitend door een vakman worden ingebouwd en aangesloten. Deze is precies op de hoogte van de landelijke voorschriften en van de voorschriften van het gemeentelijke energiebedrijf en houdt zich daar strikt aan. Wanneer er bij het inbouwen en aansluiten van het apparaat fouten worden gemaakt, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u uw apparaat voor het eerst gebruikt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan het apparaat. Gebruik het apparaat alleen als het is ingebouwd. Alleen dan kunt u er zeker van zijn dat u niet met delen in aanraking komt die onder spanning staan. Gebruik het apparaat alleen voor het bereiden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan en kan gevaarlijk zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen of instellingen kunnen wijzigen. Het apparaat is bedoeld voor gebruik door volwassenen die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing. Kinderen kunnen de gevaren van een apparaat niet altijd goed inschatten. Houd daarom voldoende toezicht.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van schade aan het apparaat Laat geen voorwerpen op de keramische plaat vallen. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. Gebruik geen pannen of schalen met een niet gepolijste bodem (bijvoorbeeld gietijzer) of met een scherpe bodemrand. Daardoor ontstaan krassen die niet meer te verwijderen zijn. Ook zandkorrels kunnen krassen veroorzaken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van brandwonden Wanneer u de kookzones gebruikt, worden deze zeer heet. Ook na het uitschakelen blijven ze dat nog enige tijd. De restwarmte-indicator geeft aan of een kookzone nog heet is. Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als het apparaat defect is Wanneer u een defect aan het apparaat constateert, schakel dan eerst het apparaat uit en daarna de hoofdschakelaar van de huisinstallatie. Draai smeltveiligheden er volledig uit. Is het apparaat niet ingebouwd en heeft het geen vaste aansluiting, trek dan ook de aansluitkabel uit het stopcontact. Pak de aansluitkabel bij de stekker vast. Bel nu de afdeling Klantcontacten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Het voorkomen van andere gevaren Personen met een pacemaker dienen er rekening mee te houden dat in de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat een elektromagnetisch veld ontstaat dat de werking van de pacemaker nadelig kan beïnvloeden. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts. Zet pannen altijd midden op een kookzone. Zo voorkomt u onnodige blootstelling aan het elektromagnetische veld.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Hergebruik van het verpakkingsmateriaal remt de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Vaak neemt de leverancier de verpakking terug.
Vóór het eerste gebruik Informatie vooraf Uw kookplaat werkt volgens het inductieprincipe, dat wil zeggen de kookzones functioneren alleen maar, wanneer op de kookzones pannen met een magnetiseerbare bodem staan (zie de rubriek "De juiste pannen"). Maakt u zich niet ongerust, wanneer u brommende of klikkende geluiden hoort als de kookplaat is ingeschakeld. Deze geluiden zijn kenmerkend voor inductiekookplaten. 16 Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd.
Vóór het eerste gebruik Reiniging voor het eerste gebruik Wij raden u aan het apparaat met een vochtige doek te reinigen en daarna weer droog te wrijven, voordat u het voor het eerst gebruikt. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan. De metalen delen van het apparaat zijn voorzien van een speciaal beschermlaagje, waardoor bij het eerste gebruik geurtjes kunnen ontstaan.
Bediening Het inductieprincipe Inductiegeluiden Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneetveld. Wanneer de bodem van de gebruikte pan magnetiseerbaar is, produceert ("induceert") dit magneetveld wervelstromen. Hierdoor wordt de bodem van de pan heet. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd via de stralingswarmte van de pan. Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan.
Bediening De juiste pannen Let op! U kunt inductiekookzones alleen maar gebruiken, wanneer u pannen gebruikt met een magnetiseerbare bodem. Gebruik geen kookgerei met een te dunne bodem. Verhit kookgerei nooit leeg, tenzij de fabrikant van het kookgerei een dergelijk gebruik uitdrukkelijk toestaat.
Bediening Bedieningspaneel met sensortoetsen Het bedieningspaneel van uw inductiekookplaat is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. U kunt de kookzones bedienen door met uw vinger de juiste toetsen aan te tippen. De kookplaat reageert daarop telkens met een akoestisch signaal. Bedien alleen de betreffende toetsen. Druk daarbij van boven op het midden van de toets.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereiding Vermogensstand Boter, chocolade, etc. smelten Gelatine oplossen Yoghurt maken 1-2 Saus maken van eigeel en boter Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Gerechten warmhouden die snel aankoeken Rijst wellen 1-3 Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Gebonden saus of roomsaus maken, bijv.
Bediening Panherkenning De panherkenning zorgt voor optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet ... ... als u een kookzone zonder of met een ongeschikte pan inschakelt. U kunt nu geen vermogensstand instellen. Als u op de toets - of + drukt, verschijnen in het display van de kookzone gedurende 3 minuten afwisselend een 0 en het symbool ß. Het knipperen eindigt na afloop van die tijd of als u een geschikte pan op de kookzone zet. De 0 brandt dan constant. ...
Bediening Pangrootteherkenning Op een inductiekookzone werkt de inductie alleen op dat gedeelte dat door de pan wordt afgedekt. Hoe kleiner de pan, des te kleiner het oppervlak waarop warmte wordt geproduceerd. Dit betekent dat op dezelfde vermogensstand voor een kleine pan minder energie wordt verbruikt dan voor een grote pan. Gebruik pannen die zo groot zijn dat ze tussen de binnenste en de buitenste markeringsring passen.
Bediening Aankookautomaat Als de aankookautomaat geactiveerd is, wordt de desbetreffende kookzone een bepaalde tijd op het hoogste vermogen ingeschakeld. Daarna wordt naar de doorkookstand teruggeschakeld. De aankooktijd hangt af van de ingestelde doorkookstand (zie tabel). Bij een hoge doorkookstand is de aankooktijd relatief kort, omdat bij deze vermogensstanden meestal het lege serviesgoed voor het aanbraden wordt verhit. Doorkookstand 24 Aankooktijd in minuten en seconden (ca.
Bediening Boosterfunctie Ga als volgt te werk: De kookzones rechts achter en links voor hebben een boosterfunctie, waarmee een extra hoog vermogen kan worden geleverd. Is de booster ingeschakeld, dan werken de kookzones 10 minuten lang met een verhoogd vermogen op vermogensstand 9. Met deze functie kunt u bijvoorbeeld grote hoeveelheden water snel verhitten. U kunt beide boosters tegelijk gebruiken. ^ Druk op de toets B van de desbetreffende kookzone.
Bediening Het verhoogde vermogen voor de booster kan alleen worden geleverd, wanneer tegelijkertijd aan de kookzone rechts voor c.q. links achter een deel van het vermogen wordt onttrokken. Gedurende de boostertijd – kan de kookzone rechts voor maximaal op vermogensstand 7 worden gebruikt. – kan de kookzone links achter maximaal op vermogensstand 8 worden gebruikt. Dit geldt ook als u een hogere stand heeft ingesteld, bijvoorbeeld 9.
Bediening Uitschakelen en restwarmte-indicatie Zo schakelt u een kookzone uit: ^ Druk tegelijk op de toetsen - en + van de betreffende kookzone. In het display verschijnt gedurende enige seconden een 0. Is de kookzone nog heet, dan wordt daarna de restwarmte aangegeven. De restwarmte-indicatoren verdwijnen pas uit het display als de kookzones zover zijn afgekoeld dat u deze zonder gevaar kunt aanraken. Raak de kookzones niet aan zolang de restwarmte-indicator brandt.
Beveiligingen Vergrendeling Zo activeert u de vergrendeling: Om te voorkomen dat de kookplaat of kookzones per ongeluk worden ingeschakeld of instellingen worden gewijzigd, is dit apparaat voorzien van een vergrendeling. ^ Druk zo lang op de vergrendelingstoets a tot het bijbehorende controlelampje verschijnt. De vergrendeling kan worden geactiveerd, als de kookplaat is uitgeschakeld, maar ook als het apparaat in gebruik is.
Beveiligingen Automatische uitschakeling ... als een kookzone te lang aanstaat De kookplaat is voorzien van een beveiliging die de plaat automatisch uitschakelt als u vergeet deze uit te zetten. Is een kookzone langdurig ingeschakeld geweest (zie tabel), zonder dat de vermogensstand is gewijzigd, dan wordt de kookzone automatisch uitgeschakeld. In het display verschijnt de restwarmte-indicator. Vermogensstand Maximale bedrijfsduur in uren 1 10 2 5 3 5 4 4 5 3 6 2 7 2 8 2 9 1 ...
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Oververhitting van de inductiespoel De inductiespoel van een kookzone kan oververhit raken, wanneer – de pan de warmte niet goed geleidt. – vet of olie op een hoge vermogensstand verhit wordt. De oververhittingsbeveiliging leidt bij de desbetreffende kookzone tot een van de volgende reacties: – Is bij een kookzone de booster ingeschakeld, dan wordt de boosterfunctie uitgezet. – Is vermogensstand 9 ingesteld, dan knipperen in het display afwisselend een 9 en een 8.
Beveiligingen Oververhitting van de koeleenheid Ga als volgt te werk: De koeleenheid van de kookplaat kan oververhit raken als het apparaat niet voldoende geventileerd wordt. ^ Bevindt zich onder de kookplaat een lade, zorg dan dat tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat voldoende afstand is. De oververhittingsbeveiliging leidt bij de kookplaat tot een van de volgende reacties: – De eventueel ingeschakelde boosterfunctie wordt uitgeschakeld.
Klok De kookplaat is voorzien van een klok die gebruikt kan worden als kookwekker of voor het automatisch uitschakelen van een kookzone naar keuze. U kunt beide functies tegelijk gebruiken.
Klok Kookzone automatisch uitschakelen U kunt een kookzone alleen dan automatisch uitschakelen, als voor die kookzone een vermogensstand is gekozen. Ga als volgt te werk: ^ Stel voor de betreffende kookzone, bijvoorbeeld rechts achter, op de gebruikelijke manier een vermogensstand in. ^ Tip de sensortoets m aan. In het tijddisplay verschijnt een controlelampje.
Reiniging en onderhoud Gebruik nooit een stoomreiniger voor het reinigen van dit apparaat. De stoom kan in aanraking komen met onder spanning staande delen en zo een kortsluiting veroorzaken. Bovendien kunnen door de stoom het oppervlak en onderdelen van het apparaat blijvend beschadigd raken, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Als u een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen gebruikt, houdt u zich dan aan de aanwijzingen van de fabrikant.
Reiniging en onderhoud Reinig het apparaat regelmatig, bij voorkeur na elk gebruik. Laat de kookplaat eerst voldoende afkoelen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een schraper. Reinig de plaat vervolgens grondig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen en met keukenpapier of een schone doek. Ook kalkresten (van overgekookt water) en aluminiumvlekken worden zo verwijderd.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. Wat moet u doen als ... ... de kookplaat respectievelijk de kookzones niet kunnen worden ingeschakeld? Controleer of – de pannen geschikt zijn voor inductie. – de vergrendeling geactiveerd is. Is dat het geval, hef deze dan op (zie de rubriek "Vergrendeling"). – de zekering van de huisinstallatie doorgeslagen is.
Nuttige tips ... een van de volgende storingen optreedt: ... de ventilator na het uitschakelen doorwerkt? – De boosterfunctie wordt te vroeg uitgeschakeld. Dit is geen storing! De ventilator draait door totdat het apparaat is afgekoeld en wordt dan automatisch uitgeschakeld. – In het display knipperen afwisselend de vermogensstanden 9 en 8. – In de displays van alle kookzones knippert een 0. De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd (zie de rubriek "Oververhittingsbeveiliging"). ...
Techniek Elektrische aansluiting Dit apparaat mag uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf en neemt ze zorgvuldig in acht. Dit apparaat mag alleen worden aangesloten op een huisinstallatie die volgens NEN 1010 is geïnstalleerd.
Techniek Klantcontacten Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden / 3505 M.-Nr.