Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Beschrijving van het apparaat 4
- Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu 6
- Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 7
- Het besparen van energie 12
- Het in- en uitschakelen van de koel- vries com bi na tie 13
- De juiste temperatuur 15
- Zoemer 17
- De functie "Superfrost" 18
- Het inruimen, koelen en bewaren van levensmiddelen 19
- Het indelen van de binnenruimte 22
- Het invriezen en bewaren van levensmiddelen 23
- Maximale vriescapaciteit 23
- Het bewaren van diep vries pro duc ten 23
- Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? 23
- Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen 24
- Het ontdooien van ingevroren producten 26
- Het bereiden van ijsblokjes 26
- Het snelkoelen van dranken 26
- Diepvriesplateau 27
- Het gebruik van de koude- accu 27
- Het automatisch ontdooien van het apparaat 28
- Het reinigen van de koel- vries com bi na tie 29
- Nuttige tips 31
- Geluiden en de oorzaken ervan 34
- Afdeling Klantcontacten / Garantie 35
- Elektrische aansluiting 36
- Montage-instructies 37
- Inbouwmaten 39
- Het veranderen van de draairichting van de deuren 40
- Het inbouwen van het apparaat 41

Normaal energieverbruik Te hoog energieverbruik
Plaatsing van het apparaat In ruimten waar kan worden geventi
-
leerd
In gesloten ruimten waar niet
kan worden geventileerd
Op een plaats waar de zon niet di
-
rect op kan schijnen
Op een plaats waar de zon di
-
rect op kan schijnen
Niet naast een warmtebron (verwar
-
ming, fornuis)
Naast een warmtebron (verwar
-
ming, fornuis)
Bij een kamertemperatuur van ca.
20 °C
Bij een hogere omgevingstem
-
peratuur
Temperatuurinstelling
in standen
Instelling van één van de middelste
standen: 2 of 3.
Hoe hoger de stand, hoe lager
de temperatuur, des te hoger
het energieverbruik
Temperatuurinstelling
in graden
(Digitale weergave)
Vak voor wijnflessen: 8 tot 12 °C Bij apparaten met winterschake
-
ling: schakel bij omgevingstem
-
peraturen lager dan 16 °C de
winterschakeling uit.
Koelzone: 4 tot 5 °C
0° zone: ca. 0 °C
Diepvrieszone: -18 °C
Dagelijks gebruik Open de deur alleen wanneer dat
nodig is en dan nog zo kort moge-
lijk.
De temperatuur in het apparaat
wordt hoger naarmate de deur
vaker wordt geopend en de
deur langer geopend blijft.
Leg de levensmiddelen bij het inrui-
men meteen op de goede plek.
Moet u lang zoeken, dan stijgt
de temperatuur.
Laat warme levensmiddelen en
dranken eerst afkoelen.
Zijn de levensmiddelen nog
warm, moet de motor langer
werken om de vereiste tempera
-
tuur te bereiken.
Leg de levensmiddelen alleen afge
-
dekt of verpakt in het apparaat.
Wanneer vloeibare stoffen in de
koelzone condenseren neemt
de koelcapaciteit af.
Leg ingevroren producten in de
koelzone wanneer ze moeten ont
-
dooien.
Plaats de levensmiddelen niet te
dicht op elkaar zodat de lucht tussen
de levensmiddelen kan circuleren.
Ontdooien Ontdooi het diepvriesgedeelte wan
-
neer er een ijslaag van 1 cm in zit.
Een ijslaag in het diepvries
-
gedeelte bemoeilijkt het invrie
-
zen en bewaren van producten
in dit gedeelte. Daardoor stijgt
het stroomverbruik.
Het besparen van energie
12