Gebruiks- en montage-aanwijzing voor de koelkasten K 9123 Ui Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Beschrijving van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het besparen van energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Het in- en uitschakelen van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Geluiden en de oorzaken ervan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Afdeling Klantcontacten / Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Plaats van opstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving van het apparaat a Aan / Uit - toets c Temperatuuraanduiding b Temperatuurtoets d Superkoeling – toets met controlelampje e Bedieningspaneel j Flessenvak f Uittrekbare koelwagen met verstelbare deur k Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater g Verplaatsbare rekjes l Opslagruimte in de bodem h Uittrekbare laden m Groente- en fruitvak i Binnenverlichting n Ventilatieroosters 4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Controleer vóórdat het apparaat wordt ingebouwd, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik worden genomen. ~ Deze koelkast bevat het koelmiddel isobutaan (R600a). Dit is een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van dit apparaat is uitsluitend gegarandeerd als dit wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Laat de huisinstallatie bij twijfel door een erkend vakman / vakvrouw inspecteren. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische schok).
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verdere tips voor het gebruik ~ Bewaar geen stoffen in het apparaat die drijfgassen of andere verstuivingsmiddelen bevatten. Wanneer de thermostaat wordt ingeschakeld kunnen vonken ontstaan. Deze kunnen licht ontvlambare producten tot explosie brengen. ~ Gebruik geen elektrische apparaten in dit apparaat, bijv. voor het maken van ijs. Doet u dat wel, kunnen er vonken ontstaan en bestaat er gevaar voor een explosie.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt ~ Maak het slot onbruikbaar, zodat kinderen niet in het apparaat ingesloten raken en in levensgevaar komen. ~ Beschadig geen delen van het koelsysteem, bijv. door – koelmiddelkanalen van de vriesplaten open te prikken; – buisleidingen om te buigen; – beschermende lagen af te krabben. Spuit er koelmiddel uit, kan dat oogletsel veroorzaken.
Het besparen van energie Normaal energieverbruik Plaats van het apparaat In geventileerde ruimtes Blootgesteld aan zonnestralen Te hoog energieverbruik In gesloten, niet geventileerde ruimtes Niet blootgesteld aan zonnestralen Niet naast een warmtebron (verwar- Naast een warmtebron (verwarming, ming, fornuis) fornuis) Bij een kamertemperatuur van ca.
Het in- en uitschakelen van het apparaat Voor het eerste gebruik ^ Trek de beschermfolies van het apparaat. De temperatuuraanduiding geeft de gewenste temperatuur aan. Het apparaat begint te koelen. Wanneer de deur wordt geopend gaat de binnenverlichting aan. Het uitschakelen van het apparaat In het apparaat zit een transportbeveiliging aan de achterwand. ^ Druk op de Aan/Uit – toets totdat de temperatuuraanduiding uitgaat. De koeling is uitgeschakeld.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur ^ Druk nog eens ca. 5 seconden op de temperatuurtoets. De lagere temperatuur wordt overgenomen, maar dat is in de temperatuuraanduiding niet zichtbaar.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Het uitschakelen van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelzone zeer snel zo laag mogelijk. Hoe laag hangt van de kamertemperatuur af. De superkoeling wordt automatisch na ca. 6 - 12 uur uitgeschakeld. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen.
Het opslaan in de koelzone Minst koele gedeelte in de koelzone In dit apparaat (inclusief het groente- en fruitvak en het flessenvak) kan 20 kg levensmiddelen worden opgeslagen. Gedeelten met verschillende temperaturen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Zo zakt de koude, zware lucht in het onderste gedeelte van het apparaat. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen gebruik van deze verschillende temperaturen.
Het opslaan in de koelzone Niet geschikt voor de koelkast Afdekken of niet? Koudegevoelige levensmiddelen zijn niet geschikt om bij temperaturen onder de 5 °C te worden bewaard. Citrusvruchten krijgen een harde schil, sinaasappels verliezen daarbij ook nog hun aroma, evenals tomaten; aubergines worden bitter en aardappels zoet. Bewaar levensmiddelen in de koelzone alleen afgedekt of verpakt. Zo voorkomt u dat er levensmiddelenluchtjes vrijkomen en op andere levensmiddelen worden overgedragen.
Het opslaan in de koelzone Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groente- en fruitsoorten: Broccoli, bloemkool, spruitjes, komkommers, tomaten, appels, peren, honingmeloenen, abrikozen, nectarines, perziken, kiwi's en mango's Voorbeeld: Appels en broccoli kunnen niet samen in één vak worden opgeslagen, omdat appels veel natuurlijk gas afscheiden en broccoli op dit soort gas zeer gevoelig reageert. Broccoli is daardoor veel minder lang houdbaar.
Het indelen van de binnenruimte Rekjes Uittrekbare laden De uittrekbare laden zijn voorzien van verplaatsbare rekjes. Het verwijderen van de laden Haal de voorste en achterste rekjes alleen uit het apparaat wanneer u ze wilt reinigen. Het risico dat het glas in de bodem van de lade wordt meegetrokken, valt en breekt, moet zo klein mogelijk worden gehouden. De middelste rekjes kunt u altijd verplaatsen. De laden zijn via rolgeleiders in- en uitschuifbaar. U kunt ze er ook helemaal uithalen.
Het indelen van de binnenruimte Groente- en fruitvak Schuif de rolgeleiders daarna weer naar binnen om te voorkomen dat ze beschadigd raken. Het groente- en fruitvak heeft een uitneembare scheidingswand. Let er bij het reinigen van het apparaat op dat het speciale vet in de rolgeleiders er niet wordt uitgewassen en reinig deze daarom alleen met een vochtige doek. Het terugplaatsen van de laden ^ Zorg ervoor dat de rolgeleiders helemaal naar binnen zijn geschoven. ^ Zet de laden op de rolgeleiders.
Het automatisch ontdooien Het ontdooien van de koelzone Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelzone rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelzone wordt automatisch ontdooid. Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat. Let erop dat het dooiwater altijd ongehinderd weg kan lopen.
Het reinigen van het apparaat Let erop dat er geen water in de temperatuurregelaar en in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat mag niet worden verwijderd. De gegevens zijn nodig in het geval er een storing optreedt.
Het reinigen van het apparaat Haal de uittrekbare laden van de rolgeleiders af voordat u ze uit elkaar gaat halen. ^ Haal de laden uit het apparaat. Zie hoofdstuk: "Het indelen van de binnenruimte". ^ Leg ze ergens neer op een zachte ondergrond, bijv. op een theedoek. Het reinigen van de binnenruimte en de onderdelen ^ Reinig het apparaat minstens 1 x in de maand. ^ Gebruik lauwwarm water met wat reinigingsmiddel.
Het reinigen van het apparaat Het reinigen van de luchttoevoer- en luchtafvoerroosters ^ Reinig deze roosters regelmatig met een kwast of een stofzuiger. Na het reinigen ^ Plaats alle uitneembare onderdelen weer terug in het apparaat. ^ Sluit de uittrekbare koelwagen. Wanneer er zich stof ophoopt, wordt er onnodig veel energie verbruikt. ^ Sluit het apparaat weer aan Het reinigen van de deurdichting ^ Schakel de superkoeling in, zodat het in het apparaat weer snel koud wordt.
Nuttige tips Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico’s lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . . het apparaat het niet doet? ^ Controleer of: – het apparaat is ingeschakeld, in welk geval de temperatuuraanduiding moet branden; – de stekker stevig in het stopcontact zit; – de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is ingeschakeld.
Nuttige tips . . . de binnenverlichting in de koelzone het niet meer doet? ^ Controleer of de koelwagen van het apparaat ca. 15 minuten heeft opengestaan. De verlichting wordt in zo’n geval automatisch uitgeschakeld. Heeft de koelwagen niet zo lang opengestaan en doet de temperatuuraanduiding het wel, dan is de verlichting kapot. ^ Neem contact op met de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland. De LED-verlichting mag alleen door onze technici worden gerepareerd en vervangen.
Geluiden en de oorzaken ervan Vaak voorkomende geluiden Waar komen deze geluiden vandaan? Brrrrr... Dit brommende geluid komt van de motor (compressor). Wanneer de motor aanslaat klinkt dit geluid nog iets sterker. Blub, blub.... Deze klotsende, gorgelende of snorrende geluiden komen van de koelvloeistof die door de leidingen stroomt. Klik.... Dit klikkende geluid is altijd te horen wanneer de thermostaat de motor in- of uitschakelt. Sssrrrrr....
Afdeling Klantcontacten / Garantie Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele Nederland B.V. Telefoonnummer en adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de afdeling Klantcontacten altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Het is het beste wanneer de contactdoos zich naast het apparaat bevindt en u er gemakkelijk bij kunt.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct doorheen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Afmetingen van het apparaat De sokkelhoogte B ontstaat door verschillende onderbouwhoogten: Bij een nishoogte van 820 mm is de sokkelhoogte 100 - 170 mm. De sokkelhoogte hangt af van de hoogte van de frontplaat van het meubel. Bij een nishoogte van 870 mm is de sokkelhoogte 150 - 220 mm. De sokkelhoogte hangt af van de stand van de stelvoeten onder het apparaat en de hoogte van de frontplaat van het meubel.
Het inbouwen van het apparaat Gewicht van de meubeldeur Controleer voordat u de meubeldeur monteert of deze het maximaal toelaatbare gewicht niet overschrijdt. Apparaat K 9123 Ui Maximaal gewicht van de meubeldeur in kg Voor het inbouwen van het apparaat hebt u nodig: – een sleufschroevendraaier, – Torx® schroevendraaiers in verschillende maten: Torx® 15 en 25, – een zeskantige sleutel – en een zeskantige inbussleutel.
Het inbouwen van het apparaat ^ Leg de elektrische kabel zo, dat u het apparaat na het inbouwen gemakkelijk op het elektriciteitsnet kunt aansluiten. ^ Schuif het apparaat nu in de onderbouwkast. ^ Stel het apparaat zo, dat over de hele breedte tussen het apparaat en de voorkant van de zijwanden van de kast een afstand wordt aangehouden van 42 mm.
Het inbouwen van het apparaat De luchttoevoer- en luchtafvoerroosters in de sokkel mogen niet worden afgedekt! ^ Draai de beide voorste stelvoeten met een inbussleutel naar buiten. Zodra de stelvoeten iets naar buiten zijn gedraaid, kunnen ze ook met een schroevendraaier aan de onderkant worden versteld. Zie detailtekening. ^ Zet het bijgevoegde stuk schuimstof a in het apparaat. Dit is belangrijk voor een optimale luchtgeleiding en daarmee voor een optimale werking van het apparaat.
Het inbouwen van het apparaat Het bevestigen van het apparaat in de inbouwkast Voor onderbouw onder een granieten werkblad is via de afdeling Klantcontacten een set verkrijgbaar waarmee het apparaat aan de zijkanten kan worden bevestigd. ^ Maak het apparaat met de spaanplaatschroeven (4 x 19 mm) door de bevestigingsplaat aan het werkblad vast. Het monteren van de meubeldeur ^ Monteer de deurgreep precies op het midden van de deur.
Het inbouwen van het apparaat ^ Teken met een potlood een middellijn op de binnenkant van de meubeldeur. ^ Hang bevestigingstraverse a met de montagehulpstukken op de binnenkant van de meubeldeur. Stel de bevestigingstraverse precies in het midden. ^ Maak de bevestigingstraverse met minstens 6 korte spaanplaatschroeven b (4 x 14 mm) vast. Gebruik bij cassettedeuren slechts 4 schroeven aan de rand. ^ Trek de montagehulpstukken c naar boven en trek ze eruit.
Het inbouwen van het apparaat ^ Draai de moeren a aan de bovenkant van de deur van het apparaat vast. Houd de stelschroef b daarbij met een sleufschroevendraaier vast. ^ Schroef de deur van het apparaat met de bevestigingshaken a als volgt aan de meubeldeur vast. – Boor de bevestigingspunten in de meubeldeur vòòr. Markeer de punten eventueel eerst met een priem. – Draai de korte spaanplaatschroeven b (4 x 14 mm) er in.
Het inbouwen van het apparaat Het instellen van de deurdichting Afhankelijk van het gewicht van de meubeldeur kan het nodig zijn om de deur van het apparaat te verstellen. ^ Zet het afdekplaatje er op.
Het inbouwen van het apparaat De verstelmogelijkheden bevinden zich rechts en links onder het flessenvak aan de binnendeur. Het verstellen van de deurhoek Doe dit altijd aan beide kanten. ^ Til groentevak en flessenvak er uit. ^ Draai schroef c er helemaal uit. Deze is niet meer nodig. ^ Draai de schroeven d met 1 tot 2 omdraaiingen los. ^ Draai verstelschroef e: – Met de klok mee = De deur beweegt zich aan de bovenkant van de ommanteling van het apparaat af.
Het inbouwen van het apparaat Het stellen van de deur Doe dit altijd aan beide kanten. – Het verstellen in hoogte (y) ^ Draai schroeven g er helemaal uit. Deze zijn niet meer nodig. ^ Draai de schroeven f met 1 tot 2 omdraaiingen los. ^ Draai verstelschroef h: – Met de klok mee = De deur beweegt zich max. 4 mm naar boven – Tegen de klok in = De deur beweegt zich max. 2 mm naar beneden ^ Draai daarna alle schroeven f weer stevig aan.
Wijzigingen voorbehouden / 0412 K 9123 Ui M.-Nr.