Gebruiks- en montage-aanwijzing voor koelkasten K 821 i, K 822 i K 831 i, K 832 i K 841 i, K 842 i K 852 i Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het in- en uitschakelen van de koelkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Bij langere afwezigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Nuttige tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Technische Dienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Montage-instructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Plaats van opstelling . . . . .
Algemeen a Temperatuuraanduiding b Superkoeling - toets en controlelampje voor de Superkoeling c Aan-/Uit - schakelaar en temperatuurregelaar d Lichtcontactschakelaar e Diepvriesvak* i Boter- en kaasvak f Plateaus j Eierrekje g Gootje voor het dooiwater en afvoeropening voor het dooiwater k Binnenverlichting h Groenten- en fruitladen 4 l Deurvak m Fleshouder* * Afhankelijk van het model
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grofvuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven. Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze koelkast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hoe meer koelmiddel een koelkast bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de koelkast wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de koelkast bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik Raak ingevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Als u dat doet zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden. Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit het diepvriesvak heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van deze producten zouden uw lippen en tong kunnen vastvriezen en zou u zich kunnen verwonden. Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien. Deze kunnen explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten die het kunststof beschadigen of ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid. Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Als u dat doet dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus. Wat te doen wanneer u het apparaat afdankt Voorkom dat kinderen zich bij het spelen insluiten en in levensgevaar komen.
Het in- en uitschakelen van de koelkast Voor het eerste gebruik ^ Reinig de binnenkant van de koelkast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Het inschakelen van de koelkast Het uitschakelen van de koelkast ^ Draai de Aan-/Uit - schakelaar met een munt naar links terug op stand "0". De temperatuuraanduiding gaat uit. De koeling en de binnenverlichting zijn uitgeschakeld.
De juiste temperatuur Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven. Wanneer u voor het bewaren van levensmiddelen de juiste temperatuur instelt kunt u daarmee bederf voorkomen of vertragen.
De juiste temperatuur Hoe hoger de stand aan de temperatuurregelaar, des te lager de temperatuur in het apparaat. Wanneer het apparaat normaal wordt gebruikt en levensmiddelen voor korte tijd in het diepvriesvak worden bewaard is een instelling tussen de 2 en 3 voldoende. Wanneer het apparaat normaal wordt gebruikt en levensmiddelen voor lange tijd in het diepvriesvak worden bewaard is een instelling tussen de 3 en 4 aan te raden.
De functie "Superkoeling" Het gebruik van de superkoeling Met behulp van de functie "Superkoeling" daalt de temperatuur in de koelruimte zeer snel tot ongeveer 2 °C. Het gebruik van de superkoeling is vooral dan aan te raden, wanneer u grote hoeveelheden verse levensmiddelen of drank opslaat en snel wilt laten afkoelen. Het inschakelen van de superkoeling Het uitschakelen van de superkoeling De superkoeling wordt automatisch na ca. 6 uur uitgeschakeld.
Het inruimen van levensmiddelen Door de natuurlijke luchtcirculatie ontstaan er in de koelruimte zones met verschillende temperaturen. De koude, zware lucht zakt in het onderste gedeelte van het apparaat. Maak bij het inruimen van de levensmiddelen van deze verschillende koudezones gebruik. De koelste zones bevinden zich aan de achterwand en boven de groentenen fruitladen. Gebruik de koelzone boven de groentenladen voor levensmiddelen die makkelijk bederven, bijv. vlees, worst en vis.
Het indelen van de binnenruimte Plateaus Deurvakken De plateaus kunt u in hoogte verstellen zodat er producten van verschillende hoogte kunnen worden neergezet / neergelegd. ^ Schuif de deurvakken naar boven en haal ze eruit. ^ Trek het plateau naar voren totdat u weerstand voelt, til het aan de voorkant op en haal het eruit. ^ Zet het plateau met de achterkant naar boven op de gewenste plek, haal de voorkant omhoog en schuif het plateau naar binnen.
Het koelen en bewaren van levensmiddelen Waar u op moet letten bij het koelen en bewaren van levensmiddelen Zoals al opgemerkt bevinden zich in de koelzone gedeelten met verschillende temperaturen. Maak daar bij het koelen en bewaren van levensmiddelen gebruik van. Neem ook de tips voor het inruimen van levensmiddelen in acht. Zie het desbetreffende hoofdstuk. – De levensmiddelen mogen niet met de achterwand in aanraking komen, want in dat geval kunnen ze eraan vastvriezen.
Het koelen en bewaren van levensmiddelen Voorbeelden van vruchten die veel natuurlijke gassen afscheiden: Appels, passievruchten, abrikozen, peren, nectarines, perziken, pruimen, avocado’s, papaya’s en vijgen. Voorbeelden van groenten en fruit die erg gevoelig reageren op gassen van andere groenten- en fruitsoorten: Kiwi’s, broccoli, bloemkool, spruitjes, mango’s, honingmeloen, appels, abrikozen, komkommer, tomaten, bananen, avocado’s, peren, nectarines en perziken.
Het gebruik van het diepvriesvak Het gebruik van het diepvriesvak Het invriezen en bewaren van verse levensmiddelen Gebruik het diepvriesvak voor Gebruik voor het invriezen alleen verse levensmiddelen waar geen rotte plekken in zitten! – het bewaren van diepvriesproducten; – het invriezen en bewaren van kleine hoeveelheden levensmiddelen; – het bereiden van ijsblokjes en ijs.
Het gebruik van het diepvriesvak – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het apparaat afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is. Het verpakken ^ Vries de levensmiddelen per portie in.
Het gebruik van het diepvriesvak Het ontdooien van ingevroren producten Dat kunt u doen – in de magnetron; – in de oven bij het verwarmingssysteem "Hetelucht" of "Ontdooien"; – bij kamertemperatuur; – in de koelruimte van de koelkast. Platte stukken vlees en vis kunnen gedeeltelijk ontdooid in een hete braadpan worden gelegd. Fruit kan bij kamertemperatuur zowel in de verpakking als ook in een afgedekte schaal ontdooien.
Het ontdooien van de koelkast Het ontdooien van de koelruimte Het ontdooien van het diepvriesvak Terwijl de koelkast in werking is, kunnen zich aan de achterwand van de koelruimte rijp en waterpareltjes vormen. Deze hoeft u niet te verwijderen, want de koelruimte wordt automatisch ontdooid. (afhankelijk van het model) Het dooiwater loopt via het gootje voor het dooiwater en via de afvoeropening voor het dooiwater in het verdampingssysteem aan de achterkant van het apparaat.
Het ontdooien van de koelkast ^ Laat de deur van het diepvriesvak open. ^ Neem het dooiwater met een spons op. U kunt het ontdooien versnellen door een pannetje op een onderzetter met heet (niet kokend) water in het diepvriesvak te zetten. In dat geval kan de deur bij het ontdooien gesloten blijven, zodat de warmte niet vrij kan komen. Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsapparaten of kaarsen in de koelkast. Als u dat doet raakt het kunststof beschadigd.
Het reinigen van de koelkast Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de elektronica of in de verlichting terechtkomt. Zorg ervoor dat er geen reinigingswater door de afvoeropening voor het dooiwater loopt. Gebruik geen stoomreiniger.
Het reinigen van de koelkast Het reinigen van de deurting Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus. Reinig de deurdichting regelmatig alleen met helder water en wrijf deze daarna met een doek grondig droog. Na het reinigen ^ Plaats alle toebehoren weer terug in de koelkast. ^ Schakel het apparaat met behulp van de Aan-/Uit - schakelaar in. ^ Plaats de levensmiddelen weer terug in de koelkast. ^ Sluit de deur van de koelkast.
Nuttige tips . . . de koelkast niet koelt? Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . .
Nuttige tips . . .
Nuttige tips . . . de binnenverlichting in de koelzone niet meer functioneert? Let er bij het indraaien op dat de dichting goed vast zit. ^ Controleer of de lichtschakelaar klemt. ^ Hang de lampafdekking er aan de achterkant weer in. Is dat niet het geval, dan is het gloeilampje kapot. ^ Laat de afdekking aan de zijkanten weer vastklikken. ^ Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie uit. . . .
Technische Dienst Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de Technische Dienst altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting.
Montage-instructies Luchttoevoer en luchtafvoer Een apparaat dat niet is ingebouwd kan kantelen! Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam, waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is. Geschikt is een droge ruimte waar kan worden geventileerd. Klimaatklasse Het apparaat is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Montage-instructies Inbouw in een scheidingswand Wanneer het apparaat in een scheidingswand wordt ingebouwd moet de achterkant van de inbouwnis van een front worden voorzien. Had uw oude apparaat een andere scharniertechniek? Wanneer uw oude apparaat een andere scharniertechniek had kunt u toch de meubeldeur gebruiken. Verwijder in dat geval het oude beslag van de inbouwkast. We hebben dit niet meer nodig daar de meubeldeur op de deur van het apparaat wordt gemonteerd.
Inbouwmaten Hoogte van het apparaat [mm] Hoogte van de inbouwnis [mm] a b K 821 i, K 822 i 870 874 – 885 K 831 i, K 832 i 1020 1024 – 1040 K 841 i, K 842 i 1216 1220 – 1235 K 852 i 1393 1397 – 1410 32
Het veranderen van de draairichting van de deur Voordat u de koelkast inbouwt moet u bepalen aan welke kant de koelkastdeur moet worden geopend. Als de deur linksscharnierend moet zijn, moet u de draairichting van de deur veranderen. Deur van de koelkast ^ Open de deur van de koelkast. ^ Draai de schroeven a eruit. Klap de scharnieren niet in elkaar, want dan zou u zich kunnen verwonden. ^ Zet de scharnieren er diagonaal aan de andere kant weer aan b.
Het veranderen van de draairichting van de deur Deurtje van het diepvriesvak ^ Schroef de lagersteun a los en haal de steun er samen met het deurtje van het diepvriesvak b af. ^ Schuif de koelkastdeur op de voorgemonteerde schroeven a en draai de schroeven stevig aan. ^ Plaats de lagersteun op de bovenste stift van het deurtje van het diepvriesvak c en draai het deurtje om zodat de lagersteun beneden zit. ^ Maak de afdekkingen b weer vast. ^ Schroef de sluithaak d eraf.
Het inbouwen van het apparaat Alle stappen bij de montage worden gedemonstreerd met een apparaat met een rechtsscharnierende deur. Hebt u een apparaat met linksscharnierende deur, houd daar dan bij de montage rekening mee. Voordat u het apparaat inbouwt Het stellen van de inbouwkast ^ Schuif de opvulplaat a in de houder. Stel de inbouwkast voordat u het apparaat inbouwt heel precies met een waterpas.
Het inbouwen van het apparaat Het inbouwen van het apparaat ^ Schuif het apparaat in de inbouwkast. Let er daarbij op dat de aansluitkabel niet ergens tussen beklemd raakt. ^ Druk het apparaat met de kant waar de scharnieren zitten tegen de wand van de inbouwkast. ^ Stel het apparaat via de stelvoeten met de bijgevoegde gaffelsleutel f. ^ Schroef de kunststof haak c met de schroeven met een verzonken schroefkop d (M5 x 22) vast aan de kant waar de deur wordt geopend.
Het inbouwen van het apparaat ^ Draai een lange spaanplatenschroef b (4 x 19 mm) losjes door het midden van het sleufgat van de kunststof haak en klap de kunststof haak naar beneden c. ^ Sluit de deur van het apparaat. Het monteren van de meubeldeur ^ Teken met een potlood een dunne middellijn op de binnenkant van de meubeldeur. ^ Hang de bevestigingstraverse met de montagehulpstukken a op de binnenkant van de meubeldeur. Stel de bevestigingstraverse precies in het midden.
Het inbouwen van het apparaat ^ Hang de meubeldeur op de stelschroeven a. ^ Draai de moeren b losjes op de stelschroeven. ^ Sluit de deur en controleer de afstand van de de deur tot de meubeldeuren daarnaast. ^ Stel de meubeldeur ten opzichte van de meubeldeuren daarnaast. Het stellen aan de zijkanten: de juiste afstand X krijgt u door de meubeldeur te verschuiven. Het stellen in de hoogte: de juiste afstand Y krijgt u door met een sleufschroevendraaier aan de stelschroeven a te draaien.
Het inbouwen van het apparaat (Schroef bij een grote meubeldeur of een meubeldeur die uit verschillende delen bestaat een tweede paar bevestigingshaken a in het handvatgedeelte van de deur. Gebruik daarvoor de voorgeboorde gaten van de deur van het apparaat). Schroef het apparaat boven en onder aan de meubelkast vast. Het vastmaken van het apparaat ^ Draai de moeren a aan de bovenkant van de deur van het apparaat vast. Houd daarbij de stelschroeven b met een sleufschroevendraaier vast.
Het inbouwen van het apparaat ^ Zet de afdekkingen erop.
Wijzigingen voorbehouden / 2003 M.-Nr. 05 989 160 / 01 K 821 i, K 822 i, K 831 i, K 832 i, K 841 i, K 842 i, K 852 i Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.