Operation Manual
Ovenruimte voorverwarmen
U hoeft de ovenruimte slechts bij weinig
bereidingen voor te verwarmen.
De meeste gerechten kunt u in de kou
-
de oven zetten. Zo benut u ook de
warmte van de opwarmfase.
Bij de bereiding van de volgende voe
-
dingsmiddelen moet u de oven wel
voorverwarmen:
Bij "Hetelucht plus U":
–
Donker brooddeeg.
–
Rosbief en filet.
Bij "Boven-Onderwarmte V":
– Gebak met een korte baktijd (tot ca.
30 minuten).
– Fijne deegsoorten, bijvoorbeeld bis-
cuit.
– Donker brooddeeg.
– Rosbief en filet.
^ Kies de ovenfunctie en de tempera-
tuur.
^ Schakel bij pizza en gevoelige deeg-
soorten (zoals biscuit en koekjes) de
functie "Snelopwarmen" uit tijdens het
opwarmen.
^
Wacht tot de opwarmfase voorbij is.
Als de ingestelde temperatuur wordt
bereikt, hoort u een signaal, als deze
functie ingeschakeld is (zie "Instellingen
- Volume - Geluidssignalen").
^
Plaats het voedingsmiddel in de
oven.
Crisp function (vochtreductie)
Deze functie is ideaal voor vochtige
producten die een krokant bovenlaagje
moeten krijgen, zoals diepvriespatat,
kroketten en braadvlees met een korst
-
je.
Ook voor taarten met een vochtige bo
-
venlaag, zoals pruimen- en appeltaar
-
ten, is deze functie geschikt.
U kunt de "Crisp function" bij elke
ovenfunctie gebruiken.
U moet de functie voor elke bereiding
afzonderlijk activeren.
U bereikt het beste resultaat als u de
functie al bij het begin van een berei-
ding activeert.
U heeft het voedingsmiddel in de oven
gezet, een ovenfunctie gekozen en een
temperatuur ingesteld.
^ Kies "Wijzigen".
^ Blader in de keuzelijst, totdat "Crisp
function" verschijnt.
^
Kies "Crisp function".
^
Kies "Aan".
^
Kies "OK".
De vochtreductie is geactiveerd.
Uitgebreide bediening
57