Operating Instructions and Installation Instructions
a Functieschakelaar
b Temperatuurschakelaar
c Controlelampje temperatuur
Functieschakelaar
Met de functieschakelaar kiest u de
ovenfuncties en schakelt u de ovenver-
lichting apart in.
U kunt de schakelaar links- en rechts-
om draaien.
In de stand 0 kunt u de schakelaar
verzinken door erop te drukken.
T Verlichting
V Boven-Onderwarmte
X Onderwarmte
Y Grill
S Snelopwarmen
U Hetelucht plus
\ Circulatiegrill
P Ontdooien
Temperatuurschakelaar
Met de rechter schakelaar stelt u de
temperatuur in.
U kunt de schakelaar rechtsom tot de
aanslag draaien en weer terug.
In de nulstand is de knop verzinkbaar.
Het temperatuurbereik is bij de tempera-
tuurschakelaar weergegeven.
De instelling is goed afleesbaar, ook als
de oven in een onderkast is ingebouwd.
Controlelampje temperatuur 6
Het controlelampje 6 brandt als de
ovenverwarming ingeschakeld is.
Zodra de gekozen temperatuur is be
-
reikt,
–
wordt de ovenverwarming uitgescha
-
keld.
–
dooft het controlelampje voor de
temperatuur.
De temperatuurregeling van het appa
-
raat zorgt ervoor dat de ovenverwar
-
ming en het controlelampje weer wor
-
den ingeschakeld, zodra de tempera
-
tuur onder de ingestelde waarde daalt.
Bedieningselementen
17