Gebruiksaanwijzing Afwasautomaat Lees beslist de gebruiks- en montage-handleiding voordat u uw appa‐ raat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl-NL HG05 M.-Nr.
Inhoud Algemeen ................................................................................................................ 5 Het apparaat in èèn oogopslag................................................................................ 5 Bedieningspaneel .................................................................................................... 6 Werking van het display...........................................................................................
Inhoud Tijdweergave.......................................................................................................... 47 Energiemanagement .............................................................................................. 48 Einde van het programma...................................................................................... 48 Uitschakelen .......................................................................................................... 49 Afwasautomaat uitruimen .......
Inhoud Wateraansluiting .................................................................................................. 82 Het waterbeveiligingssysteem van Miele ............................................................... 82 Watertoevoer.......................................................................................................... 82 Waterafvoer............................................................................................................ 84 Technische gegevens ...............
Algemeen Het apparaat in èèn oogopslag a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar) g Zeefcombinatie b Besteklade (afhankelijk van het mo‐ del) h Typeplaatje c Bovenrek d Middelste sproeiarm i Reservoir voor naspoelmiddel j Tweevaksdoseerbakje voor reini‐ gingsmiddel e Luchttoevoer voor het drogen (afhan‐ k Reservoir voor regenereerzout kelijk van het model) f Onderste sproeiarm 5
Algemeen Bedieningspaneel a Programmakeuze f OK - toets b Display g - toets (FlexiTimer) met controle‐ lampje c Optietoetsen met controlelampjes d Start – toets met controlelampje e Pijltoetsen h - toets (Programmakeuze) i - toets (Aan/Uit) In deze gebruiksaanwijzing worden afwasautomaten beschreven die in hoogte kunnen verschillen. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: Normaal = Afwasautomaten met een hoogte van 80,5 cm (inbouwapparaat) resp.
Algemeen Werking van het display Menu "Instellingen" Algemeen Via het display kunt u kiezen, resp.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Deze afwasautomaat voldoet aan de geldende veiligheidsbepalin‐ gen. Ondeskundig gebruik kan echter persoonlijk letsel en schade aan het apparaat veroorzaken. Lees de montagehandleiding en de gebruiksaanwijzing aandach‐ tig door voordat u de afwasautomaat in gebruik neemt. Dat is vei‐ liger voor uzelf en u voorkomt schade aan het apparaat. Bewaar de montagehandleiding en de gebruiksaanwijzing en geef deze door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Efficiënt gebruik Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk of daarmee vergelijkbaar gebruik. Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor gebruik binnens‐ huis. Deze afwasautomaat is uitsluitend bestemd voor het afwassen van huishoudservies. Het gebruik voor andere doeleinden is ontoe‐ laatbaar en kan gevaarlijk zijn.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen Kinderen onder de acht jaar mogen alleen in de buurt van de af‐ wasautomaat komen als ze constant onder toezicht staan. Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat alleen dan zonder toezicht gebruiken, als ze daar uitleg over hebben gehad. Ze moeten inzien wat voor gevaar zij lopen wanneer ze het apparaat niet goed bedienen. Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen of onderhouden.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen al‐ leen door een door Miele geautoriseerde vakman / vakvrouw worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kan de gebruiker risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerk‐ zaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde vak‐ man / vakvrouw worden uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kan de gebruiker risico's lopen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De afwasautomaat mag niet onder een kookplaat worden geïn‐ stalleerd. Een kookplaat straalt voor een deel hoge temperaturen af die de automaat kunnen beschadigen. Om dezelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast hitteproducerende apparaten wor‐ den geplaatst die niet standaard tot de keukenuitrusting behoren, zoals kachels.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Plaats uw afwasautomaat niet in vorstgevoelige ruimten. Bevroren slangen kunnen scheuren of barsten en de betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door temperaturen onder het vriespunt afnemen. Sluit om schade aan het apparaat te voorkomen de afwasauto‐ maat alleen op een volledig ontlucht leidingnet aan. Dompel de kunststof ommanteling van de wateraansluiting niet in vloeistof, want deze bevat een elektrisch ventiel.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga‐ randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen. Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er geen elektrische spanning op de afwasautomaat staan. Schakel daarvoor het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen De deurveren moeten aan beide kanten gelijkmatig worden inge‐ steld. Wanneer u de deur half, d.w.z. in een hoek van 45°, opendoet en daarna loslaat moet de deur in die positie blijven staan en niet zo‐ maar naar beneden klappen. De afwasautomaat mag alleen in gebruik worden genomen wanneer de deurveren op de juiste wijze zijn ingesteld. Veilig gebruik Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte in verband met ex‐ plosiegevaar.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re‐ servoir voor naspoelmiddel om te voorkomen dat het reservoir kapot gaat. Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re‐ servoir voor regenereerzout om te voorkomen dat de ontharder ka‐ pot gaat. Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of andere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout, bijv. keukenzout of strooizout.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Accessoires Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga‐ rantie-aanspraken vervallen. Afdanken afwasautomaat Voorkom dat kinderen zich in het apparaat opsluiten door de sluit‐ haak van het deurslot te verwijderen en zo het deurslot onbruikbaar te maken.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van een apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpak‐ kingsmateriaal is uitgekozen omdat dit het milieu relatief weinig belast en kan worden hergebruikt. Oude elektrische en elektronische ap‐ paraten bevatten meestal nog waarde‐ volle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn ge‐ weest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Zuinig afwassen Deze afwasautomaat werkt uiterst wa‐ ter- en energiebesparend. U kunt nog zuiniger te werk gaan, in‐ dien u de volgende adviezen opvolgt: – Maak gebruik van de volledige bela‐ dingscapaciteit van de rekken zonder de afwasautomaat te overladen. – Kies een afwasprogramma dat past bij het soort vaatwerk en de mate van verontreiniging. – Kies het programma ECO (indien aan‐ wezig).
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Verbruiksweergave EcoFeed‐ back Met Verbruik kunt u het energie- en wa‐ terverbruik van uw afwasautomaat op‐ vragen. Zie ook hoofdstuk: "Menu "In‐ stellingen"", paragraaf: "Verbruik". Het gaat om drie soorten informatie: – een verbruiksprognose vòòr de start van het programma – het werkelijke verbruik na afloop van het programma – het totale verbruik van de afwasauto‐ maat tot dan toe 1.
Ingebruikneming van het apparaat Deur openen Deur sluiten Bij programma’s met een droogfase gaat de deur na afloop van een pro‐ gramma automatisch op een kier open. Dat bevordert het droogproces. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht". U kunt deze functie ook uitschakelen. Zie hoofdstuk: "Menu "Instellingen"", paragraaf: "AutoOpen". Schuif de rekken naar binnen. Sluit de deur totdat deze vastklikt. Pas op! Kom niet met uw handen in het ge‐ deelte waar de deur sluit.
Ingebruikneming van het apparaat Basisinstellingen Dagtijd Schakel de afwasautomaat met de - toets in. In het display verschijnt nu een scherm waarin u de actuele dagtijd kunt instel‐ len. Wordt het apparaat voor het eerst inge‐ schakeld, dan verschijnt kort "Miele Willkommen" in het display. Taal In het display verschijnt nu een scherm waarin u de taal kunt instellen die u in het display wilt hebben.
Ingebruikneming van het apparaat Waterhardheid In het display verschijnt nu een scherm waarin u de waterhardheid kunt instel‐ len. – De afwasautomaat moet precies wor‐ den geprogrammeerd naar de hard‐ heid van uw water. – Het plaatselijke waterleidingbedrijf kan u vertellen wat voor hardheids‐ graad uw water precies heeft. – Bij een variërende waterhardheid (bijv. 10 - 15°dH) moet altijd de hoog‐ ste waarde worden geprogrammeerd (in dit voorbeeld 15°dH).
Ingebruikneming van het apparaat Voor het eerste gebruik hebt u nodig: – ca. 1 kg regenereerzout, – reinigingsmiddel voor huishoudaf‐ wasautomaten, – naspoelmiddel voor huishoudafwas‐ automaten. Iedere afwasautomaat wordt in de fa‐ briek op zijn werking getest. Als ge‐ volg van deze tests blijft er water in het apparaat achter. Dit betekent niet dat het apparaat eerder door een an‐ dere consument is gebruikt.
Ingebruikneming van het apparaat Regenereerzout doseren Giet geen water in het reservoir! Open de deur van de automaat onge‐ veer halverwege, zodat het zout goed in het reservoir kan stromen. Open het klepje van het zoutreservoir door op het knopje te drukken in de richting van de pijl. Het klepje springt open. Doseer maximaal zoveel zout in het zoutreservoir totdat het vol is of er water uit de opening loopt. In het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort zout max. ca. 1 kg.
Ingebruikneming van het apparaat Regenereerzout bijvullen Vul na afloop van een programma re‐ genereerzout bij, zodra de melding Vul zout bij. in het display verschijnt. Bevestig met de OK - toets. De melding verdwijnt. Voorkom corrosie! Start direct na het doseren van rege‐ nereerzout het programma Snel zon‐ der vaatwerk en met de optie Kort, zodat eventueel gemorste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
Ingebruikneming van het apparaat Naspoelmiddel Naspoelmiddel zorgt ervoor dat het wa‐ ter tijdens het drogen als een film van het spoelgoed afloopt waardoor het sneller droogt. Het naspoelmiddel wordt in het reser‐ voir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoe‐ veelheid automatisch toegevoegd. Gebruikt u uitsluitend combi-tabs, dan hoeft u geen naspoelmiddel te doseren.
Ingebruikneming van het apparaat Naspoelmiddel bijvullen Wanneer de melding Vul naspoelmid. in het display verschijnt, zit er nog een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten. bij. Vul op tijd naspoelmiddel bij. Bevestig met de OK - toets. De melding verdwijnt. Doseer zoveel naspoelmiddel totdat het in de vulopening zichtbaar is. Het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml bevatten. Sluit het klepje en wel zo dat het dui‐ delijk vastklikt.
Serviesgoed en bestek inruimen Waar u op moet letten Verwijder grove etensresten van het spoelgoed. Het is niet nodig om de vaat van te vo‐ ren onder stromend water af te spoelen! Was vaatwerk met as, zand, was, smeervet of verf niet in de af‐ wasautomaat om schade aan het apparaat te voorkomen. U kunt ieder stuk servies in principe overal in de rekken inruimen. Neem daarbij echter de volgende tips in acht. – Plaats serviesgoed en bestek zo dat het niet tegen of op elkaar ligt.
Serviesgoed en bestek inruimen Serviesgoed en bestek die niet ge‐ schikt zijn voor de afwasautomaat – Serviesgoed en bestek die óf hele‐ maal óf voor een deel uit hout be‐ staan drogen uit en worden lelijk. Bo‐ vendien houdt de lijm niet in de af‐ wasautomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken. – Kunstvoorwerpen, antieke vazen of glazen met decoraties zijn niet bestand tegen de afwasautomaat. – Voorwerpen van niet hittebestendig kunststof kunnen vervormd raken.
Serviesgoed en bestek inruimen Bovenrek Voor het inruimen van serviesgoed en bestek zie ook de voorbeelden in het gelijknamige hoofdstuk. Gebruik de afwasautomaat om veiligheidsredenen niet zonder bo‐ ven- en onderrek. Dat geldt niet voor het programma Zonder bovenrek, in‐ dien aanwezig. Plaats in het bovenrek klein, licht en kwetsbaar serviesgoed zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaalt‐ jes. U kunt er ook een plat pannetje in plaatsen.
Serviesgoed en bestek inruimen Jumbo-kopjesrek (modelafhankelijk) U kunt de breedte van dit kopjesrek in twee verschillende standen instellen om er ook grotere kopjes op te kunnen leg‐ gen. Schuif indien nodig èèn van de inzet‐ ten aan de zijkant van de besteklade opzij om meer ruimte te krijgen voor hogere glazen. Hoogteverstelling U kunt de hoogte van de glazenbeugel in twee verschillende standen instellen. Trek het kopjesrek naar boven en laat het in de gewenste breedte vastklik‐ ken.
Serviesgoed en bestek inruimen Verstellen bovenrek Om in het boven- of onderrek meer plaats te krijgen voor hoger servies‐ goed kunt u het bovenrek in hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan‐ den met een verschil van telkens ca. 2 cm. Wanneer water in holle gedeelten blijft liggen, kunt u het bovenrek beter schuin plaatsen, nl. met één kant hoog en met één kant laag. Het water stroomt dan gemakkelijker weg. Zorg er echter voor, dat u het rek zonder pro‐ blemen in de spoelruimte kunt schui‐ ven.
Serviesgoed en bestek inruimen Onderrek Voor het inruimen van serviesgoed en bestek zie ook de voorbeelden in het gelijknamige hoofdstuk. Plaats in het onderrek groot en zwaar serviesgoed zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook glazen, kopjes, schotel‐ tjes, ontbijt- en dessertbordjes in het onderrek zetten. Uitneembaar MultiComfort-rek In het achterste gedeelte van het onder‐ rek bevindt zich het MultiComfort-rek. Daarin kunt u glazen, kopjes, borden en pannen plaatsen.
Serviesgoed en bestek inruimen Glazenhouder Glazenbeugel Wilt u hoog serviesgoed inruimen, klap de glazenhouder dan omhoog. Glazen staan steviger wanneer u ze te‐ gen de glazenbeugel aan zet. Zet wijn- en bierglazen tegen de gla‐ zenhouder of hang ze in de uitsparin‐ gen van de houder. U kunt de hoogte van de glazenhouder in twee standen instellen. Klap de glazenbeugel omlaag en zet de glazen daartegen aan.
Serviesgoed en bestek inruimen Omklapbare spijlen Fleshouder In de spijlen aan de voorkant kunt u schoteltjes, borden, soepborden, platte schotels en schalen plaatsen. Op de fleshouder kunt u smal servies‐ goed plaatsen zoals een melk- of baby‐ fles. U kunt de spijlen omklappen om meer ruimte te krijgen voor grote stukken ser‐ viesgoed, bijv. grote potten, pannen en schalen. Trek de fleshouder omhoog wan‐ neer u deze wilt gebruiken. Klap de houder na gebruik weer opzij .
Serviesgoed en bestek inruimen Bestek 3D-besteklade (modelafhankelijk) Voor het inruimen van serviesgoed en bestek zie ook de voorbeelden in het gelijknamige hoofdstuk. Plaats het bestek in de besteklade zoals op het plaatje. Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er na het afwasprogram‐ ma makkelijker uithalen en opbergen.
Serviesgoed en bestek inruimen Bestekkorf (afhankelijk van het model) U kunt de bestekkorf in het onderrek plaatsen en wel op een willekeurige plek op de rijen spijlen aan de voorkant. Plaats de bestekhouder als dat nodig is op de bestekkorf. Wilt u het bestek snel schoon en droog hebben, plaats het dan zo in de bestekkorf dat de grepen beneden en de snijkanten van de messen en de tanden van de vorken boven zit‐ ten.
Serviesgoed en bestek inruimen Voorbeelden voor de indeling Afwasautomaat met besteklade Bovenrek Onderrek 39
Serviesgoed en bestek inruimen Besteklade Sterk verontreinigd vaatwerk 40
Serviesgoed en bestek inruimen Afwasautomaat met bestekkorf Bovenrek Onderrek 41
Serviesgoed en bestek inruimen Bestekkorf Sterk verontreinigd vaatwerk 42
Bediening Reinigingsmiddelen Gebruik uitsluitend reinigings‐ middelen voor huishoudafwasauto‐ maten. Soorten reinigingsmiddel Moderne reinigingsmiddelen bevatten vele werkstoffen. De belangrijkste zijn: – Fosfaat. Dit onthardt het water en voorkomt daarmee kalkaanslag. – Alkalische stoffen. Deze zijn nodig voor het weken van aangekoekt vuil. – Enzymen. Deze verminderen het zet‐ meel en lossen eiwit op. – Bleekmiddel op zuurstofbasis.
Bediening Doseringstips reinigingsmiddel Neem bij het doseren de aanwij‐ zingen op de verpakking in acht. Wanneer er niet iets anders op de verpakking staat, doseer dan één tab of - afhankelijk van de vuilgraad - 20 tot 30 ml in vakje II. Is het vaatwerk sterk verontreinigd, doseer dan ook nog eens een geringe hoeveelheid reinigingsmiddel in vakje I. Zie hoofd‐ stuk: "Programma-overzicht". Gebruik bij het programma "Snel" (in‐ dien aanwezig) geen tabletten.
Bediening Reinigingsmiddel doseren Open het klepje door op het knopje te drukken. Doseer het reinigingsmiddel in de vakjes en sluit het klepje van het do‐ seerbakje. Na afloop van een afwasprogramma is het reinigingsmiddelbakje altijd geo‐ pend. Sluit ook het pak reinigingsmiddel om te voorkomen dat het middel aan rei‐ nigingskracht verliest. Doseerhulp In vakje I past maximaal 10 ml, in vakje II maximaal 50 ml reinigings‐ middel.
Bediening Inschakelen Programma kiezen Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien en niet worden ge‐ blokkeerd. Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort vaatwerk en de mate waarin het is verontreinigd. Sluit de deur. In het hoofdstuk: "Programma-over‐ zicht" zijn de programma's beschreven en de toepassingen ervan. Draai de kraan open als deze nog dicht is. Druk minimaal 2 seconden op toets .
Bediening Programma starten Druk op de Start - toets of op de OK - toets. Het programma start. Het controlelampje van de Start - toets gaat branden. Wilt u beslist een programma afbre‐ ken, doe dat dan alleen in de eerste minuten om te voorkomen dat be‐ langrijke programmafases (bijv. het regenereren) worden overgeslagen. Wanneer u een programma voor het eerst kiest, wordt er een tijd aangege‐ ven die overeenkomt met een gemid‐ delde programmaduur met koud water.
Bediening Energiemanagement Einde van het programma 10 minuten nadat u voor het laatst een toets hebt bediend / nadat het pro‐ gramma is afgelopen, gaat de afwas‐ automaat automatisch uit om energie te besparen. Wanneer in het display de melding Einde verschijnt en de deur op een kier opengaat, is het programma beëindigd. Druk op de - toets om de afwas‐ automaat weer in te schakelen. Is de dagtijdweergave ingesteld, wordt de afwasautomaat niet automatisch uit‐ geschakeld.
Bediening Uitschakelen Afwasautomaat uitruimen Na afloop van het programma: Heet serviesgoed breekt snel! Laat het serviesgoed daarom na het uitschake‐ len van de automaat zo lang in de af‐ wasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken. U kunt de afwasautomaat ieder mo‐ ment met de - toets uitschakelen. Wanneer u de afwasautomaat uitscha‐ kelt terwijl een programma nog loopt, wordt het programma afgebroken. Ook een voorgeprogrammeerde tijd (FlexiTimer) kunt u op deze manier af‐ breken.
Bediening Programma onderbreken Het programma wordt onderbroken, zo‐ dra u de deur opendoet. Wanneer u de deur weer dichtdoet, gaat het programma na een paar se‐ conden daar verder, waar het is onder‐ broken. Wanneer het water in de afwas‐ automaat heet is, loopt u het risico om zich te verbranden. Wanneer u de deur beslist moet ope‐ nen, doe dat dan zeer voorzichtig. Laat de deur voordat u die weer sluit ca. 20 seconden op een kier staan, zodat de temperatuur zich in de spoelruimte kan verdelen.
Programma-opties Opties Kort U kunt een aantal opties inschakelen om het programma dat u heeft gekozen nog beter af te stemmen op uw was‐ goed en de manier waarop u dit wilt wassen. Dat doet u via de optietoetsen en het display. Inschakeling van de optie Kort verkort de programmaduur van die program‐ ma's waarmee deze optie te combine‐ ren is en wel met max. 30%. Schakel de afwasautomaat met de - toets in. Het controlelampje van de Start - toets gaat knipperen. Kies een programma.
Programma-opties FlexiTimer met EcoStart Inschakeling van de optie "FlexiTimer" geeft u drie mogelijkheden om het gekozen programma voor te program‐ meren. U kunt de starttijd of de eindtijd van het programma van te voren instel‐ len en u kunt met EcoStart gebruik ma‐ ken van gunstige stroomtarieven. Maakt u gebruik van de FlexiTimer, zorg er dan bij het doseren van het reinigingsmiddel voor dat het do‐ seerbakje voor het reinigingsmiddel droog is.
Programma-opties Start om Einde om Met het menu-onderdeel Start om stelt u het exacte starttijdstip van het gekozen programma in. Met het menu-onderdeel Einde om stelt u het gewenste eindtijdstip van het ge‐ kozen programma in. Voer met de pijltoetsen de uren in en bevestig deze met de OK toets. Voer met de pijltoetsen de uren in en bevestig deze met de OK toets. De uren worden opgeslagen en nu is het cijferblok voor de minuten gemar‐ keerd.
Programma-opties EcoStart Ingestelde tijden wijzigen of wissen Met EcoStart kunt u gebruik maken van gunstige stroomtarieven. Stel daarvoor eerst eenmalig max. drie tijdzones in waarin de stroomtarieven gunstig zijn. Zie hoofdstuk: "Menu "In‐ stellingen"", paragraaf: "EcoStart". Stel daarna het eindtijdstip van het gekozen programma in. De afwasautomaat start automatisch binnen de ingestelde tijd in de tijdzone met het laagste tarief.
Programma-opties DosControl De afwasautomaat beschikt over een doseringscontrole. Deze kunt u niet zelf instellen. Het apparaat controleert of er een normaal reinigingsmiddel of een combi-tab is gedoseerd en past het programmaverloop daar automatisch aan aan. Dit verbetert het reinigingsre‐ sultaat. Afhankelijk van het programma heeft de doseringscontrole invloed op het energieverbruik en de programma‐ duur.
Programma-overzicht Programma Programmaverloop Voorspoelen Reinigen Tussenspoe‐ len Naspoelen °C 52 ECO 1) Automatic Drogen °C X 47 X Variabel programmaverloop, sensorgestuurde aanpassing aan hoeveelheid vaatwerk en etensresten Naar behoefte 47-65 Naar behoefte 57 X Normaal 55 °C X 55 X 60 X Intensief 75 °C 2X 75 X 60 X Speciaal X 44 X 57 X Snel 40 °C 40 X 45 X Extra stil 46 X 64 X X X X X 75 2X 70 X SolarSpaar Machinereini‐ ging 1) 2X Bij dit programm
Programma-overzicht Verbruik 2) Elektrische energie Water koud Water warm 15 °C kWh 0,84 3) / 0,83 4) 0,49 3) / 0,48 4) 0,70 5) -1,30 6) Water Water koud Water warm 55 °C 15 °C 55 °C kWh h:min h:min 9,7 3:18 3:08 0,50 5) -0,85 6) 6,5 5) -16,0 6) 1:25-2:45 1:20-2:35 1,10 0,70 14,0 1:59 1:47 1,45 0,95 15,0 2:54 2:40 0,90 0,45 13,5 1:53 1:42 0,65 0,25 11,0 0:46 0:35 1,10 0,80 10,5 4:48 4:38 0,05 27,5 1,35 21,5 2,10 2) Programmaduur 2) Liter 1:29 1:56 1:34 D
Programma-overzicht Vaatwerk Gemengd vaatwerk dat tegen een stootje kan Etensresten Eigenschappen van het programma Alle soorten etensresten die in een huishouden voorkomen Temperatuurgevoelig glas en kunststof Verse etensresten die nog niet zijn aangekoekt Variabel, sensorgestuurd programmaverloop Verkort programmaverloop Programmaverloop met GlasCare Verkort programmaverloop Gemengd vaatwerk Water- en energiebesparend programmaverloop Gebruikelijke, licht opgedroogde etensresten Potten, pannen, s
Programma-overzicht Programma Automatic Reinigingsmiddelen Vakje I 2) Vakje II 2) - 25 ml of 1 tab - 20 ml of 1 tab - 25 ml of 1 tab - 25 ml of 1 tab 10 ml 25 ml of 1 tab + Kort Speciaal + Kort ECO + Kort Normaal 55 °C + Kort Intensief 75 °C + Kort 2) Zie hoofdstuk: "Reinigingsmiddelen".
Programma-overzicht Overige programma's Snel Kort programma voor het verwijderen van etensresten die nog niet zijn aange‐ koekt. Dit programma is ook geschikt voor temperatuurgevoelige glazen en kunststof. Extra stil Zeer stil programma met verlengde pro‐ grammaduur. Dit programma is ge‐ schikt voor verschillende soorten vaat‐ werk dat tegen een stootje kan en waar normale, licht opgedroogde etensresten op zitten. Solar Spaar Programma zonder verwarming.
Reiniging en onderhoud Controleer 2 tot 3 keer per jaar de al‐ gehele toestand van uw afwasauto‐ maat om de kans op storingen te verminderen. Alle oppervlakken zijn krasge‐ voelig. Gebruik om krassen en verkleuringen op het oppervlak te voorkomen al‐ leen geschikte reinigingsmiddelen. Spoelruimte reinigen Deurdichting en deur reinigen Deurdichtingen en zijkanten van de deur horen niet bij de spoelruimte en de waterstralen kunnen daar niet bijkomen. Daardoor kan zich schimmel vormen.
Reiniging en onderhoud Front van de afwasautomaat reinigen Hoe langer vuil blijft zitten, des te moeilijker het te verwijderen is en des te groter de kans is dat het op‐ pervlak gaat verkleuren of bescha‐ digd raakt. Verwijder vuil daarom direct. Reinig het front met een schoon sponsdoekje, wat reinigingsmiddel voor de hand en warm water of ge‐ bruik een schoon, vochtig microve‐ zeldoekje zonder reinigingsmiddel. Droog het front daarna met een zach‐ te doek.
Reiniging en onderhoud Zeefcombinatie in de spoel‐ ruimte controleren Zeven reinigen Schakel de afwasautomaat uit. Op de bodem van de spoelruimte be‐ vindt zich een zeefcombinatie. Deze houdt het ergste vuil tegen dat in het af‐ waswater zit. Op deze manier wordt voorkomen dat het vuil in het circulatie‐ systeem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt. Zonder zeefcombinatie mag niet worden afgewassen! De combinatie kan in de loop van de tijd door het vuil verstopt raken.
Reiniging en onderhoud Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te kun‐ nen reinigen moet u het eerst openen. Plaats de zeefcombinatie zo terug, dat ze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt. Doe dat door de greepjes van het klepje naar elkaar toe te drukken (zie pijlen) en het klepje open te klap‐ pen .
Reiniging en onderhoud Sproeiarmen reinigen Het is mogelijk dat er etensresten vast gaat zitten in de sproeikoppen en de la‐ gering van de sproeiarmen. Controleer de sproeiarmen derhalve regelmatig ongeveer 4 tot 6 keer per jaar. Schakel de afwasautomaat uit. Verwijder de sproeiarmen als volgt: Trek de besteklade (indien aanwezig) naar buiten. Druk de bovenste sproeiarm omh‐ oog, zodat de tanden in elkaar grij‐ pen en schroef de sproeiarm er af. Trek de onderste sproeiarm omhoog en haal hem er af.
Nuttige tips De meeste problemen waar u in het dagelijks gebruik mee te maken zou kunnen krijgen kunt u zelf oplossen. In al die gevallen hoeft u de afdeling Klantcontacten niet in te schakelen en kunt u tijd en kosten besparen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Bedenk echter het volgende: Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen groot gevaar opleveren voor de gebruiker.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Het display geeft èèn van de volgende sto‐ ringen aan: Eerst: Schakel de afwasautomaat met de - toets uit. Storing FXX Er is sprake van een technische storing. Wacht een paar seconden. Schakel de afwasautomaat weer in. Kies het gewenste programma. Druk op de Start - toets. Verschijnt de foutmelding opnieuw in het display, is er sprake van een technische storing. Schakel de afdeling Klantcontacten in.
Nuttige tips Storingen in de watertoevoer Probleem Oorzaak en oplossing Het display geeft èèn van de volgende sto‐ ringen aan: Open de kraan. De kraan is nog dicht. Draai de kraan helemaal open. Watertoevoer Eerst: Schakel de afwasautomaat met de - toets uit. Storing bij de watertoevoer Draai de kraan helemaal open en start het pro‐ gramma opnieuw. Reinig het zeefje in de watertoevoer. Zie hoofd‐ stuk: "Storingen verhelpen". De druk bij de wateraansluiting is lager dan 30kPa (0,3bar).
Nuttige tips Storingen in de waterafvoer Probleem Oorzaak en oplossing Het display geeft de volgende storing aan: Waterafvoer Eerst: Schakel de afwasautomaat met de - toets uit. Storing bij de waterafvoer Het is mogelijk dat zich in de spoelruimte water be‐ vindt. Reinig de zeefcombinatie. Zie hoofdstuk: "Reini‐ ging en onderhoud", paragraaf: "Zeefcombinatie reinigen". Reinig de afvoerpomp. Zie hoofdstuk: "Storingen verhelpen". Reinig de terugslagklep. Zie hoofdstuk: "Storingen verhelpen".
Nuttige tips Algemene problemen met de afwasautomaat Probleem Oorzaak en oplossing Het display en de con‐ trolelampjes zijn don‐ ker. De afwasautomaat gaat automatisch uit om energie te besparen. Schakel de afwasautomaat met de - toets weer in. Het display geeft de volgende storing aan: Sluiting zoutreserv. Het klepje van het zoutreservoir zit niet goed dicht. Sluit het klepje van het zoutreservoir. Het klepje van het zoutreservoir is tijdens het afwas‐ programma opengesprongen.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Na afloop van een pro‐ gramma zit er water in de spoelruimte. Voordat u de storing oplost: Schakel de afwasautomaat met de -toets uit. De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt. Reinig de zeefcombinatie. Zie hoofdstuk: "Reini‐ ging en onderhoud", paragraaf: "Zeefcombinatie reinigen". De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd. Reinig de afvoerpomp of de terugslagklep. Zie hoofdstuk: "Storingen verhelpen". Er zit een knik in de afvoerslang.
Nuttige tips Geluiden Probleem Oorzaak en oplossing Een knallend geluid uit de spoelruimte. Een sproeiarm slaat tegen het serviesgoed aan. Onderbreek het programma en verplaats het stuk servies dat de sproeiarm in de weg zit. Een rammelend geluid uit de spoelruimte. Het serviesgoed beweegt in de spoelruimte. Onderbreek het programma en ruim het servies‐ goed zo in dat het niet meer rammelt. Er bevindt zich een voorwerp in de afvoerpomp dat er niet hoort, bijvoorbeeld een kersenpit.
Nuttige tips Een tegenvallend afwasresultaat Probleem Oorzaak en oplossing Het vaatwerk is niet schoon. Het vaatwerk is niet goed geplaatst. De waterstralen konden er niet bij. Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Servies‐ goed en bestek inruimen" in acht. Het programma is niet krachtig genoeg. Kies een krachtiger programma. Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht". Uw vaatwerk is niet zo vuil, maar het vuil dat erop zit is erg moeilijk te verwijderen, zoals thee-aanslag.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Op glazen en bestek Er is teveel naspoelmiddel gedoseerd. blijven strepen achter. Doseer minder naspoelmiddel. Zie hoofdstuk: Glazen zijn blauw uitge‐ "Menu "Instellingen"", paragraaf: "Naspoelmid‐ slagen. Deze aanslag del". kan er vanaf worden geveegd. Het serviesgoed wordt niet droog of er zitten vlekken op glazen en bestek. Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd of het reser‐ voir is leeg.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Kunststof delen zijn verkleurd. Natuurlijke kleurstoffen, bijvoorbeeld van wortels, to‐ maten of ketchup kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveelheid reinigingsmiddel of de bleekwerking er‐ van is voor deze kleurstoffen te gering geweest. Doseer meer reinigingsmiddel, zie hoofdstuk: "Be‐ diening", paragraaf: "Reinigingsmiddelen". Reeds verkleurde delen krijgen hun oorspronke‐ lijke kleur niet terug.
Storingen verhelpen Zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer reinigen Om de watertoevoerslang tegen veront‐ reinigingen in het water te beschermen is in de schroefkoppeling een zeefje in‐ gebouwd. Wanneer het zeefje vuil is, dan loopt er te weinig water in de spoelruimte. De kunststof behuizing van de Waterproofventielen bevat een elek‐ trisch onderdeel. Dompel dit niet in vloeistof.
Storingen verhelpen Afvoerpomp en terugslagklep reinigen Verwijder alle voorwerpen die de te‐ rugslagklep blokkeren. Is het water na afloop van een program‐ ma niet uit de spoelruimte gepompt, dan kan dat verschillende oorzaken hebben. Het is mogelijk dat de afvoer door vetaanslag verstopt is geraakt. Een andere mogelijkheid is dat be‐ paalde voorwerpen de afvoerpomp of de terugslagklep blokkeren. Deze kunt u gemakkelijk verwijderen.
Service Reparaties Voor testbureaus Voor storingen die u niet zelf kunt ver‐ helpen, waarschuwt u In de brochure: Instructies voor verge‐ lijkende tests kunt u informatie vinden over vergelijkende tests en geluidsme‐ tingen. Wanneer u deze brochure wilt hebben, vraag dan de meest actuele versie per E-mail aan bij: – uw Miele-vakhandelaar of – Miele. Het adres, het telefoonnummer en de website van Miele vindt u achter in deze gebruiksaanwijzing.
Bij te bestellen accessoires Voor deze afwasautomaat kunt u af‐ was-, reinigings- en onderhoudsmid‐ delen en accessoires bestellen. Al deze producten zijn op Miele-appa‐ raten afgestemd. U kunt deze en vele andere interessante producten via internet (www. mieleshop.com), bij Miele (zie omslag) of bij uw Miele-vakhandelaar bestellen.
Bij te bestellen accessoires Reinigings- en onderhouds‐ middelen voor het apparaat Voor uw Miele-apparaat zijn er de reini‐ gings- en onderhoudsmiddelen van Miele. Machinereiniger – Effectieve reiniging van de afwas‐ automaat – Verwijdert vetten, bacteriën en geur‐ tjes die daar het gevolg van zijn Accessoires Het is mogelijk dat sommige accessoi‐ res al tot de standaarduitrusting beho‐ ren; dit hangt van het model af.
Elektrische aansluiting De afwasautomaat is standaard voor‐ zien van een aansluitkabel met stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op een stop‐ contact met beschermingscontact (randaarde). De afwasautomaat moet zo wor‐ den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsrede‐ nen geen verlengsnoer. Gebruik van een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Wateraansluiting Het waterbeveiligingssysteem van Miele Miele garandeert dat het Miele-water‐ beveiligingssysteem van de afwasauto‐ maat een algehele bescherming tegen waterschade biedt. Watertoevoer Het water in de afwasautomaat is geen drinkwater! – De afwasautomaat mag worden aan‐ gesloten op koud of warm water tot max. 60 °C. Wanneer u beschikt over een energe‐ tisch gunstige warmwaterbereiding, bijv.
Wateraansluiting – De toevoerslang is ca. 1,5 m lang; een 1,5 m lange, flexibele metalen slang (proefdruk 14000 kPa/140 bar) is leverbaar. – Voor de aansluiting is een kraan met 3/4"-schroefkoppeling noodzakelijk. – Een terugslagklep is niet noodzake‐ lijk, daar het apparaat voldoet aan de waterveiligheidsnormen. Controleer na de ingebruikneming of de watertoevoer waterdicht is. Sluit om schade aan het appa‐ raat te voorkomen de afwasauto‐ maat alleen op een volledig ontlucht leidingnet aan.
Wateraansluiting Waterafvoer Beluchting van de waterafvoer – In de afvoer van de afwasautomaat bevindt zich een terugslagklep, zodat er geen vuil water via de afvoerslang in de automaat terug kan stromen. Ligt de waterafvoeraansluiting op de plaats van opstelling dieper dan de ge‐ leiding voor de wieltjes van het onder‐ rek in de deur, dan moet de waterafvoer worden belucht. Gebeurt dat niet, dan kan het water tijdens een programma door de werking van de zuighevel uit de spoelruimte stromen.
Technische gegevens Model afwasautomaat Normaal XXL Hoogte vrijstaand apparaat 84,5 cm (verstelbaar + 3,5 cm) - Hoogte inbouwapparaat 80,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) 84,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm) Hoogte van de inbouwkast Vanaf 80,5 cm (+ 6,5 cm) Vanaf 84,5 cm (+ 6,5 cm) Breedte 59,8 cm 59,8 cm Breedte van de inbouwkast 60 cm 60 cm Diepte vrijstaand model 60 cm - Diepte inbouwapparaat 57 cm 57 cm Gewicht Max. 64 kg Max.
Menu "Instellingen" Menu "Instellingen" voor het wijzigen van instellingen Taal Menu "Instellingen" openen Er zijn verschillende talen waarin de meldingen in het display kunnen wor‐ den weergegeven. Is het apparaat nog ingeschakeld, schakel het dan met de - toets uit. Met de instelling Taal kunt u èèn van de aangegeven talen kiezen. Druk op de Start – toets en blijf erop drukken. Kies de gewenste taal en indien no‐ dig het gewenste land en bevestig uw keuze met de OK - toets.
Menu "Instellingen" Dagtijd Urenweergave instellen Vanuit de fabriek is de dagtijdweergave uitgeschakeld. Het display kan de dagtijd aangeven per 12 of per 24 uur. Met "Dagtijd" kunt u deze instellen. Een aantal minuten nadat u voor het laatst een toets hebt bediend / nadat het programma is afgelopen, gaat de afwasautomaat automatisch uit om energie te besparen.
Menu "Instellingen" Waterhardheid °dH mmol/l °f Display Uw afwasautomaat is met een ont‐ harder uitgerust. Met bovengenoemde instelling moet u deze waterontharder programmeren naar de hardheid van uw water. 11 2,0 20 11 12 2,2 22 12 13 2,3 23 13 14 2,5 25 14 – De afwasautomaat moet precies wor‐ den geprogrammeerd naar de hard‐ heid van uw water.
Menu "Instellingen" Naspoelmiddel Verbruik (EcoFeedback) Voor een optimaal spoelresultaat kunt u met bovengenoemde instelling de na‐ spoelmiddeldosering aanpassen. U kunt de dosering instellen tussen 0-6 ml. Standaard is 3 ml ingesteld. Met bovengenoemde instelling kunt u het energie- en waterverbruik van het gekozen programma opvragen. In het display verschijnt dan vòòr de start van het programma een prognose van het verbruik, na afloop van het programma het werkelijke verbruik.
Menu "Instellingen" EcoStart Met de instelling EcoStart kunt u zo goedkoop mogelijk afwassen. Zie hoofdstuk: "Programma-opties", para‐ graaf: "FlexiTimer met EcoStart". U kunt een programma automatisch la‐ ten starten op een tijdstip dat de stroomtarieven gunstig zijn. Hiervoor moet u éérst max. drie tijdzo‐ nes instellen waarin de stroomtarieven laag zijn. Aan deze tijdzones kunt u di‐ verse prioriteiten toewijzen. De tijdzone met het laagste stroomtarief krijgt prio‐ riteit 1.
Menu "Instellingen" Tijdzones met lage stroomtarieven wijzigen Tijdzones met lage stroomtarieven wissen U kunt het starttijdstip, het eindtijdstip en de prioriteit van een tijdzone wij‐ zigen. U kunt de instellingen voor een stroomtarieftijd wissen en deze tijd‐ zone daarmee deactiveren voor de optie EcoStart. Kies met de pijltoetsen de tijdzo‐ ne T1-T3 die u wilt wijzigen en beves‐ tig uw keuze met de OK - toets. Kies het onderdeel dat u wilt wijzigen en bevestig uw keuze met OK.
Menu "Instellingen" Automatic Bijvulcontrole Soms is uw vaatwerk niet zo vuil, maar is het vuil dat erop zit erg moeilijk te verwijderen. Met bovengenoemde in‐ stelling kunt u het Automatic – pro‐ gramma daaraan aanpassen. Wanneer u alleen maar combi-tabs ge‐ bruikt hoeft u geen zout en naspoelmid‐ del te doseren. Er verschijnen dan wel meldingen voor het bijvullen. Met bo‐ vengenoemde instelling kunt u de bij‐ vulcontrole uitschakelen. Dat heeft geen invloed op de doseringscontrole.
Menu "Instellingen" Controle zeefcombinatie Voorspoelen In het display verschijnt regelmatig de melding dat u de zeefcombinatie moet reinigen. Vanuit de fabriek zijn 50 pro‐ grammabeurten ingesteld. Met bovengenoemde instelling kunt u het aantal programmabeurten wijzigen, na afloop waarvan u bovenstaande melding aangegeven wilt zien. Behalve de 50 vanuit de fabriek zijn ook moge‐ lijk 30, 40 of 60 programmabeurten.
Menu "Instellingen" Software-info Fabrieksinstellingen Met bovengenoemde instelling kunt u de softwarestand van de elektronica van uw apparaat aflezen. Dit is handig in geval van storing. Hiermee kunt u alle instellingen reset‐ ten. Bevestig de info met de OK - toets. Demostand Alleen voor vakhandelaren! De afwasautomaat beschikt over ver‐ schillende demonstratieprogramma’s voor de vakhandel.
Plan nu zelf een serviceafspraak via www.miele.nl. Snel en gemakkelijk. Bezoek op www.miele.nl ook de Miele Shop voor een compleet overzicht van alle accessoires, toebehoren en reinigings- en onderhoudsproducten voor uw Miele-apparaat. U kunt ook bellen met onze afdeling Klantcontacten, bereikbaar via telefoonnummer (0347) 37 88 88. Miele Nederland B.V. Postbus 166 4130 ED VIANEN (0347) 37 88 88 Bezoek het Miele Inspirience Centre: De Limiet 2 4131 NR VIANEN Duitsland - Miele & Cie.
G 6410 / G 6415 nl-NL M.-Nr.