Gebruiks- en montage-aanwijzing voor vrieskasten Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het in- en uitschakelen van de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Bij langere afwezigheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Het ontdooien van de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het reinigen van de vrieskast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Het reinigen van de buitenkant, de binnenruimte en de toebehoren . . . . . . . . . . 24 Het reinigen van de ventilatieroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Het reinigen van de deurdichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen a Zoemer - toets en controlelampje van de zoemer c Superfrost - toets en controlelampje van de superfrost b Temperatuuraanduiding d Temperatuurregelaar e Diepvriesladen met diepvrieskalender f Markeersysteem voor ingevroren levensmiddelen g Afvoergootje voor het dooiwater 4
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Afgedankte apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grofvuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven. Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid Deze vrieskast voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan. Lees deze gebruiksaanwijzing daarom eerst aandachtig door voordat u dit apparaat voor het eerst gebruikt. Hierin vindt u belangrijke instructies met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Hoe meer koelmiddel een vrieskast bevat, des te groter moet het vertrek zijn waarin de vrieskast wordt opgesteld. Wanneer het vertrek te klein is kan zich bij een eventuele lek een brandbaar mengsel van gas en lucht vormen. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek minstens 1 m3 groot zijn. De hoeveelheid koelmiddel die de vrieskast bevat staat op het typeplaatje in de binnenkant van het apparaat.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Gebruik Raak ingevroren levensmiddelen niet met natte handen aan. Doet u dat wel, dan zouden uw handen vast kunnen vriezen en zou u zich kunnen verwonden. Nuttig ijsblokjes en ijslolly's, vooral waterijsjes, nooit meteen nadat u ze uit de vrieskast heeft gehaald. Door de zeer lage temperatuur van deze producten zouden uw lippen en tong kunnen vastvriezen en zou u zich kunnen verwonden. Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Behandel de deurdichting niet met olie of vet. Doet u dat wel, dan wordt de deurdichting in de loop van de tijd poreus. Sluit de ventilatieroosters in het apparaat niet af. Wanneer deze roosters geblokkeerd zijn kan er geen goede luchtgeleiding plaatsvinden, waardoor het stroomverbruik stijgt en bepaalde onderdelen van de vrieskast kunnen beschadigen. De vrieskast is geconstrueerd voor een bepaalde klimaatklasse.
Het in- en uitschakelen van de vrieskast Voor het eerste gebruik ^ Reinig de binnenkant van de vrieskast en de toebehoren. Gebruik daarvoor lauwwarm water met een beetje reinigingsmiddel. Het uitschakelen van de zoemer ^ Wrijf daarna alles met een doek droog. Laat het apparaat nadat u het hebt geplaatst eerst ca. 1/2 tot 1 uur staan voordat u het aansluit. Dat is zeer belangrijk voor een goede werking van de vrieskast! Het inschakelen van de vrieskast ^ Druk op de Zoemer - toets. De zoemer houdt op.
Het in- en uitschakelen van de vrieskast Bij langere afwezigheid Wanneer u de vrieskast vrij lange tijd niet gebruikt, doe dan het volgende. ^ Schakel de vrieskast uit. ^ Trek de stekker uit het stopcontact. ^ Ontdooi het apparaat. ^ Reinig het. ^ Laat de deur van de vrieskast iets openstaan om te voorkomen dat er luchtjes ontstaan. Wanneer het apparaat in zulke gevallen wel wordt uitgeschakeld, maar niet wordt gereinigd en niet wordt opengezet, bestaat er gevaar dat zich schimmel vormt.
De juiste temperatuur . . . in de diepvriesruimte Het is voor de houdbaarheid van de levensmiddelen zeer belangrijk dat de juiste temperatuur wordt ingesteld. Door micro-organismen bederven de levensmiddelen erg snel. De temperatuur beïnvloedt de snelheid waarmee de micro-organismen groeien. Hoe lager de temperatuur, des te langzamer de micro-organismen groeien en des te langer het duurt voordat de levensmiddelen bederven.
De juiste temperatuur Temperatuuraanduiding De temperatuuraanduiding op het bedieningspaneel geeft bij normaal gebruik de temperatuur aan van de warmste plek in het apparaat. De temperaturen op het display geven een temperatuurbereik aan en zijn geen preciese aanduiding van de echte temperatuur. Wanneer u met behulp van de temperatuurregelaar een andere temperatuur heeft ingesteld, controleer dan de temperatuuraanduiding na ca. 6 uur wanneer de vrieskast lang niet vol is en na ca.
Zoemer Dit apparaat is uitgerust met een waarschuwingssysteem in de vorm van een zoemer. Daarmee wordt voorkomen dat de temperatuur in de diepvrieszone ongemerkt stijgt. Wanneer de temperatuur te veel stijgt klinkt er een zoemtoon. Tegelijk gaat het controlelampje van de zoemer knipperen. Of het apparaat een temperatuur te hoog vindt is afhankelijk van de stand aan de temperatuurregelaar.
De functie "Superfrost" Wat gebeurt er bij het invriezen van verse levensmiddelen? Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Alleen zo blijven voedingswaarde, vitaminen, vorm en smaak behouden. Hoe langzamer de levensmiddelen invriezen, des meer vocht komt er uit iedere cel vrij. Dit vocht komt in de tussenruimten terecht. De cellen gaan krimpen. Wanneer de levensmiddelen ontdooien komt slechts een deel van het vocht dat eerder vrijkwam in de cellen terug.
De functie "Superfrost" Het uitschakelen van de superfrost De superfrost wordt automatisch na ca. 50 uur uitgeschakeld. Het controlelampje gaat uit en de koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal. Om energie te besparen kunt u de superfrost zelf uitschakelen, zodra in de diepvrieszone een constante temperatuur van minstens -18 °C is bereikt. ^ Druk op de Superfrost - toets. Daarna gaat het controlelampje boven deze toets uit. De koelcapaciteit van het apparaat is weer normaal.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Maximale vriescapaciteit Levensmiddelen kunnen het best zo snel mogelijk tot in de kern worden ingevroren. Daarvoor is het noodzakelijk dat de maximale vriescapaciteit niet wordt overschreden. De maximale vriescapaciteit binnen 24 uur vindt u op het typeplaatje "Vriescapaciteit ..... kg/24 h".
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen – Kruid en zout verse levensmiddelen en geblancheerde groente vóór het invriezen niet. Kruid en zout reeds bereide gerechten voor het invriezen slechts licht. Sommige kruiden veranderen de smaakintensiteit van de gerechten. – Laat warme gerechten en dranken eerst buiten de vrieskast afkoelen. Doet u dat niet dan beginnen reeds ingevroren levensmiddelen te ontdooien en wordt er meer stroom verbruikt dan nodig is.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen ^ Zorg ervoor dat het materiaal waarin de in te vriezen producten zijn verpakt droog is, zodat de producten niet aan elkaar of aan de bodem van de diepvriesladen vastvriezen. Zorg ervoor dat in te vriezen levensmiddelen niet tegen reeds ingevroren levensmiddelen aan komen te liggen. Gebeurt dat wel dan kunnen reeds ingevroren levensmiddelen gaan ontdooien.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Groente kan in het algemeen in bevroren toestand aan kokend water worden toegevoegd of in heet vet worden gestoofd. De kooktijd is iets korter dan bij verse groente. Vries geheel of gedeeltelijk ontdooide levensmiddelen niet opnieuw in. Pas nadat u deze levensmiddelen hebt gekookt of gebraden kunt u ze opnieuw invriezen. Het snelkoelen van dranken Wanneer u flessen drank in de vrieskast hebt gelegd om snel te koelen, haal ze er dan na maximaal één uur weer uit.
Het invriezen en bewaren van levensmiddelen Het gebruik van de koude-accu (afhankelijk van het model) De koude-accu voorkomt dat de temperatuur in de diepvriesruimte snel stijgt wanneer de stroom is uitgevallen. Leg de koude-accu in de bovenste diepvrieslade direct op de levensmiddelen of op het diepvriesplateau. Na ca. 24 uur bereikt de koude-accu zijn maximale koelcapaciteit.
Het ontdooien van de vrieskast Wanneer de vrieskast normaal in gebruik is, ontstaan er na verloop van tijd rijp en ijs op de vriesplaten. Daardoor wordt er minder kou afgegeven en meer stroom verbruikt. Krab de rijp- en ijslagen er niet af, want dan beschadigt u de vriesplaten en functioneert de vrieskast niet meer. Ontdooi de vrieskast van tijd tot tijd, echter in ieder geval zodra zich een ca. 5 mm dikke ijslaag heeft gevormd.
Het ontdooien van de vrieskast U kunt het ontdooien versnellen door twee pannetjes op een onderzetter met heet (niet kokend) water in de vrieskast te zetten. Plaats wanneer u wilt ontdooien nooit elektrische verwarmingsapparaten of kaarsen in de vrieskast. Doet u dat wel dan raakt het kunststof beschadigd. Gebruik geen ontdooisprays of andere middelen om te ontdooien.
Het reinigen van de vrieskast Gebruik nooit zand-, soda-, zuur- of schuurmiddelhoudende reinigingsmiddelen of chemische oplosmiddelen. Ongeschikt zijn ook zogenaamde "schuurmiddelvrije" schuurmiddelen, daar deze doffe plekken veroorzaken. Let erop dat er geen water in de elektronica en in de ventilatieroosters terechtkomt. Gebruik geen stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen van het apparaat die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken.
Het reinigen van de vrieskast Het reinigen van het metalen rooster aan de achterkant Het metalen rooster aan de achterkant van het apparaat (warmtewisselaar) moet minstens eenmaal in het jaar van stof worden ontdaan. Wanneer er zich stof ophoopt wordt er onnodig veel energie verbruikt. Let er bij het reinigen van het metalen rooster op dat er geen kabels of andere onderdelen worden afgescheurd, geknikt of beschadigd. Na het reinigen ^ Sluit de deur van de vrieskast en schakel het apparaat in.
Nuttige tips . . . de vrieskast niet koelt? Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Wanneer dit niet gebeurt dan kan de gebruiker grote risico's lopen. Een aantal storingen kunt u echter zelf verhelpen. Wat moet u doen, wanneer . . . . . .
Nuttige tips – er ineens grote hoeveelheden verse levensmiddelen zijn ingevroren; – de deur van de vrieskast goed sluit; – er zich op de vriesplaten een vrij dikke ijslaag bevindt. Klopt dat, ontdooi dan de vrieskast. . . . het controlelampje van de superfrost niet brandt, terwijl het apparaat wel werkt? Het controlelampje is defect. ^ Neem contact op met de Technische Dienst. . . . de zoemtoon klinkt en het controlelampje van de zoemer knippert? . . .
Technische Dienst Neem bij storingen die u niet zelf kunt verhelpen contact op met – uw Miele-handelaar of – met de Technische Dienst van Miele Nederland B.V. De telefoonnummers van diverse afdelingen en het adres van Miele Nederland B.V. vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing. Geef bij het inschakelen van de Technische Dienst altijd het type en het nummer van het apparaat door. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje in de binnenruimte van het apparaat.
Elektrische aansluiting Dit apparaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Dit apparaat is voorzien van een aansluitkabel en een stekker met randaarde, geschikt voor aansluiting op 50 Hz 220 - 240 V. Dit apparaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contactdoos met randaarde. Met verlengsnoeren kan een veilig gebruik van het apparaat namelijk niet worden gewaarborgd in verband met het gevaar voor oververhitting.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Luchttoevoer en luchtafvoer Zet geen apparaten op uw kast die warmte afgeven, zoals broodroosters of magnetrons. Doet u dat wel dan wordt er onnodig veel energie verbruikt. Plaats van opstelling Kies geen plaats direct naast een fornuis, een verwarming of in de buurt van een raam waar de zon direct door heen kan schijnen. Hoe hoger de omgevingstemperatuur is, des te langer het apparaat staat te ronken en des te hoger het stroomverbruik is.
Tips voor het plaatsen van het apparaat Het stellen van het apparaat ^ Stel het apparaat stevig en waterpas via de stelvoeten met de bijgevoegde steeksleutel.
Het veranderen van de draairichting van de deur Het apparaat wordt geleverd met een rechtsscharnierende deur. Moet de deur linksscharnierend zijn, verander dan de draairichting van de deur. ^ Open de deur van het apparaat. ^ Draai de bovenste lagerbout a er met de inbus van de bijgevoegde steeksleutel uit en draai hem er aan de andere kant weer in. ^ Maak het sokkelpaneel a met een schroevendraaier los, haal het naar voren en verwijder het.
Het veranderen van de draairichting van de deur ^ Plaats de afdekking e aan de voorkant in het sokkelpaneel terwijl de deur nog open is en klik de afdekking aan de achterkant vast. ^ Klik de afdekkingen i er aan de voorkant af en haal ze weg. ^ Schroef het handvat g er af. ^ Plaats het handvat g en de stoppen h aan de andere kant. ^ Schuif de afdekkingen i op het apparaat en let er op dat ze goed vastklikken. ^ Draai het deurscharnier b 180°, trek de lagerbout a eruit en zet deze er omgekeerd weer in.
Het inbouwen van het apparaat De luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen mogen niet worden afgedekt of geblokkeerd. Bovendien moeten ze regelmatig stofvrij worden gemaakt. Bij een ombouw met keukenkasten die voldoen aan de norm (diepte max. 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast worden geplaatst. De deur van het apparaat steekt dan aan de zijkant 34 mm en in het midden van het apparaat 51 mm uit ten opzichte van het front van de keukenkast.
Wijzigingen voorbehouden / 2602 M.-Nr. 05 428 010 / V04 F 7x3x S Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.