Operation Manual
Bediening
17
Het in- en uitschakelen van de
afzuiging
Schakel de afzuiging in, zodra u begint
te koken. Kookdampen worden dan
vanaf het eerste moment afgezogen.
Voor normaal gebruik kunt u kiezen uit
de vermogensstanden 1 tot en met 3.
Bij sterke wasem- en geurvorming (zo-
als bij het aanbraden) kunt u de boos-
terstand B gebruiken.
Schakel de afzuiging van stand 0
naar de gewenste stand.
Schakel de afzuiging uit door de knop
weer op 0 te draaien.
Tip: Bereid gerechten zoveel mogelijk
alleen in gesloten pannen. Zo voorkomt
u, dat er onnodig warmte ontsnapt.
Kookt u met hoge open pannen, leg het
deksel er dan schuin op. De kookdam-
pen worden naar de afzuiging geleid,
die zo optimaal werkt.
Naloop
Het is aan te bevelen om het afzuig-
systeem na het koken nog enkele mi-
nuten te laten doorlopen.
In die tijd wordt de lucht in de keuken
gezuiverd van eventueel nog aanwezige
dampen en geurtjes.
U voorkomt zo dat er restanten in de
werkbladafzuiging achterblijven en
geurtjes veroorzaken.