Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Opmerkingen omtrent uw veiligheid
- Een bijdrage aan de bescherming van het milieu
- Overzicht
- Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
- Inductie
- Bediening
- Timer
- Extra functies
- Beveiligingen
- Programmering
- Reiniging en onderhoud
- Nuttige tips
- Bij te bestellen accessoires
- Veiligheidsinstructies voor het inbouwen
- Veiligheidsafstanden
- Aanwijzingen voor het inbouwen
- Inbouwmaten
- Uitsparing werkblad bij opbouw
- Uitsparing werkblad bij vlakke inbouw
- Verbindingsstrips
- Inbouwen
- Elektrische aansluiting
- Klantendienst

Elektrische aansluiting
66
Schade door ondeskundige aan-
sluiting.
Door ondeskundig uitgevoerde in-
stallatie-, onderhouds- of reparatie-
werkzaamheden kan de gebruiker
aanzienlijke risico's lopen.
Miele kan niet verantwoordelijk wor-
den gesteld voor schade die wordt
veroorzaakt door ondeskundige in-
stallatie- en onderhoudswerkzaam-
heden, reparaties of een ontbreken-
de of onderbroken aarddraad (bij-
voorbeeld een elektrische schok).
Laat het SmartLine-element door een
elektricien aansluiten op het elektrici-
teitsnet.
De elektricien moet op de hoogte zijn
van de nationale en ter plaatse gel-
dende voorschriften voor elektrici-
teitsvoorziening en deze in acht ne-
men.
Na het inbouwen moet zijn gewaar-
borgd dat onder spanning staande
delen niet kunnen worden aange-
raakt.
Aansluitwaarde
Zie typeplaatje
Aansluitgegevens
De aansluitwaarden vindt u op het type-
plaatje. Deze gegevens moeten met de
aansluitgegevens van het net overeen-
komen.
Verliesstroomschakelaar
Voor extra veiligheid wordt in de EU-
voorschriften en -richtlijnen voor België
geadviseerd om de huisinstallatie van
een verliesstroomschakelaar te voorzien
(30mA).
Scheidingssystemen
Het SmartLine-element moet via een
schakelaar op alle polen van de net-
spanning kunnen worden losgekoppeld.
De contactafstand in uitgeschakelde
toestand moet ten minste 3mm bedra-
gen. Geschikte schakelaars zijn overbe-
lastings- en verliesstroomschakelaars.