Operation Manual

Table Of Contents
Programmering
36
U kunt de programmering van het
SmartLine-element aan uw persoonlijke
wensen aanpassen. U kunt meerdere
instellingen na elkaar wijzigen.
Na het oproepen van de programmering
verschijnt het symbool en in het ti-
merdisplay . Na enkele seconden
knipperen op de timerdisplay afwisse-
lend :(programma 01) en :(co-
de).
Programmering wijzigen
Programmering oproepen
Druk bij een uitgeschakeld SmartLi-
ne-element tegelijk op de sensor-
toetsen en totdat het sym-
bool verschijnt en op het timerdis-
play .
Programma instellen
Bij tweecijferige programmanummers
moet eerst het tiental worden inge-
steld.
Druk zo vaak op de sensortoets
totdat het gewenste programmanum-
mer op het display verschijnt of druk
op het betreffende cijfer in de getal-
lenreeks.
Code instellen
Druk zo vaak op de sensortoets
totdat het gewenste codenummer op
het display verschijnt of druk op het
betreffende cijfer in de getallenreeks.
Instellingen opslaan
Als het programma wordt weergege-
ven (bijvoorbeeld :), drukt u zo
lang op de sensortoetstotdat de
weergaven uitgaan.
Instellingen niet opslaan
Raak de sensortoets zo lang aan
totdat de indicaties uitgaan.