Operation Manual

Table Of Contents
Beveiligingen
32
Inschakelblokkering/vergren-
deling
De vergrendeling wordt door een
stroomstoring gedeactiveerd.
Om te voorkomen dat iemand het
SmartLine-element per vergissing in-
schakelt of instellingen wijzigt, heeft het
SmartLine-element een inschakelblok-
kering en een vergrendeling.
De inschakelblokkering wordt bij een
uitgeschakeld SmartLine-element geac-
tiveerd. Als deze functie actief is, kan
het element niet worden ingeschakeld
en kan de timer niet worden bediend.
De ingestelde kookwekkertijd loopt ver-
der af. Het SmartLine-element is zo ge-
programmeerd dat de inschakelblokke-
ring handmatig moet worden geacti-
veerd. U kunt de instelling zo wijzigen
dat de inschakelblokkering 5minuten
na het uitschakelen van het SmartLine-
element automatisch wordt geactiveerd
(zie hoofdstuk “Programmering”).
De vergrendeling wordt bij een inge-
schakeld SmartLine-element geacti-
veerd. Als deze functie geactiveerd is,
kan het SmartLine-element slechts be-
perkt worden bediend:
De ingestelde vermogensstanden
kunnen niet worden gewijzigd.
Een ingestelde kookwekkertijd kan
worden gewijzigd.
Het SmartLine-element kan alleen
maar worden uitgeschakeld.
Wanneer bij geactiveerde inschakel-
blokkering of vergrendeling een niet
toegestane sensortoets wordt aange-
raakt, verschijnt gedurende enkele se-
conden  op de timerdisplay en klinkt
er een signaal.
Ingebruiknamebeveiliging activeren
Druk 6 seconden op de sensor-
toets.
De seconden worden afgeteld in het ti-
merdisplay. Na afloop verschijnt  in
het timerdisplay. De ingebruiknamebe-
veiliging is geactiveerd.
Ingebruiknamebeveiliging deactive-
ren
Druk 6 seconden op de sensor-
toets.
In het timerdisplay wordt kort  weer-
gegeven, waarna de seconden worden
afgeteld. Na afloop is de ingebruikna-
mebeveiliging gedeactiveerd.