Gebruiks- en montagehandleiding SmartLine-inductiewok Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw toestel. nl-BE M.-Nr.
Inhoud Opmerkingen omtrent uw veiligheid ................................................................... 4 Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 15 Overzicht .............................................................................................................. Wok ....................................................................................................................... Bedieningselementen/displays.................................
Inhoud Reiniging en onderhoud...................................................................................... 39 Nuttige tips........................................................................................................... 41 Bij te bestellen accessoires................................................................................ 45 Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ......................................................... 46 Veiligheidsafstanden ...................................
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Deze kookplaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het toestel tot gevolg hebben. Lees de gebruiks- en montagehandleiding daarom aandachtig door, voordat u het toestel in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Verantwoord gebruik Dit toestel is uitsluitend bestemd voor particulier huishoudelijk gebruik (of daarmee vergelijkbaar). Het toestel mag niet buiten worden gebruikt. Gebruik deze kookplaat uitsluitend in huishoudelijke context voor het bereiden en warmhouden van gerechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Kinderen in het huishouden Houd kinderen onder acht jaar op een afstand van de wok, tenzij u voortdurend toezicht houdt. Kinderen vanaf acht jaar mogen de wok alleen zonder toezicht gebruiken als ze weten hoe ze de wok veilig moeten bedienen. Kinderen moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kunnen inzien en begrijpen. Kinderen mogen het toestel niet zonder toezicht reinigen.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Technische veiligheid Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door een door Miele geautoriseerde deskundige worden uitgevoerd. Schade aan de wok kan uw veiligheid in gevaar brengen. Controleer de wok op zichtbare schade. Gebruik nooit een beschadigde wok.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Wanneer onderdelen worden aangeraakt die onder spanning staan of wanneer elektrische of mechanische onderdelen worden veranderd, is dit gevaarlijk voor de gebruiker. Het kan er tevens toe leiden dat het toestel niet meer goed functioneert. Open nooit de ommanteling van het toestel. Het recht op garantie vervalt wanneer de oven door een klantendienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Als de wok achter een meubelfront (bijv. een deur) ingebouwd is, sluit dit dan nooit wanneer u de wok gebruikt. Achter een gesloten meubelfront hopen warmte en vocht zich op. Daardoor kunnen de wok, de ombouwkast en de vloer beschadigd raken. Sluit een meubeldeur pas wanneer de restwarmte-indicatie uit is.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Veilig gebruik De kookplaat wordt heet als deze in gebruik is en dat blijft hij ook nog enige tijd na het uitschakelen. Pas zodra het lampje voor de resterende warmte is uitgegaan, is het verbrandingsgevaar geweken. Olie en vet kunnen bij oververhitting vlam vatten. Houd het toestel goed in de gaten als u met olie en/of vetten werkt. Blus een brand met olie of vet nooit met water. Schakel het toestel uit en doof de vlammen voorzichtig met een deksel of een blusdeken.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Als de wok is ingeschakeld, als u deze per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van het koken, bestaat het risico van verhitting van metalen voorwerpen die op de wok liggen. Andere materialen kunnen smelten of ontbranden. Vochtige pannendeksels kunnen zich vastzuigen. Gebruik de wok niet als werkblad. Schakel de wok na gebruik uit. U kunt zich aan de hete wok verbranden. Gebruik daarom altijd ovenhandschoenen of pannenlappen als u met de hete wok werkt.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Door een drooggekookte wokpan kan de keramische plaat beschadigd raken. Houd voortdurend toezicht op de wok tijdens het gebruik. Vanwege de snelle opwarmsnelheid van inductiekookzones kan onder bepaalde omstandigheden de temperatuur aan de onderkant van de pannen in zeer korte tijd de zelfontbrandingstemperatuur van olie en vet bereiken. Houd voortdurend toezicht op de wok tijdens het gebruik.
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Gebruik alleen de meegeleverde wokpan. Om veiligheidsredenen mag u geen andere wokpannen gebruiken. Brandgevaar! (Zie het hoofdstuk “Inductie”, paragraaf “De juiste pannen”).
Opmerkingen omtrent uw veiligheid Reiniging en onderhoud De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de kookplaat nooit een stoomreiniger.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Recycleerbare verpakking De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen. Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug. Uw toestel afdanken Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen.
Overzicht Wok a Wokzone b Bedieningselementen/displays 16
Overzicht Bedieningselementen/displays Sensortoetsen a Wok in-/uitschakelen b Stop&Go c Schoonmaakfunctie d Warmhouden activeren/deactiveren e Getallenreeks Voor het instellen van de vermogensstand, de kookwekker en uitschakeltijden f Automatisch uitschakelen g Kookwekker Controlelampjes h Automatisch uitschakelen i Restwarmte j Booster k Timerdisplay : tot : Tijd Inschakelblokkering/vergrendeling geactiveerd Demo-modus geactiveerd 17
Overzicht Kookzones Wokzone Ø in cm* 30,0 18 Vermogen in Watt bij 230 V** Normaal TwinBooster, stand 1 TwinBooster, stand 2 2400 2650 3000
Overzicht Bijgeleverde accessoires U kunt de bijgeleverde accessoires (en andere accessoires) desgewenst ook nabestellen (zie “Bij te bestellen accessoires”).
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen Plak het typeplaatje dat bij de documentatie gevoegd is op de daarvoor bestemde plaats in het hoofdstuk “Service”. Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. SmartLine-element voor het eerst reinigen Reinig de wok vóór het eerste gebruik met een vochtige doek en wrijf deze daarna weer droog. SmartLine-element voor het eerst in gebruik nemen De metalen onderdelen worden met een onderhoudsmiddel beschermd.
Inductie Werking Verbrandingsgevaar door hete Onder de wokzone bevindt zich een inductiespoel. Als u de wok inschakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De wokzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de wok. voorwerpen. Als de wok is ingeschakeld, als u deze per ongeluk inschakelt of als deze nog warm is van het koken, bestaat het risico van verhitting van metalen voorwerpen die op de wok liggen. Gebruik de wok niet als werkblad.
Inductie Geluiden Bij gebruik van de inductiewokplaat kunnen in de wokpan de volgende geluiden ontstaan: De juiste pannen Brandgevaar door ongeschikte Op een hoge vermogensstand kan het toestel een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt als u een lagere vermogensstand instelt. wokpannen Bij gebruik van andere wokpannen kan het vet of het gerecht oververhit raken en vlam vatten. Gebruik uitsluitend de meegeleverde wokpan.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereiding Warmhouden, smelten van chocolade Verwarmen van gerechten Wokken van typisch oosterse gerechten Storing door vuile en/of bedekte Vermogensstand 1-2 3-6 7-9 Principe van de bediening Uw SmartLine-element is voorzien van elektronische sensortoetsen. Deze reageren op vingercontact. De sensortoets Aan/Uit moet bij het inschakelen om veiligheidsredenen iets langer worden aangeraakt dan de overige toetsen.
Bediening Brandgevaar door oververhitte Restwarmte-indicatie voedingsmiddelen. Onbeheerde voedingsmiddelen kunnen oververhit raken en ontbranden. Houd toezicht op het SmartLine-element tijdens het gebruik. Als het SmartLine-element heet is, brandt na het uitschakelen de restwarmte-indicatie. Afhankelijk van de temperatuur verschijnt er boven de vermogensstanden 1, 2 en 3 telkens een punt. Houd er rekening mee dat de opwarmtijd bij inductie heel kort is.
Bediening Kookstartautomaat Doorkookstand* Aankooktijd [min : sec] Als de kookstartautomaat geactiveerd is, warmt de kookzone automatisch met het hoogste vermogen op (aankoken) en schakelt dan naar de ingestelde vermogensstand (doorkookstand) terug. De aankooktijd hangt van de ingestelde doorkookstand af (zie tabel). 1 ca. 0:15 1. ca. 0:15 2 ca. 0:15 2. ca. 0:15 De kookstartautomaat inschakelen 3 ca.
Bediening Booster TwinBooster inschakelen, stand 1 De wok is uitgerust met een TwinBooster. Plaats de wokpan. Met de booster kan gedurende maximaal 15 minuten een hoger vermogen worden geleverd. Als u de booster inschakelt, terwijl er – geen vermogensstand is ingesteld, wordt na afloop van de boostertijd of bij het eerder uitschakelen van de functie automatisch teruggeschakeld naar vermogensstand 9.
Bediening Warmhouden De functie warmhouden is bedoeld voor het warmhouden van gerechten meteen na de bereiding, niet voor het opwarmen van reeds afgekoelde gerechten. Warmhouden activeren/deactiveren Tip de sensortoets aan. De maximale warmhoudtijd bedraagt 2 uur. – Houd levensmiddelen uitsluitend warm in een pan. Dek de pan af met een deksel. – Roer regelmatig in stevige gerechten en dikke vloeistoffen (eenpansgerecht, stevige maaltijdsoep).
Timer Het SmartLine-element moet ingeschakeld zijn als u de timer wilt gebruiken. U kunt een tijd instellen tussen 1 minuut (:) en 9 uur en 59 minuten (:). Tijden tot 59 minuten stelt u in minuten in (0:59), tijden vanaf 60 minuten in uren en minuten. De tijden worden ingevoerd in de volgorde 'uren', 'minuten' (tiental) en 'minuten' (eenheden). Voorbeeld: 59 minuten = 0:59, invoer: 5-9 80 minuten = 1:20, invoer: 1-2-0 Nadat het eerste cijfer is ingevoerd, brandt het timerdisplay statisch.
Timer Kookzone automatisch uitschakelen U kunt een tijd instellen waarna een kookzone automatisch wordt uitgeschakeld. De functie kan voor alle kookzones gelijktijdig gebruikt worden. De uitschakeltijd wordt ingesteld op de getallenreeks van de kookzone die automatisch moet worden uitgeschakeld.
Extra functies Stop&Go Recall Bij de activering van Stop&Go wordt de ingestelde vermogensstand tot 1 verlaagd. De vermogensstand en de instelling van de timer kunnen niet worden gewijzigd, de wok kan enkel uitgeschakeld worden. De kookwekker-, uitschakel- en boostertijd en de tijd voor de kookstartautomaat lopen verder door. Als het SmartLine-element tijdens het gebruik per ongeluk uitgeschakeld is, kunt u met deze functie alle instellingen herstellen.
Extra functies Schoonmaakfunctie U kunt de sensortoetsen van het SmartLine-element gedurende 20 seconden vergrendelen, bijvoorbeeld om verontreinigingen te verwijderen. De sensortoets wordt niet vergrendeld. Gegevens SmartLine-element weergeven U kunt de type-aanduiding en de softwareversie van uw SmartLine-element laten weergeven. Er mogen geen pannen op het SmartLine-element staan. Activeren Type-aanduiding Tip de sensortoets aan. Schakel het SmartLine-element in.
Beveiligingen Inschakelblokkering/vergrendeling De vergrendeling wordt door een stroomstoring gedeactiveerd. Om te voorkomen dat iemand het SmartLine-element per vergissing inschakelt of instellingen wijzigt, heeft het SmartLine-element een inschakelblokkering en een vergrendeling. De inschakelblokkering wordt bij een uitgeschakeld SmartLine-element geactiveerd. Als deze functie actief is, kan het element niet worden ingeschakeld en kan de timer niet worden bediend.
Beveiligingen Vergrendeling activeren Houd de sensortoetsen en gedurende 6 seconden tegelijk ingedrukt. In het timerdisplay worden de seconden afgeteld. Na afloop verschijnt in het timerdisplay. De vergrendeling is geactiveerd. Vergrendeling deactiveren Houd de sensortoetsen en gedurende 6 seconden tegelijk ingedrukt. In het timerdisplay wordt kort weergegeven, waarna de seconden worden afgeteld. Na afloop is de vergrendeling gedeactiveerd.
Beveiligingen Automatische uitschakeling Vermogensstand* Sensortoetsen zijn afgedekt Wanneer er langer dan 10 seconden overgekookte gerechten of voorwerpen op één of meer sensortoetsen liggen of wanneer deze worden bedekt door vingercontact, dan wordt het SmartLineelement automatisch uitgeschakeld. Boven de sensortoets knippert kort en er weerklinkt kort een signaal. Wanneer u de voorwerpen en/of verontreinigingen verwijdert, dooft en is het SmartLine-element weer klaar voor gebruik.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen en/of de koellichamen oververhit raken, leidt de oververhittingsbeveiliging tot één van de volgende reacties: Inductiespoelen – Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
Programmering U kunt de programmering van het SmartLine-element aan uw persoonlijke wensen aanpassen. U kunt meerdere instellingen na elkaar wijzigen. Na het oproepen van de programmering verschijnt het symbool en in het timerdisplay . Na enkele seconden knipperen op de timerdisplay afwisselend : (programma 01) en : (code).
Programmering 1) Programma P:01 P:03 P:04 P:06 P:07 P:08 P:09 P:12 Demo-stand Fabrieksinstelling Aantal vermogensstanden Bevestigingssignaal bij aanraking van een sensortoets Geluidssignaal van de timer Ingebruiknamebeveiliging maximale bedrijfsduur Reactiesnelheid van de sensortoetsen Code 2) Instellingen C:00 Demo-stand uit C:01 Demo-stand aan C:00 Fabrieksinstellingen niet herstellen C:01 Fabrieksinstellingen herstellen C:00 9 vermogensstanden C:01 17 vermogensstanden C:00
Programmering 1) Programma P:15 1) 2) Permanente panherkenning Code 2) Instellingen C:00 Niet actief C:01 Actief Niet-genoemde programma's zijn niet gedefinieerd. De standaard ingestelde code is telkens vet gedrukt. 3) Wanneer het SmartLine-element wordt ingeschakeld, verschijnt gedurende enkele seconden op het timerdisplay. 4) In de tekst en in de tabellen worden de uitgebreide vermogensstanden voor de duidelijkheid weergegeven met een punt achter het cijfer.
Reiniging en onderhoud Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken. Na het beëindigen van het kookproces zijn de oppervlakken heet. Schakel de wok uit. Laat de oppervlakken afkoelen voordat u de wok reinigt. Schade door indringend vocht. De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor de reiniging van de wok nooit een stoomreiniger.
Reiniging en onderhoud Schade door scherpe voorwerpen. De afdichtingstape tussen het SmartLine-element en het werkblad kan worden beschadigd. Gebruik voor het reinigen geen scherpe voorwerpen. Met een afwasmiddel worden niet alle verontreinigingen en resten verwijderd. Er ontstaat een onzichtbare film die tot verkleuringen van het keramische glas leidt. Deze verkleuringen kunnen niet meer worden verwijderd. Reinig het keramische oppervlak regelmatig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramisch glas.
Nuttige tips De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden, kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat u Miele niet hoeft in te schakelen. De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te verhelpen. Probleem Oorzaak en oplossing Het SmartLine-element kan niet worden ingeschakeld. Het SmartLine-element heeft geen stroom. Controleer of de zekering van de elektrische installatie doorgeslagen is.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Als het SmartLine-element wordt ingeschakeld of als er een sensortoets wordt ingedrukt, dan verschijnt gedurende enkele seconden op het timerdisplay. De ingebruiknamebeveiliging of vergrendeling is geactiveerd. Deactiveer de ingebruiknamebeveiliging/vergrendeling (zie het hoofdstuk “Veiligheidsfuncties”, onder “Ingebruiknamebeveiliging/vergrendeling”). Het SmartLine-element is automatisch uitgeschakeld.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Na het uitschakelen van De ventilator blijft draaien totdat het SmartLine-elehet SmartLine-element ment afgekoeld is en wordt dan automatisch uitgeis er nog een geluid te schakeld. horen. De sensortoetsen reaDe gevoeligheid van de sensortoetsen is veranderd. geren over- of ongevoe- Zorg er eerst voor dat zon- of kunstlicht niet direct lig. op het SmartLine-element valt. De omgeving van het SmartLine-element mag ook niet te donker zijn.
Nuttige tips Probleem Oorzaak en oplossing Op het timerdisplay knipperen afwisselend en cijfers. De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd. Zie het hoofdstuk “Veiligheidsfuncties”, paragraaf “Oververhittingsbeveiliging”. , of De ventilator is geblokkeerd of defect. Controleer of de ventilator geblokkeerd is door een voorwerp, bijvoorbeeld een vork, en verwijder dat voorwerp. Neem contact op met Miele als de foutmelding opnieuw verschijnt. en andere cijfers.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw toestellen levert Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsook reinigings- en onderhoudsmiddelen. U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen. De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie einde van deze gebruiksaanwijzing) en bij uw Miele-handelaar.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Schade door ondeskundige inbouw. Het SmartLine-element kan beschadigd raken door ondeskundige inbouw. Laat het SmartLine-element uitsluitend inbouwen door een gekwalificeerd vakman. Gevaar voor elektrische schok door netspanning. Als gevolg van een ondeskundig uitgevoerde aansluiting op het stroomnet bestaat er kans op een elektrische schok. Laat het SmartLine-element uitsluitend door een gekwalificeerde elektricien aansluiten op het stroomnet.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand boven het SmartLine-element Tussen het SmartLine-element en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die de fabrikant van de afzuigkap aangeeft. Als er zich boven het SmartLine-element licht ontvlambare materialen bevinden (zoals een keukenplank), moet u een veiligheidsafstand van ten minste 600 mm aanhouden.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand achterkant/ zijkant Monteer het SmartLine-element bij voorkeur met veel ruimte rechts en links. Aan de achterkant van het SmartLineelement moet ten opzichte van een hoge kast of wand de hierna aangegeven minimale afstand worden aangehouden. Niet toegestaan Als zich aan één kant van het SmartLine-element (rechts of links) een hoge kast of wand bevindt, moet de hierna aangegeven minimale afstand , worden aangehouden.
Veiligheidsafstanden Minimale afstand onderkant Tussenbodem Om de ventilatie van het SmartLine-element te kunnen waarborgen, moet onder het element een minimale afstand worden aangehouden ten opzichte van een oven, tussenbodem of lade. Het inbouwen van een tussenbodem onder het SmartLine-element is niet noodzakelijk, maar wel toegestaan.
Veiligheidsafstanden Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding, dient er een minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding 50 mm zijn.
Aanwijzingen voor het inbouwen Alle maten zijn in mm aangegeven. Werkblad met tegels Opbouw Afdichting tussen SmartLine-element en werkblad Als u voegenkit gebruikt, kunnen het SmartLine-element en het werkblad beschadigd raken als het element moet worden verwijderd. Gebruik daarom geen voegenkit tussen het SmartLine-element en het werkblad. De dichting onder de rand van het toestel is toereikend als afdichting tussen toestel en werkblad.
Aanwijzingen voor het inbouwen Vlakke inbouw Een vlakke inbouw is alleen mogelijk bij natuurstenen (graniet, marmer), massief houten en betegelde werkbladen. Als uw werkblad van een ander materiaal is gemaakt, informeer dan bij de fabrikant of het werkblad geschikt is voor vlakke inbouw.
Aanwijzingen voor het inbouwen Inbouw van meerdere SmartLine-elementen De voegen tussen de afzonderlijke SmartLine-elementen moeten met een temperatuurbestendige (min. 160 °C) siliconenkit worden gevuld. Bij vlakke inbouw moet ook de voeg tussen het/de SmartLine-element(en) en het werkblad met een temperatuurbestendige (min. 160 °C) siliconenkit worden gevuld. De SmartLine-elementen moeten na de inbouw van onderaf goed toegankelijk zijn, zodat de bodemplaat voor onderhoudsdoeleinden kan worden verwijderd.
Inbouwmaten Opbouw a vooraan b Aansluitkabel L = 2000 mm 54
Inbouwmaten Vlakke inbouw a vooraan b Aansluitkabel L = 2000 mm c Getrapte freesrand (voor de detailtekeningen zie 'Uitsparing werkblad bij vlakke inbouw') d Houten lijst 12 mm (niet bijgeleverd, voor de detailtekeningen zie 'Uitsparing werkblad bij vlakke inbouw') 55
Uitsparing werkblad bij opbouw Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing De elementen liggen 10 mm boven het werkblad. Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een afstand van 2 mm worden aangehouden. Berekening uitsparing B 1 element = breedte van het element min 10 mm rechts, min 10 mm links Meerdere elementen = totale breedte van de elementen plus 2 mm afstand tussen de elementen, min 10 mm rechts, min 10 mm links. Hierna volgen enkele voorbeelden.
Uitsparing werkblad bij opbouw Inbouw met werkbladdampkappen Combinatievoorbeelden Aantal x breedte [mm] Afmeting B [mm] Kookelementen Werkbladdampkap 1 x 378 1 x 120 480 2 x 378 1 x 120 860 1 x 378 1 x 620 2 x 120 1224 3 x 378 2 x 120 1362 2 x 378 1 x 620 2 x 120 1604 4 x 378 2 x 120 1742 1 x 620 2 x 120 844 +1 +1 +1 +1 +1 +1 +1 57
Uitsparing werkblad bij opbouw Inbouw zonder werkbladdampkappen Combinatievoorbeelden Aantal x breedte [mm] Kookelementen 58 Afmeting B [mm] +1 1 x 378 358 2 x 378 738 1 x 378 1 x 620 980 3 x 378 1118 2 x 378 1 x 620 1360 4 x 378 1498 +1 +1 +1 +1 +1
Uitsparing werkblad bij vlakke inbouw Werkblad van natuursteen +0,5 *7 Houten werkblad mm bij CS 7611 Aanwijzingen voor het berekenen van de uitsparing De elementen liggen 10 mm boven het werkblad. Bij inbouw van meerdere elementen moet tussen de afzonderlijke elementen een afstand van 2 mm worden aangehouden. Berekening uitsparing A 1 element = breedte van het element plus 2 mm rechts, plus 2 mm links.
Uitsparing werkblad bij vlakke inbouw Inbouw met werkbladdampkappen Combinatievoorbeelden 60 Aantal x breedte [mm] Afmeting A [mm] Kookelementen Werkbladdampkap 1 x 378 1 x 120 504 2 x 378 1 x 120 884 1 x 378 1 x 620 2 x 120 1248 3 x 378 2 x 120 1386 2 x 378 1 x 620 2 x 120 1628 4 x 378 2 x 120 1766 1 x 620 2 x120 868 Afmeting B [mm] +1 480 +1 +1 860 +1 +1 1224 +1 1362 +1 1604 +1 1742 +1 +1 +1 +1 +1 +1 844
Uitsparing werkblad bij vlakke inbouw Inbouw zonder werkbladdampkappen Combinatievoorbeelden Aantal x breedte [mm] Afmeting A [mm] Afmeting B [mm] Kookelementen +1 358 +1 738 1 x 378 382 2 x 378 762 1 x 378 1 x 620 1004 3 x 378 1142 2 x 378 1 x 620 1384 4 x 378 1522 +1 +1 +1 980 +1 +1 1118 +1 1360 +1 1498 +1 +1 +1 61
Verbindingsstrips Bij inbouw van meerdere SmartLine-elementen moet tussen de afzonderlijke elementen telkens een verbindingsstrip worden geplaatst. De bij de verbindingsstrips gevoegde klemmen zijn alleen nodig bij inbouw van een CSDA.
Inbouwen Voorbereiding werkblad Verbindingsstrips monteren Maak de uitsparing in het werkblad. Let op de veiligheidsafstanden (zie hoofdstuk “Veiligheidsafstanden”). Gebruik de middelste schroefgaten als rechts of links naast de verbindingsstrip de volgende SmartLine-elementen worden ingebouwd: CS 7611, CS 7101, CS 7102 De snijvlakken van houten werkbladen moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast.
Inbouwen Werkblad van natuursteen Voor het bevestigen van de verbindingsstrips moet u sterk dubbelzijdig plakband gebruiken (niet meegeleverd). SmartLine-element inbouwen Plak de bijgeleverde afdichttape onder de rand van het SmartLine-element. Breng de afdichttape niet onder spanning aan. Geleid de aansluitkabel door de uitsparing in het werkblad omlaag. Plaats het SmartLine-element in de uitsparing in het werkblad.
Inbouwen Vlakke inbouw Sluit het SmartLine-element op het elektriciteitsnet aan. Sluit het SmartLine-element zo nodig op de gasvoorziening aan (zie 'Gasaansluiting'). Controleer of het SmartLine-element goed functioneert. De voegen tussen de afzonderlijke elementen en de elementen en het werkblad moeten met een temperatuurbestendige (min. 160 °C) siliconenkit worden gevuld. Een ongeschikte voegenkit kan natuursteen beschadigen.
Elektrische aansluiting Schade door ondeskundige aan- Aansluitwaarde sluiting. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerkzaamheden kan de gebruiker aanzienlijke risico's lopen. Miele kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade die wordt veroorzaakt door ondeskundige installatie- en onderhoudswerkzaamheden, reparaties of een ontbrekende of onderbroken aarddraad (bijvoorbeeld een elektrische schok).
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Aansluitkabel vervangen Gevaar voor elektrische schok Gevaar voor elektrische schok door netspanning. Tijdens reparatie- en/of onderhoudswerkzaamheden kan het opnieuw inschakelen van de netspanning leiden tot een elektrische schok. Zorg dat de netspanning niet per ongeluk weer kan worden ingeschakeld. door netspanning. Als gevolg van een ondeskundig uitgevoerde aansluiting bestaat er kans op een elektrische schok.
Klantendienst Contact bij storingen Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele-vakhandelaar of Miele. Het telefoonnummer van Miele vindt u achter in dit document. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Miele-Service weten welk type toestel u heeft en welk fabricagenummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje. Typeplaatje: Plak hier het bijgaande typeplaatje.
nv Miele België Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse) Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16 E-mail: info@miele.be Internet: www.miele.be Duitsland Miele & Cie.
CS 7611 nl-BE M.-Nr.