Operation Manual

Tips voor het frituren
Voor een gezonde voeding, dienen
de voedingsmiddelen zo behoed
-
zaam mogelijk te worden bereid. Fri
-
tuur de gerechten dan ook goudgeel
en niet donkerbruin.
Strooi nooit zout op de gerechten
zolang deze nog boven de frituur
-
bak hangen. Hierdoor kan het vet
gaan overschuimen.
Het frituurvet moet altijd voldoende
heet zijn, zodat de voedingsmid
-
delen snel dichtschroeien. Als het
vet niet heet genoeg is, nemen de
voedingsmiddelen te veel vet op,
waardoor de verteerbaarheid af-
neemt.
Wacht tot het controlelampje voor de
temperatuur uitgaat, voordat u op-
nieuw voedingsmiddelen in de fri-
tuurmand doet (de ingestelde tempe-
ratuur is dan bereikt).
Gerechten worden behoedzaam be
-
reid als u zich aan de temperaturen
in de tabel houdt. Kies temperaturen
boven 170 °C alleen als het recept
dat uitdrukkelijk vermeldt (bijvoor
-
beeld vis en vlees zonder
paneermeel of deegmantel).
Stel voor het frituren van diepvries
-
producten de laagste temperatuur in
die de fabrikant aangeeft.
Houd de frituurtijd zo kort mogelijk.
Houd de juiste verhouding aan tus
-
sen het te bereiden product en het
vet. Deze verhouding dient tussen
1:10 en 1:15 te liggen. Voor bijvoor
-
beeld 100 g patat is 1 tot 1,5 l vet
voldoende. Als u meer vet gebruikt,
wordt de patat te heet. Als u te veel
patat frituurt, koelt het vet te veel af.
Verhit het vet niet onnodig lang, an
-
ders moet het eerder worden ver
-
vangen.
De voedingsmiddelen moeten zo
droog mogelijk zijn. Door vocht gaat
het vet schuimen. Dep vochtige voe
-
dingsmiddelen met keukenpapier
droog. Verwijder ijsresten van diep-
vriesgerechten.
Laat de frituurmand voorzichtig zak-
ken, zodat het vet niet gaat schui-
men.
Verse aardappelschijfjes plakken niet
aan elkaar vast als u ze onder stro-
mend koud water afspoelt en daarna
met keukenpapier droogdept.
Kruid voedingsmiddelen niet voordat
deze gefrituurd zijn! Laat de voe
-
dingsmiddelen eerst uitlekken voor
-
dat u er zout, kruiden of poedersui
-
ker op strooit.
Bediening
20