Gebruiks- en montagehandleiding Keramische inductiekookplaten CS 1212-1 CS 1221-1 CS 1222 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 CS 1212-1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 CS 1221-1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 CS 1222 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Veiligheidsinstructies voor het inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 CS 1212-1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 CS 1222 / CS 1221-1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46 Voorbereiding werkblad . . . . . . . . . .
Algemeen CS 1212-1 a Kookzone met TwinBooster (BI/II) Bedieningsknop: b Kookzone met enkele booster (BI) f Achter c Display g Voor d Symbolen voor de kookzones e Display Display l Controlelampje "Aan" m Controlelampje booster n Restwarmte-indicator 4
Algemeen CS 1221-1 a Kookzone met TwinBooster (BI/II) Display b Display c Display d Bedieningsknop l Controlelampje "Aan" m Controlelampje booster n Restwarmte-indicator 5
Algemeen CS 1222 a Braadzones met Twinbooster (B I/II) Bedieningsknop: b Kookzone met enkele booster (BI) g Voor c Display h Achter d Symbolen voor de kookzones e Display Display l Controlelampje "Aan" m Controlelampje booster n Restwarmte-indicator 6
Algemeen Display ß = Geen pan of verkeerde pan A = Aankookautomaat I = Booster I II = Booster II (indien van toepassing) L = Vergrendeling (zie het hoofdstuk "Beveiligingen") Kookzones Kookzone CS 1212-1 Minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** Voor 10 - 16 normaal: met booster: 1400 2200 Achter 16 - 23 normaal: met booster I: met booster II: 2300 3000 3700 Totaal: 3700 CS 1221-1 Minimale tot maximale C in cm* 18 - 28 Vermogen in Watt bij 230 V** normaal: met boost
Algemeen Kookzone CS 1222 Minimale tot maximale C in cm* Vermogen in Watt bij 230 V** Voor 10 - 16 normaal: met booster: 1400 2200 Achter 14 - 20 / normaal: met booster I: met booster II: normaal: met booster I: met booster II: 1850 2500 3000 2300 3000 3700 Totaal: 3700 20 x 30 * Binnen het aangegeven bereik kunt u pannen met een willekeurige bodemdiameter gebruiken. ** Het aangegeven vermogen kan variëren afhankelijk van de grootte en het materiaal van de gebruikte pannen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Dit apparaat mag alleen worden gebruikt door per- sonen die in staat zijn het apparaat veilig te bedienen en die volledig op de hoogte zijn van de inhoud van de gebruiksaanwijzing! Kinderen ~ Maak gebruik van de vergrendeling, zodat kinderen het apparaat niet onbedoeld kunnen inschakelen. ~ Houd kinderen in de gaten wanneer zij zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Bewaar geen voorwerpen die voor kinderen interessant zijn in kastjes boven of achter het apparaat. De kinderen klimmen anders misschien op het apparaat en kunnen zich er dan aan branden. ~ Kinderen kunnen ook verbrandingen oplopen als zij pannen van het apparaat trekken. Draai de grepen daarom zo dat ze zich boven het werkblad bevinden. Bij de vakhandelaar is een speciaal rek verkrijgbaar dat ervoor zorgt dat kinderen niet meer bij het apparaat kunnen komen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ De elektrische veiligheid van het apparaat is uitslui- tend gegarandeerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat bij twijfel de huisinstallatie door een vakman inspecteren.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door Miele zijn geautoriseerd. Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. Miele kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. ~ Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaam- heden dient het apparaat spanningsvrij te worden gemaakt.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Als de aansluitkabel beschadigd is, moet deze door een speciale kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele. De kabel mag alleen door een vakman worden vervangen. ~ De kookplaat mag niet worden gebruikt met een ex- terne schakelklok of een systeem dat op afstand werkt. ~ Het apparaat mag niet via een stekkerdoos of ver- lengsnoer op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Veilig gebruik ~ Alleen voor personen met een pacemaker: Houdt u er rekening mee dat in de directe omgeving van het ingeschakelde apparaat een elektromagnetisch veld ontstaat. Het is niet waarschijnlijk dat dit veld de werking van de pacemaker nadelig beïnvloedt. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant van de pacemaker of met uw arts.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Mocht het vet of de olie vlam vatten, gebruik dan nooit water voor het blussen! Doof de vlammen met een geschikte deksel, een vochtige doek of iets dergelijks. ~ Trek altijd ovenwanten aan of gebruik pannenlappen als u met het hete apparaat werkt. De ovenwanten of pannenlappen mogen niet nat of vochtig zijn, omdat ze de warmte dan beter geleiden. U kunt zich branden! ~ Flambeer nooit onder een afzuigkap. Door de vlammen kan de afzuigkap in brand vliegen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Dek het apparaat nooit af met een afdekplaat, een doek, folie of iets dergelijks. Als het apparaat per ongeluk wordt ingeschakeld of nog heet is, kan het betreffende materiaal vlam vatten, barsten of smelten. ~ Gebruik geen serviesgoed van kunststof of alumini- umfolie, want dat smelt bij hoge temperaturen. Brandgevaar! ~ Verwarm geen dichte blikken en dergelijke op de kookzones.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Laat geen voorwerpen op de keramische plaat val- len. Zelfs een licht voorwerp, zoals een zoutvaatje, kan scheuren of barsten veroorzaken als het verkeerd terechtkomt. ~ Komt suiker, suikerhoudend voedsel, kunststof of aluminiumfolie op een hete kookzone terecht, vermeng de suikerhoudende stoffen dan onmiddellijk met water. Schakel vervolgens de kookzone uit en verwijder de resten met een schraper, zolang de plaat nog heet is.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Wanneer zich onder het apparaat een schuiflade bevindt, zonder tussenbodem, mogen daarin geen licht ontvlambare stoffen of brandbare voorwerpen zoals spuitbussen worden bewaard. Een eventuele bestekbak moet van hittebestendig materiaal zijn. ~ Metalen voorwerpen die in een lade onder de kookplaat worden bewaard, kunnen heet worden als u het apparaat lang en intensief gebruikt. ~ Zorg ervoor dat gerechten altijd voldoende worden verhit.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Als de "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Vóór het eerste gebruik Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Eerste reiniging ^ Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies en stickers. ^ Reinig het apparaat met een vochtige doek en wis het daarna weer droog. Gebruik voor het reinigen van de keramische plaat geen afwasmiddel, omdat daardoor blijvende blauwe vlekken kunnen ontstaan.
Inductie Principe Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Als u een kookzone inschakelt, genereert deze spoel een magneetveld waardoor de bodem van de pan heet wordt. De kookzone zelf wordt alleen indirect verwarmd door de stralingswarmte van de pan. Een inductiekookzone reageert alleen op pannen met een magnetiseerbare bodem (zie de rubriek "De juiste pannen"). Andere pannen worden niet heet. Bij inductie wordt automatisch rekening gehouden met de grootte van de gebruikte pan.
Inductie Geluiden Bij gebruik van een inductiekookplaat kunnen in het kookgerei allerlei geluiden ontstaan. De geluiden zijn afhankelijk van het materiaal en de constructie van de bodem van het kookgerei. – Op een hoge vermogensstand kan het apparaat een bromgeluid veroorzaken. Dit geluid neemt af of verdwijnt, wanneer een lagere vermogensstand wordt ingesteld. – Bij pannen met een bodem die uit verschillende materialen bestaat (bijvoorbeeld een sandwichbodem) kan een knetterend geluid optreden.
Inductie De juiste pannen Let op! Geschikt zijn pannen van: – roestvrij staal met een magnetiseerbare bodem Plaats pannen altijd midden op een kookzone. Als een pan slechts gedeeltelijk op een kookzone staat, kunnen de grepen zeer heet worden.
Bediening In- en uitschakelen Restwarmte-indicator Om een kookzone in te schakelen, draait u de betreffende knop naar rechts a op de gewenste vermogensstand. Om de kookzone uit te schakelen, draait u de knop naar links b op "0". De restwarmte-indicator dooft pas als u de kookplaat zonder gevaar kunt aanraken. De knop mag niet rechtsom (over BI of BI/II heen) op "0" worden gezet. Na het inschakelen van een kookzone licht het controlelampje voor "Aan" op en na enige tijd ook de restwarmteindicator.
Bediening Tabel vermogensstanden Bereiding Warmhouden Boter smelten Gelatine oplossen Vermogensstand* ( 1-2 Rijstepap, havermoutpap maken 2 Kleine hoeveelheden vloeistof opwarmen Rijst wellen Groente ontdooien (in een blok) Graan wellen 3 Gerechten verwarmen die veel vocht bevatten Omelet, eieren zonder korstje bakken Fruit blancheren Deegwaren wellen 4 Groente, vis stoven Diepvriesproducten ontdooien en verwarmen 5 Aankoken van grote hoeveelheden, bijv.
Bediening Aankookautomaat Aankookautomaat activeren Doorkookstand Aankooktijd in minuten en seconden (ca.) ^ Draai de knop naar links tot aan de aanslag. Houd de knop in deze positie totdat in het display A verschijnt. 1 0 : 15 2 0 : 15 3 0 : 25 Als u de knop te lang in die positie houdt, verschijnt in het display L en wordt de vergrendeling geactiveerd (zie de rubriek "Vergrendeling").
Bediening Boosterfunctie De kookzones hebben een enkele booster (I) of een TwinBooster (I/II), zie het hoofdstuk "Algemeen". Met de boosterfunctie wordt een extra hoog vermogen geleverd, waarmee u bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water kunt verhitten. Met booster I en II werken de kookzones gedurende 10 minuten met een verhoogd vermogen. De boosterfunctie kan niet tegelijk voor twee kookzones worden gebruikt. Na afloop van de boostertijd wordt automatisch naar vermogensstand 9 teruggeschakeld.
Bediening Booster I inschakelen ^ Draai de knop door vermogensstand 9 heen op BI dan wel BI/II en zet de knop terug op 9. In het display van de kookzone verschijnt I, in het kleine display B. Booster II inschakelen ^ Draai de knop door vermogensstand 9 heen op BI/II en zet de knop terug op 9. In het display van de kookzone verschijnt I, in het kleine display B. ^ Draai de knop opnieuw door vermogensstand 9 heen op BI/II en zet de knop terug op 9. In het display van de kookzone verschijnt II.
Bediening Warmhouden Tips Alle kookzones hebben een warmhoudstand. Houd gerechten alleen in de pan warm. Dek de pan met een deksel af. Als u de warmhoudstand instelt, wordt de kookzone na maximaal 2 uur uitgeschakeld. U hoeft de gerechten tijdens het warmhouden niet te roeren. De warmhoudstand is voor het warmhouden van gerechten meteen na de bereiding (dus als deze nog warm zijn).
Tips om energie te besparen – Kook bij voorkeur met een deksel op de pan. Op die manier voorkomt u dat er onnodig warmte ontsnapt. zonder deksel met deksel – Gebruik voor een kleine hoeveelheid een kleine pan. Voor een kleine pan is minder energie nodig dan voor een grote, niet geheel gevulde pan. – Gebruik zo weinig mogelijk water. – Schakel na het aankoken of aanbraden op tijd terug naar een lagere vermogensstand. – Met een snelkookpan kunt u de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
Beveiligingen Vergrendeling apparaat Veiligheidsuitschakeling De kookplaat heeft een vergrendeling die voorkomt dat de kookzones onbedoeld worden ingeschakeld. Het apparaat is voorzien van een beveiliging die de kookplaat automatisch uitschakelt als u vergeet deze uit te zetten. U kunt de vergrendeling alleen activeren als alle kookzones uitgeschakeld zijn. De vergrendeling wordt met de rechter knop geactiveerd en gedeactiveerd.
Beveiligingen Oververhittingsbeveiliging Alle inductiespoelen en de koellichamen van de elektronica zijn voorzien van een oververhittingsbeveiliging. Voordat de inductiespoelen of de koellichamen oververhit raken, leidt de oververhittingsbeveiliging bij de betreffende kookzone of bij de hele kookplaat tot een van de volgende reacties: – Een ingeschakelde booster wordt uitgeschakeld. – De ingestelde vermogensstand wordt verlaagd.
Reiniging en onderhoud ,Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voorkomt zo kalkafzetting. Om beschadigingen aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende middelen niet worden gebruikt: – afwasmiddelen.
Reiniging en onderhoud Keramische plaat Gebruik voor het reinigen geen afwasmiddel. Met afwasmiddel worden niet alle verontreinigingen verwijderd. Er ontstaat dan een onzichtbaar laagje dat tot verkleuring van de keramische plaat leidt. Die verkleuring kan niet meer worden verwijderd. Reinig de kookplaat regelmatig met een speciaal reinigingsmiddel voor keramische platen. Verwijder alle grove verontreinigingen met een vochtige doek. Vastgekoekte verontreinigingen verwijdert u met een glasschraper.
Nuttige tips ,Reparaties aan elektrische ap- paraten mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. ... in het display afwisselend een C en een vermogensstand knipperen? De vermogensstand is verlaagd, omdat bij de verbonden kookzone de booster is ingeschakeld (zie "Boosterfunctie"). ... in het display afwisselend een C en een 0 knipperen? Wat moet u doen als . . . ...
Nuttige tips ... na het inschakelen van de kookzone gedurende enkele seconden een L in het display verschijnt? De vergrendeling is geactiveerd (zie de rubriek "Vergrendeling"). ... in het display van een kookzone een H verschijnt? De oververhittingsbeveiliging is geactiveerd (zie de rubriek "Oververhittingsbeveiliging"). ... in de displays afwisselend F47 en F48 knipperen? De ventilatieopeningen zijn afgedekt of de ventilator is defect. De ventilatieopeningen van de kookplaat mogen niet worden afgedekt.
Bij te bestellen accessoires Speciaal voor uw apparatuur biedt Miele een uitgebreid assortiment aan toebehoren, alsmede reinigings- en onderhoudsmiddelen. U kunt deze producten heel eenvoudig via de Miele-webshop bestellen: De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen. Ook de wandafdichtstrip moet hittebestendig zijn. ~ Dit apparaat mag niet op een niet-stationaire locatie (zoals een boot) worden gebruikt.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Kies de grootste afstand als in de gebruiksaanwijzing of montagehandleiding van verschillende apparaten (bijvoorbeeld een wokbrander of een elektrische kookplaat) verschillende veiligheidsafstanden worden genoemd voor plaatsing onder een afzuigkap. Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant is aangegeven.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant Dit apparaat mag slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan het apparaat zelf (zie de afbeeldingen). Houd een veiligheidsafstand aan van minimaal 50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en de achterwand. Tussen de uitsparing in het werkblad en de meubels eromheen, bijvoorbeeld een hoge kast rechts of links, dient de veiligheidsafstand a in acht te worden genomen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Minimale afstand onderkant Tussenbodem Om de ventilatie van het apparaat te kunnen waarborgen, moet onder het apparaat een minimale afstand worden aangehouden ten opzichte van een oven, tussenbodem of lade. Een tussenbodem onder de kookplaat is niet noodzakelijk, maar wel toegestaan. De minimale afstand vanaf de onderkant van de kookplaat tot de – bovenkant van een oven moet 15 mm zijn.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Als er sprake is van een nisbekleding dient er een minimale afstand tussen de uitsparing in het werkblad en de bekleding te worden aangehouden. Bij te hoge temperaturen kunnen materialen beschadigd raken. Is de bekleding van brandbaar materiaal (zoals hout), dan moet de afstand e tussen de uitsparing in het werkblad en de nisbekleding minimaal 50 mm zijn.
Afmetingen CS 1212-1 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm 45
Afmetingen CS 1222 / CS 1221-1 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Inbouwhoogte netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm 46
Voorbereiding werkblad ^ Maak de uitsparing in het werkblad voor een of meer apparaten volgens de maatschets. Neem de minimale afstand tot de achterwand in acht en tot een eventueel aanwezige zijwand (rechts of links). Zie ook het hoofdstuk "Veiligheidsinstructies voor het inbouwen". ^ De snijvlakken van houten werkbladen moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn.
Meerdere apparaten inbouwen Als meer dan een apparaat wordt ingebouwd, moet tussen de afzonderlijke apparaten steeds een verbindingsstrip b worden gemonteerd. Zie "Klemveren en verbindingsstrips bevestigen". Uitsparing bij - twee apparaten Uitsparing bij - drie apparaten Bij inbouw van twee apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A en C. Bij inbouw van drie apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A, B en C.
Meerdere apparaten inbouwen Voorbeelden van werkbladuitsparingen bij inbouw van drie apparaten A breedte min 8 B breedte C breedte min 8 D uitsparing werkblad 280 288 280 848 280 380 372 1032 280 576 568 1424 372 288 280 940 372 380 372 1124 372 576 568 1516 568 288 280 1136 568 380 372 1320 568 - 568 1136 Alle afmetingen zijn in mm.
Meerdere apparaten inbouwen a Klemveren b Verbindingsstrips c Ruimte tussen verbindingsstrip en werkblad d Afdekking De afbeelding toont het bevestigen van de klemveren a en de verbindingsstrips b bij plaatsing van 3 apparaten. Voor elk volgend apparaat is een extra verbindingsstrip nodig. De positie van de extra strip is afhankelijk van de breedte van het apparaat B (288 mm / 380 mm / 576 mm).
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen Werkblad van hout ^ Plaats de bijgeleverde klemveren a en de verbindingsstrips b op de aangegeven posities op de rand van de uitsparing. ^ Bevestig de klemveren en de verbindingsstrips met de bijgeleverde schroeven 3,5 x 25 mm.
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen Werkblad van natuursteen Bij een natuurstenen werkblad hoeft u geen schroeven te gebruiken. ^ Breng langs de zijranden en de onderkant van de klemveren a en verbindingsstrips b siliconenkit aan. ^ De klemveren a en de verbindingsstrips b moeten met sterk, dubbelzijdig plakband c worden gepositioneerd en bevestigd. 52 ^ Vul hierna de ruimte e tussen de verbindingsstrips en het werkblad met siliconenkit.
Apparaat / apparaten plaatsen ^ Leid de aansluitkabel van het apparaat door de uitsparing naar beneden. ^ Leg het apparaat in de uitsparing. Eerst de voorkant! ^ Druk het apparaat met beide handen gelijkmatig naar beneden totdat het duidelijk vastklikt. De dichting van het apparaat moet goed op het werkblad aansluiten. Alleen zo kan een correcte afdichting worden gegarandeerd. Gebruik geen voegenkit of iets dergelijks.
Algemene inbouwaanwijzing Dichting tussen apparaat en werkblad Werkblad met tegels De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen apparaat en werkblad. De voegen a en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de lijst gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht. Gebruik voor het afdichten nooit kit (bijvoorbeeld siliconenkit).
Elektrische aansluiting Aansluiting op een geaard stopcontact wordt aanbevolen, omdat dat eventuele werkzaamheden van de technicus gemakkelijker maakt. Het stopcontact moet ook na het inbouwen toegankelijk zijn. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het apparaat uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf.
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Aansluitkabel vervangen Moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk: De aansluitkabel mag alleen door een speciale kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele. De aansluitkabel mag alleen door Miele, door een door Miele geautoriseerde technicus of door een erkend elektricien worden vervangen. De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje.
Klantcontacten / typeplaatje / garantie Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele. De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden / 4211 M.-Nr.