Gebruiks- en montagehandleiding Gaskookplaten CS 1012 CS 1034 Lees beslist de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw apparaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade aan uw apparaat. nl - NL M.-Nr.
M Het apparaat is ook toegelaten voor gebruik in andere landen dan de landen die op het apparaat vermeld staan. De specifieke uitvoering en de aansluitwijze zijn van groot belang voor het goed en veilig functioneren. Neem daarom contact op met de service-organisatie van de fabrikant in uw land als u het apparaat in een land wilt gebruiken dat niet op het apparaat vermeld staat. D Das Gerät ist auch für den Gebrauch in anderen als auf dem Gerät angegebenen Bestimmungsländer zugelassen.
Inhoud Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 CS 1012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 CS 1034 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoud Veiligheidsinstructies voor het inbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 CS 1012 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 CS 1034 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Voorbereiding werkblad . . . .
Algemeen CS 1012 a Extra-sterkbrander Bedieningsknop: b Normaalbrander f Achter c Pannendrager g Voor d Symbolen voor de kookzones e Display Display l Controlelampje "Aan" m Restwarmte-indicator 6
Algemeen CS 1034 a Sterkbrander Bedieningsknop: b Normaalbrander c Extra-sterkbrander h Rechts voor d Normaalbrander i Rechts achter e Pannendragers j Links achter f Symbolen voor de kookzones k Links voor g Display Display l Controlelampje "Aan" m Restwarmte-indicator 7
Algemeen Brander n Branderdop o Branderkop p Thermo-element vlambeveiliging q Elektrische vonkontsteking r Brandervoet 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Verantwoord gebruik Dit apparaat voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften. Onjuist gebruik echter kan persoonlijk letsel of beschadiging van het apparaat tot gevolg hebben. Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u het apparaat in gebruik neemt. In de handleiding vindt u belangrijke instructies met betrekking tot inbouw, veiligheid, gebruik en onderhoud.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Kinderen ~ Verpakkingsmateriaal (zoals folies ~ Houd kinderen in de gaten wanneer en piepschuim) kan gevaarlijk zijn voor kinderen. Verstikkingsgevaar! Bewaar het verpakkingsmateriaal dan ook buiten het bereik van kinderen en zorg dat het zo snel mogelijk wordt afgevoerd. deze zich in de buurt van het apparaat bevinden. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Technische veiligheid ~ Laat installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door vakmensen uitvoeren die door de fabrikant zijn geautoriseerd. Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden leveren grote risico's op voor de gebruiker. De fabrikant kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. ~ Controleer het apparaat voor de inbouw op zichtbare schade. Neem een beschadigd apparaat nooit in gebruik.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Als dit apparaat binnen de garantieperiode defect raakt, mag het alleen door Miele worden gerepareerd, anders vervalt de garantie. ~ Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de gastoevoer worden afgesloten en moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt. Het apparaat is alleen dan spanningsvrij als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: – als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Gebruik op gaskookplaten alleen pannen waarvan de bodemdiameter niet groter of kleiner is dan in de gebruiksaanwijzing staat aangegeven (zie ook "De juiste pannen"). Als de diameter te klein is, staat de pan niet stevig genoeg. Is de diameter te groot, dan worden de hete verbrandingsgassen te ver naar de zijkant gevoerd en kunnen het werkblad, een niet hittebestendige wand of onderdelen van de kookplaat beschadigd raken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ~ Plaats de pannendragers verticaal op de kookplaat, zodat er geen krassen kunnen ontstaan. ~ Bij gebruik van een gaskookplaat ontstaan warmte en vocht. Zorg daarom voor een goede ventilatie in de ruimte waar het apparaat staat opgesteld. Open een buitenraam of zorg voor mechanische afzuiging (bijvoorbeeld via een afzuigkap).
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu Het verpakkingsmateriaal Het afdanken van het apparaat De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op een zo gering mogelijke belasting van het milieu en de mogelijkheden voor recycling. Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die nodig zijn geweest om de apparaten goed en veilig te laten functioneren.
Vóór het eerste gebruik Bij het apparaat wordt een tweede typeplaatje geleverd. Plak dit typeplaatje op de aangegeven plaats achter in uw gebruiksaanwijzing. Eerste reiniging ^ Verwijder eventueel aanwezige beschermfolies. ^ Reinig de afneembare delen van de branders met een sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Droog de delen daarna weer af en zet de branders vervolgens weer in elkaar (zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud").
Bediening Vonkontsteking Het apparaat heeft een snel reagerende vonkontsteking. Het systeem heeft de volgende kenmerken: Inschakelen, instellen, uitschakelen Met de bedieningsknop ontsteekt u het gas en stelt u de gewenste stand in. – U ontsteekt de brander zonder dat u de knop moet indrukken en vasthouden. ß de gastoevoer is afgesloten – De brander wordt automatisch opnieuw ontstoken. / kleine vlam Mocht de vlam doven (bijvoorbeeld door tocht), dan wordt de brander automatisch weer ontstoken.
Bediening Inschakelen Instellen U kunt de branders traploos instellen op een stand tussen de grootste en de kleinste vlam. ^ Ontsteek het gas door de betreffende knop in te drukken en naar links op het grootste vlamsymbool te draaien. De vonkontsteking "klikt" en ontsteekt het gas. Stel de brander zo in dat de vlammen niet onder de pan vandaan komen. Omdat de vlam aan de buitenkant heter is dan in de kern moeten de punten van de vlam de panbodem raken. De hitte wordt anders aan de lucht afgegeven.
Bediening Controlelampje "Aan" / restwarmte-indicator Na het inschakelen van het apparaat licht het controlelampje op dat aangeeft dat het apparaat "Aan" is. Na enige tijd licht ook de restwarmte-indicator op. Na het uitschakelen van het apparaat dooft eerst het controlelampje. De restwarmte-indicator dooft pas als u het apparaat zonder gevaar kunt aanraken. Raak de kookplaat niet aan zolang de restwarmte-indicator brandt.
De juiste pannen Brander Minimale diameter panbodem in cm Normaalbrander 10 Sterkbrander 12 Extra-sterkbrander 14 Maximale diameter bovenkant pan in cm Normaalbrander 22 Sterkbrander 24 Extra-sterkbrander 24 – Gebruik een pan die qua diameter bij de brander past. Algemene regel: grote diameter = grote brander, kleine diameter = kleine brander. – Gebruik liever brede, lage pannen dan smalle, hoge pannen. De inhoud wordt dan sneller verhit.
Beveiligingen Vlambeveiliging Veiligheidsuitschakeling Uw gaskookplaat is voorzien van een thermo-elektrische vlambeveiliging. Dit houdt in dat de gastoevoer wordt afgesloten als de vlam dooft (bijvoorbeeld omdat een gerecht overkookt of omdat de vlam uitwaait) en een herstart niet lukt. Zo wordt voorkomen dat gas vrijkomt. Als een brander gedurende een ongebruikelijk lange tijd (ca. 4 uur) aan was, wordt de brander automatisch uitgeschakeld.
Reiniging en onderhoud Algemeen ,Gebruik voor het reinigen van het apparaat nooit een stoomreiniger. Stoom kan in aanraking komen met delen die onder spanning staan en zo kortsluiting veroorzaken. Reinig het hele apparaat na elk gebruik. Laat het apparaat eerst afkoelen. Wrijf het apparaat na elke vochtige reiniging droog. U voorkomt zo kalkafzetting. Door overgekookte voedingsmiddelen op het hete apparaat kunnen op de branders en op het roestvrijstalen lekblad verkleuringen ontstaan.
Reiniging en onderhoud Roestvrijstalen lekblad Reinig het roestvrijstalen lekblad met een sponsdoekje, een beetje afwasmiddel en warm water. Aangekoekte verontreinigingen kunt u eerst laten inweken. Wrijf het lekblad na afloop met een zachte doek droog. U kunt eventueel ook het reinigingsmiddel voor keramische platen en roestvrij staal gebruiken (zie "Bij te bestellen accessoires"). Gebruik het middel uitsluitend in slijprichting. Pannendrager, bedieningsknop Verwijder de pannendragers.
Reiniging en onderhoud Brander Brander in elkaar zetten Reinig de onderdelen van de brander niet in de afwasautomaat! Verwijder alle losse delen van de brander en reinig deze uitsluitend handmatig met een sponsdoekje, afwasmiddel en warm water. Wis de niet afneembare onderdelen van de brander met een vochtige doek af. Wis de ontstekingselektrode en het thermo-element voorzichtig af met een goed uitgewrongen vochtige doek. De elektrode mag niet nat worden, anders wordt er geen vonk afgegeven.
Nuttige tips ,Reparaties aan elektrische ap- ... de brander na enkele pogingen niet ontsteekt? paraten en gasapparaten mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Ondeskundig uitgevoerde reparaties leveren gevaar op voor de gebruiker. Maak het apparaat gedurende enkele seconden spanningsvrij. Is het probleem daarna niet verholpen, controleer dan of – de brander op de juiste wijze in elkaar is gezet. Wat moet u doen als . . . – de gaskraan geopend is. – de brander schoon en droog is. ...
Nuttige tips ... de elektrische vonkontsteking van de brander niet meer werkt? Controleer of – de zekering van de huisinstallatie is doorgeslagen. Waarschuw indien nodig een elektricien of Miele. – zich verontreinigingen tussen de ontstekingselektrode en de branderdop bevinden. Verwijder eventuele verontreinigingen voorzichtig (zie het hoofdstuk "Reiniging en onderhoud"). – zich verontreinigingen op het thermo-element bevinden.
Bij te bestellen accessoires Het Miele-assortiment omvat ook reinigings- en onderhoudsmiddelen die speciaal op de apparaten zijn afgestemd. U kunt deze producten via internet bestellen. De producten zijn ook verkrijgbaar bij Miele (zie omslag) en bij uw Miele-vakhandelaar.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen ~ Zorg dat na de inbouw de gasslang Om te voorkomen dat het apparaat beschadigd raakt, moet het pas na de montage van de bovenkastjes en de afzuigkap worden ingebouwd. ~ De ruimte waar het apparaat wordt geplaatst, moet een inhoud hebben van minimaal 20 m3 en voorzien zijn van een deur of buitenraam dat geopend kan worden. ~ De lijsten en randen van het werkblad moeten met een hittebestendige lijm (100 °C) zijn bevestigd, zodat ze niet loslaten of vervormen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand boven het apparaat Tussen het apparaat en een erboven gemonteerde afzuigkap dient u de veiligheidsafstand aan te houden die door de fabrikant van de afzuigkap is aangegeven. Is deze informatie niet beschikbaar, zoals bijvoorbeeld bij een keukenplank, dan moet de afstand bij licht ontvlambare materialen ten minste 760 mm bedragen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstanden zijkant Het apparaat mag slechts aan één zijkant en aan de achterkant aansluiten op meubels of wanden die hoger zijn dan het apparaat zelf (zie de afbeeldingen). Houd een veiligheidsafstand aan van minimaal 50 mm tussen de uitsparing in het werkblad en de achterwand. Tussen de uitsparing in het werkblad en de meubels eromheen, bijvoorbeeld een hoge kast rechts of links, dient de veiligheidsafstand a in acht te worden genomen.
Veiligheidsinstructies voor het inbouwen Veiligheidsafstand bij een beklede nis Tussen de nisbekleding en de rand van de uitsparing in het werkblad dient een minimale afstand te worden aangehouden van 50 mm. Deze afstand is alleen nodig als het materiaal van de nisbekleding van hout of ander brandbaar materiaal is. Bij onbrandbaar materiaal (metaal, keramische tegels en dergelijke) kan de afstand worden verkleind met de dikte van de nisbekleding (voor zover praktisch realiseerbaar).
Afmetingen CS 1012 288 15 520 57 c +1 272 a 0 ß R4 50 500 + -1 0 -3 25 0 -3 25 b c e 87 d 6 10 5 10 19 149 9 80 86 82 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm e Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN 2999) 32 4 10 40
Afmetingen CS 1034 520 576 57 15 c a ß R4 0 40 50 +1 0- 56 500 + -1 c b d e 9 24 76 87 1 10 144 9 19 90 0 26 82 a Klemveren b Voorkant c Inbouwhoogte d Netaansluitkast met aansluitkabel, L = 2000 mm e Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN 2999) 33
Voorbereiding werkblad ^ De snijvlakken van houten werkbladen moeten met speciale lak, siliconenkit of giethars worden afgewerkt om te voorkomen dat het werkblad door vocht wordt aangetast. De gebruikte materialen moeten hittebestendig zijn. Wordt bij het inbouwen geconstateerd dat de randafdichting bij de hoeken niet goed op het werkblad aansluit, dan kan de hoekradius (ß R4) voorzichtig met een decoupeerzaag worden nabewerkt.
Meerdere apparaten inbouwen Als meer dan een apparaat wordt ingebouwd, moet tussen de afzonderlijke apparaten steeds een verbindingsstrip b worden gemonteerd. Zie "Klemveren en verbindingsstrips bevestigen". Uitsparing bij - twee apparaten Uitsparing bij - drie apparaten D D 50 50 0 0 b b C B A Bij inbouw van twee apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A en C. C A Bij inbouw van drie apparaten bestaat de breedte D uit de som van de afmetingen A, B en C.
Meerdere apparaten inbouwen Voorbeelden van werkbladuitsparingen bij inbouw van drie apparaten A breedte min 8 B breedte C breedte min 8 D uitsparing werkblad 280 288 280 848 280 380 372 1032 280 576 568 1424 372 288 280 940 372 380 372 1124 372 576 568 1516 568 288 280 1136 568 380 372 1320 568 - 568 1136 Alle afmetingen zijn in mm.
Meerdere apparaten inbouwen D 25-30 50 50 50 25-30 50 50 0 a a a b c c a a a A 68 72/5 80/3 B 576 380/ 8 28 / C 68 72/5 80/3 2 2 a Klemveren b Verbindingsstrips c Ruimte tussen verbindingsstrip en werkblad De afbeelding toont het bevestigen van de klemveren a en de verbindingsstrips b bij plaatsing van 3 apparaten. Voor elk volgend apparaat is een extra verbindingsstrip nodig. De positie van de extra strip is afhankelijk van de breedte van het apparaat B (288 mm / 380 mm / 576 mm).
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen Werkblad van natuursteen Werkblad van hout Bij een natuurstenen werkblad hoeft u geen schroeven te gebruiken. 25-30 25-30 a c a b ^ Plaats de bijgeleverde klemveren a en de verbindingsstrips b op de aangegeven posities op de rand van de uitsparing. ^ Bevestig de klemveren en de verbindingsstrips met de bijgeleverde schroeven 3,5 x 25 mm.
Klemveren en verbindingsstrips bevestigen a ^ Breng langs de zijranden en de onderkant van de klemveren siliconenkit aan. d b ^ Vul hierna de ruimte d tussen de verbindingsstrips en het werkblad met de bijgeleverde siliconenkit.
Apparaat plaatsen / uitnemen Plaatsen Uitnemen ^ Leid de aansluitkabel van het apparaat door de uitsparing naar beneden. Als het apparaat van onderen toegankelijk is, kunt u het apparaat er vanaf de onderkant uitdrukken. Druk eerst het achterste gedeelte eruit. ^ Leg eerst de voorkant van het apparaat in de uitsparing in het werkblad. ^ Druk het apparaat met beide handen gelijkmatig naar beneden totdat het duidelijk vastklikt.
Algemene inbouwaanwijzing Werkblad met tegels Gebruik geen voegenkit, tenzij dat uitdrukkelijk vermeld staat. De dichting onder de rand van het apparaat is toereikend als afdichting tussen plaat en werkblad. De voegen a en het gearceerde gedeelte onder de rand moeten glad en vlak zijn, zodat de lijst gelijkmatig aansluit en de dichting onder de rand van het apparaat voldoende afdicht.
Elektrische aansluiting Aansluiting op een geaard stopcontact wordt aanbevolen, omdat dat eventuele werkzaamheden van de technicus gemakkelijker maakt. Het stopcontact moet ook na het inbouwen toegankelijk zijn. Wordt de stekker verwijderd, dan mag het apparaat uitsluitend door een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten. Deze is op de hoogte van de landelijke voorschriften en de voorschriften van het plaatselijke energiebedrijf.
Elektrische aansluiting Spanningsvrij maken Aansluitkabel vervangen Moet het apparaat spanningsvrij worden gemaakt, ga dan, afhankelijk van de situatie, als volgt te werk: De aansluitkabel mag alleen door een speciale kabel van het type H 05 VV-F (PVC-isolatie) worden vervangen. Een dergelijke kabel is verkrijgbaar bij Miele. De aansluitkabel mag alleen door Miele, door een door Miele geautoriseerde technicus of door een erkend elektricien worden vervangen. De aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje.
Gasaansluiting ,Alleen een erkend installateur mag het apparaat aansluiten op gas. De installateur is ervoor verantwoordelijk dat het apparaat op de plaats van opstelling goed functioneert. Alleen Miele mag het apparaat aanpassen aan een andere gassoort. De gasaansluiting moet zo zijn geplaatst dat men het apparaat binnen of buiten het keukenmeubel kan aansluiten. De gaskraan moet zichtbaar en toegankelijk zijn, eventueel na het openen van de deur van het keukenmeubel.
Gasaansluiting Het apparaat is geschikt voor aardgas en vloeibaar gas. Gebruik van een 90°-bocht Het apparaat voldoet aan de eisen van categorie EN 30: NL II 2 L 3 BP 25/28-30 mbar. Het apparaat is in de fabriek ingesteld op aardgas (zie de sticker op het apparaat). Voor omschakeling op vloeibaar gas (butaan of propaan) worden de juiste inspuiters bijgeleverd. De nominale gasdruk voor vloeibaar gas moet liggen tussen 28-30 mbar.
Aanpassen aan een andere gassoort ,De aanpassing aan een andere Plaats de nieuwe inspuiters volgens de tabel in de volgende kolom. gassoort mag alleen door Miele worden uitgevoerd. Tabel voor de inspuiters Bij aanpassing aan een andere gassoort moeten de grote en de kleine inspuiters van de branders worden vervangen.
Aanpassen aan een andere gassoort CS 1034 Plaats de nieuwe inspuiters volgens de tabel in de volgende kolom.
Aanpassen aan een andere gassoort Inspuiters vervangen Maak de kookplaat spanningsvrij en sluit de gastoevoer af. De grote inspuiters vervangen ^ Verwijder voorzichtig de bovenkant van het apparaat. Voorkom dat u de verlichtingsunit a (aan de onderkant) onbedoeld losrukt. Om de verlichtingsunit los te halen, moet u de beide haakjes b indrukken. ^ Verwijder de pannendragers, de branderdoppen n en de branderkoppen o. ^ Schroef met een sleutel 7 de grote inspuiter s los. ^ Vervang de inspuiter.
Aanpassen aan een andere gassoort Na het aanpassen ^ Plaats alle branderdelen in omgekeerde volgorde terug. ^ Controleer alle gasleidingen op dichtheid met lekzoekspray. Controleer de correcte werking van de branders door deze aan te steken (zonder de bovenkant van het apparaat terug te plaatsen). Steek de branders met een lucifer aan. Op de laagste stand mag de vlam niet doven, ook niet wanneer u de knop snel van de grote naar de kleine vlam draait.
Klantcontacten / typeplaatje Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u – uw Miele-vakhandelaar of – de afdeling Klantcontacten van Miele. De gegevens van Miele vindt u op de achterkant van deze gebruiksaanwijzing. Voor een goede en vlotte afhandeling moet de afdeling Klantcontacten weten welk type apparaat u heeft en welk serienummer het heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje.
Wijzigingen voorbehouden / 5108 M.-Nr.