Operation Manual

Het apparaat is geschikt voor aardgas
en vloeibaar gas.
Het apparaat voldoet aan de eisen van
categorie EN 30: NL II2L3
BP 25/28-30 mbar.
Het apparaat is in de fabriek ingesteld
op aardgas (zie de sticker op het appa
-
raat).
Voor omschakeling op vloeibaar gas
(butaan of propaan) moeten de juiste
inspuiters worden gebruikt (niet bijgele
-
verd). De nominale gasdruk voor vloei
-
baar gas moet liggen tussen 28-30
mbar.
Inspuiters voor vloeibaar gas zijn ver-
krijgbaar bij uw vakhandelaar en bij
Miele.
Hoe het apparaat aan een andere gas-
soort kan worden aangepast, staat in
het hoofdstuk "Aanpassen aan een an-
dere gassoort".
Aansluiting op het apparaat
Het apparaat heeft een conische
1/2"-aansluiting. Er zijn twee aansluit
-
mogelijkheden:
een vaste aansluitleiding
een flexibele aansluitleiding
die aan alle eisen en voorschriften
voldoet
Een flexibele leiding mag niet langer
zijn dan 2 m.
Om lekkage te voorkomen, moeten
geschikte afdichtmiddelen worden
gebruikt!
Gebruik van een 90°-bocht
c Gasaansluiting R 1/2 - ISO 7-1 (DIN
2999)
d 90°-bocht
Bij gebruik van een 90°-bocht neemt de
inbouwhoogte bij de gasaansluiting met
ca. 60 mm toe.
Gasaansluiting
48