Installation Instructions
GalaXy 16/16plus V3.00 
Installateurshandleiding 
Menuoptie 7: Zones 
 16.225 / 24-5-2002 11:40-3 
51
8.4.7.3  Zonefunctie 2: Volgzone 
Zones die de in-/uitgangsroute beveiligen 
worden geprogrammeerd met de functie 
Volgzone. Tijdens de in- en uitschakelprocedure 
veroorzaken zones met de functie Volgzone 
geen alarm. Als het systeem is ingeschakeld, 
dan werkt de zone net als een zone met de 
functie Inbraak. 
Het openen van een zone met de functie 
Volgzone tijdens de in- of uitgangstijd wordt niet 
geregistreerd in de systeemgeheugen. 
De functie van de zonefunctie Volgzone is 
afhankelijk van Parameter 6: Gebruikeroptie 8: 
Deelbeveiligd Inschakeling. 
Staat de optie Deelbeveiligd Inschakeling 
ingeschakeld, dan is er geen verschil in 
zonefunctie Volgzone indien het systeem 
volledig of deelbeveiligd wordt ingeschakeld. 
Staat de optie Deelbeveiligd Inschakeling 
uitgeschakeld, dan gedraagt de zonefunctie 
Volgzone zich bij volledig ingeschakeld systeem 
als functie Volgzone en bij deelbeveiligd 
ingeschakeld systeem als functie In/Uitgang. 
Standaard staat de optie Deelbeveiligd 
Inschakeling ingeschakeld. 
8.4.7.4  Zonefunctie 3: Inbraak 
De functie inbraak is niet actief als het GalaXy 
systeem is uitgeschakeld. Als het GalaXy 
systeem is ingeschakeld dan veroorzaakt de 
activering van een zone met de functie Inbraak 
een volledig alarm. 
Dit alarm kan alleen worden gereset met een 
gebruikerscode als menuoptie 6.7 1 
Parameters.Reset.Inbraak is ingeschakeld en bij 
de gebruikerscode het code-attribuut Reset is 
ingeschakeld. Zie voor het instellen van het 
reset-attribuut menuoptie 4 Codes. 
Het activeren van de zone wordt in het 
geheugen geregistreerd (+). 
8.4.7.5  Zonefunctie 4: Sleutel 
Een zone met de functie Sleutel wordt 
toegekend aan een code (1, 2 of 3). Afhankelijk 
van de code-attributen van de toegekende code 
kan de zone met de functie Sleutel de 
toegewezen delen: alleen inschakelen, alleen 
uitschakelen of in- en uitschakelen en alarmen 
resetten. Zie menuoptie 4 Codes voor een 
uitgebreide beschrijving van de code-attributen. 
Druk op de [#]-toets om een andere code toe te 
kennen. Druk op de [ent]-toets om de wijziging 
door te voeren. 
Het openen en sluiten van een zone met de 
functie Sleutel wordt in het geheugen 
geregistreerd met respectievelijk een “+”-teken 
(plus) en een “-“-teken (minus). 
Zie 6.5.3 De sleutelschakelaar voor aanvullende 
informatie over de sleutelschakelaar. 
De zonefunctie Sleutel heeft een [*]-functie 
mogelijkheid zodat zowel Pulsschakelaars als 
Maak-/Verbreekschakelaars gebruikt kunnen 
worden. 
Standaard kan de zonefunctie Sleutel gebruikt 
worden in combinatie met Pulsschakelaars: 
-  Veranderd de zone-ingang van 1kΩ naar 
2kΩ en het systeem staat uitgeschakeld, 
dan wordt het systeem ingeschakeld. 
-  Veranderd de zone-ingang van 1kΩ naar 
2kΩ en het systeem staat ingeschakeld, 
dan wordt het systeem uitgeschakeld. 
Indien de [*]-toets wordt indrukt, bij de 
zonefunctie Sleutel ([*]-Sleutel), dan de zone 
gebruikt worden in combinatie met Maak-
/Verbreekschakelaars: 
-  Veranderd de zone-ingang van 1kΩ naar 
2kΩ en het systeem staat uitgeschakeld, 
dan wordt het systeem ingeschakeld. 
-  Veranderd de zone-ingang van 2kΩ naar 
1kΩ en het systeem staat ingeschakeld, 
dan wordt het systeem uitgeschakeld. 
8.4.7.6  Zonefunctie 5: Brand 
Een zone met de functie Brand is continue 
operationeel. Een activering van de zone 
resulteert direct in een alarm. De sirene 
vertragingstijd (menuoptie 6.8.) heeft geen 
invloed. Uitgangen met de functie 1 Sirene, 2 
Flitser en 16 Brand worden aangestuurd. De 
bediendeel-buzzer en uitgangen met de functie 
Luidspreker signaleren met een onderbroken 
toon (1 seconden aan, 0.5 seconden uit). Een 
geldige code heft een brandalarm op en reset 
het GalaXy systeem. Zolang de geactiveerde 










