Installation Instructions
GalaXy 16/16plus V3.00 
Installateurshandleiding 
Menuoptie 6: Parameters 
 16.225 / 24-5-2002 11:40-3 
45
8.4.6  Menuoptie 6: Parameters 
Parameter  Bereik  Standaardinstellin
g 
1=Ing.tijd  0-900 sec.  20 sec.  
2=Uitg. tijd  0-900 sec.  20 sec.  
3=Sirene tijd  0-1230 sec.  180 sec. 
4=Resetmode  0=Uitgeschakeld   
  1=Overbrugd open   
  2=Flitser, open  Standaardinstelling 
  3=Alles overbruggen   
  4=Flitser, actief   
5=Aantal resets  0-4  4 (=oneindig) 
6=Gebruikeropties  1=A=zonder code  Uitgeschakeld 
  2=B=zonder code  Uitgeschakeld 
  3=Deel alarm  Ingeschakeld 
  4=Lokaal deelbeveiligd  Ingeschakeld 
  5=PA vertraagd  Uitgeschakeld 
  6=Toets [0]  Uitgeschakeld 
  7=Hersteltijd  Uitgeschakeld 
  8=Deelbeveiligd Inschakeling  Ingeschakeld 
  9=Sig. geh. vol (GalaXy 16plus) 
9=PTT fout hoog (GalaXy 16) 
Uitgeschakeld 
Ingeschakeld 
  10=Reset Managercode  Uitgeschakeld 
  11=Deelbeveiligd stil  Uitgeschakeld 
  12=230VAC Vertraging  Ingeschakeld 
  13=Zone herstel  Ingeschakeld 
  14=Gebruiker 13 Dwangcode  Uitgeschakeld 
  15=RS bij inschakeling 
(alleen bij GalaXy 16plus) 
Uitgeschakeld 
7=Reset  1=Inbraak  Ingeschakeld 
  2=PA  Ingeschakeld 
  3= Sabotage  Uitgeschakeld 
8=Sirene vertraging  0-900 sec.  0 sec. 
9=Fabrieksstand     
10=Remote reset  Geen toegang   
11=Remote Versie  Geen toegang   
12=Banner boven  Blanco=Type centrale en versie  Blanco 
13=Banner onder  Blanco=Tijd, dag en datum  Blanco 
14=Deel Uitgangstijd  0-900 sec.  20 sec. 
Tabel 8-6: Systeemparameters 
8.4.6.1  Selecteren van Parameters 
Als menuoptie Parameters is geselecteerd, dan 
verschijnt de eerste parameter, 01 Ingangstijd, 
op de LC-display. Druk op de [A]-toets of de [B]-
toets om een andere parameter te selecteren.  
Druk op de [ent]-toets om de geselecteerde 
parameter te wijzigen. Op de LC-display 
verschijnt de huidige instelling van de parameter 
tezamen met het bereik waarbinnen de 
parameter kan worden ingesteld. Voer de 
gewenste waarde in en druk op de [ent]-toets 
om de keuze te bevestigen. 
Druk op de [A]-toets of de [B]-toets om 
eventueel de volgende parameter te selecteren. 
Druk op de [esc]-toets om menuoptie 
Parameters te verlaten. 
8.4.6.2  Wijzigen van de Parameters 
De parameters worden ingesteld door het 
invoeren van de gewenste waarde binnen het 
opgegeven bereik, met behulp van de numerieke 
toetsen. De afwijkingen van deze regel worden 
bij de omschrijving van de betreffende 
parameter nader uitéén gezet. 
8.4.6.3  Systeemparameter 1: Ingangstijd 
De ingangstijd, of inlooptijd, is de tijd die een 
gebruiker heeft om de alarmmeldcentrale uit te 
schakelen zonder dat er een alarm ontstaat. Van 
de fabriek uit is de periode ingesteld op 20 
seconden en is programmeerbaar tussen de 0 
en 900 seconden (15 minuten). 
8.4.6.4  Systeemparameter 2: Uitgangstijd 
De uitgangstijd is de tijd waarbinnen de 
gebruiker het beveiligde object moet verlaten, 
gerekend vanaf het moment dat de 
inschakelprocedure van alle delen (volledige 
inschakeling) is gestart. Van de fabriek uit is de 
periode ingesteld op 20 seconden en is 
programmeerbaar tussen de 0 en 900 seconden 
(15 minuten). Als de periode wordt ingesteld op 
900 seconden dan is de uitgangstijd oneindig. 
8.4.6.5  Systeemparameter 3: Sirenetijd 
De sirenetijd is de duur dat de uitgangen met de 
funktie Sirene zijn geactiveerd na een alarm. 
Van de fabriek uit is de Sirenetijd ingesteld op 
180 seconden en is programmeerbaar tussen 
de 0 en 1230 seconden.  Als de duur wordt 
ingesteld op 1230 seconden dan is de Sirenetijd 
oneindig.  
8.4.6.6  Systeemparameter 4: Reset Mode 
De parameter Reset Mode bepaalt welke zones 
overbrugd worden en de status van de 
flitseruitgang als het systeem na een alarm 
automatisch opnieuw inschakelt. 
Optie  Zones overbrugd  Status flitser  Standaardinstellin
g 
0  Geen autoreset  Continue aan   
1  Geopende zones  Hersteld   
2  Geopende zones  Continue aan  Standaardinstelling 
3  Geactiveerde zones  Hersteld   
4  Geactiveerde zones  Continue aan   
Tabel 8-7: Resetmode 










