Installation Instructions
GalaXy 16/16plus V3.00 
Installateurshandleiding 
Menuoptie 4: Codes 
 16.225 / 24-5-2002 11:40-3 
42
NOOT:  Een zone met de functie Sleutel 
wordt toegekend aan de attributen 
van code 1, 2 of 3. Een zone met de 
functie Sleutel, die is toegekend aan 
één van deze codes kan de delen die 
zijn toegekend aan deze codes in en 
uitschakelen.  
De zone met de functie Sleutel kan 
ook de toegekende alarmen resetten. 
  Een code waaraan een dergelijke 
zone is toegewezen moet het 
attribuut Volledig Inschakelen 
geactiveerd hebben, om de zone de 
toegekende delen te kunnen laten 
inschakelen. 
  Het is niet noodzakelijk om voor de 
betreffende code een PIN in te 
voeren. 
•  Codeattributen 
Als menuoptie codes wordt geselecteerd 
verschijnt Gebr. 1 op de LC-display. Druk op de 
[A]-toets of [B]-toets om eventueel een andere 
code te kiezen en druk op de [ent]-toets om de 
code te selecteren. 
De volgende stappen kunnen alleen door codes 
worden uitgevoerd waarvan het attribuut Wijzig 
Codes is ingeschakeld. 
Druk op de [#]-toets om het eerste attribuut in te 
stellen. Op de LC-display verschijnt het eerste 
attribuut met de status (ingeschakeld of 
uitgeschakeld). 
De status wordt gewijzigd door de [#]-toets in te 
drukken. 
De status is ingeschakeld als naast het 
attribuutnummer een zwart ingekleurd vierkantje 
is weergegeven en op de onderste regel van de 
LC-display de tekst “Aan” is weergegeven. 
Met de [A]-toets en de [B]-toets kunnen de 
andere attributen worden gekozen. 
Druk het nummer van het attribuut in op de 
numerieke toetsen om direct het 
corresponderende attribuut te selecteren. 
8.4.4.7  Programmeren van de codes 
Alle codes die in de GalaXy alarmmeldcentrale 
worden geprogrammeerd bestaan uit vier cijfers. 
Met de installateurscode kan alleen de 
installateurscode gewijzigd worden. 
Gebruikerscodes kunnen de installateurscode 
niet wijzigen.  De installateurscode kan niet 
gewist worden. 
Alleen met de managerscode kan de 
managerscode gewijzigd worden. De 
managerscode kan codes toevoegen, wijzigen 
en wissen. De managerscode kan niet uit het 
systeem gewist worden, maar wel worden 
gereset naar 1234 middels menu 6 Parameters 
optie 6 Gebruikeroptie 10 Reset Managercode. 
Gebruikerscodes, waarvan het attribuut Wijzig 
Codes is ingeschakeld, kunnen codes 
toevoegen, wijzigen en verwijderen. 
8.4.4.8  Toevoegen en wijzigen van codes 
•  LCD-bediendeel 
Als menuoptie Codes is geselecteerd, verschijnt 
Gebr. 1 op de LC-display. Als er nog geen code 
is toegekend aan Gebr.1 dan is het vierkantje 
op de LC-display niet zwart ingekleurd. Druk op 
de [A]-toets of de [B]-toets om eventueel een 
ander codeadres (Gebr. 1-14) te selecteren. 
Druk op de [ent]-toets om het geselecteerde 
codeadres te wijzigen of toe te kennen. 
NOOT:  Druk op het nummer van het 
gewenste code-adres om direct een 
code-adres te selecteren. 
Voer een unieke viercijferige code in. De cijfers 
verschijnen op de bovenste regel van de LC-
display. Druk op de [*]-toets om foutieve invoer 
te wissen. Steeds wordt het laatst ingevoerde 
cijfer gewist. Druk op de [ent]-toets om de 
invoer te bevestigen. 
Het LC-display keert terug naar de invoer van 
het codeadres. 
Het vierkantje op de LC-display is nu zwart 
ingekleurd, om aan te geven dat het codeadres 
in gebruik is. 
NOOT:  Als de ingevoerde code reeds in 
gebruikt is door een andere 
gebruiker, dan verschijnt op de LC-
display de tekst “Code bestaat al”. 










