Installation Instructions
GalaXy 16/16plus V3.00
Installateurshandleiding
Bekabelingsvoorschriften: Uitgangen
16.225 / 24-5-2002 11:40-3
25
6.6 Uitgangen
De standaardfuncties van de uitgangen van de
GalaXy alarmmeldcentrales zijn weergegeven in
Tabel 6-3:
Uitgang adres Programmeerbaar Standaard
G16, G16 plus Functie
SIRENE NEE SIRENE
FLITSER NEE FLITSER
LUIDSPREKER NEE LUIDSPREKER
(16Ω)
1 JA BRAND
2 JA PANIEK
3 JA INBRAAK
4 JA INGESCHAKELD
Tabel 6-3: GalaXy uitgangen
6.6.1 Toepassen
Alle uitgangen van de GalaXy, met uitzondering
van de relaisuitgang, zijn transistor uitgangen.
Als de uitgang in rust is, is deze met de 12VDC
verbonden via een weerstand van 3k3Ω. Als de
uitgang geschakeld wordt, wordt de uitgang via
een transistor aan de 0VDC gelegd. De
maximale stroom die mag lopen is 400mA. Bij
grotere stromen moet een relais worden
toegepast die voldoende stroom kan schakelen,
terwijl de spoelstroom onder de 400mA blijft.
De relaisuitgang is van het enkel wissel type.
Hiermee kan potentiaalvrij een apparaat worden
aangestuurd. Het relais kan ook worden
toegepast als galvanische scheiding tussen
verschillende voedingen of voor de aansturing
van andere spanningen (bv. AC).
6.6.2 Kabeltype
Het toegepaste kabeltype voor de uitgangen
moet afgestemd worden op de stroom die de
aangesloten belasting vraagt. De kabel hoeft
geen getwiste aderparen te hebben. De
afscherming van de kabel moet op correcte
wijze worden geaard.
NOOT: De kabel voor een toegepaste
luidspreker moet niet geaard worden.
6.6.3 De vaste uitgangsfuncties
6.6.3.1 Sirene #
De uitgang # heeft de functie Sirene. Deze
wordt geactiveerd bij een volledig alarm. Deze
uitgangsfunctie wordt beïnvloed door de
Sirenetijd, Sirene Vertraging en Aantal Resets.
(Resp. menuoptie 6.3, 6.8 en 6.4)
De Sirenes worden niet geactiveerd bij een
alarm als de alarmmeldcentrale in
deelbeveiliging staat indien menuoptie 6.6.3
Parameters.Gebruikers Opties.Deel Alarm is
uitgeschakeld
6.6.3.2 Flitser -
De uitgang Flitser wordt geactiveerd bij een
volledig alarm. Deze uitgangsfunctie wordt
beïnvloed door de Sirenetijd, Sirene Vertraging
en Aantal Resets. (Resp. menuoptie 6.3, 6.8 en
6.4)
De uitgangsfunktie kan met de Resetmode zo
worden geprogrammeerd dat de uitgang na een
alarm continue geactiveerd blijft
(Fabrieksinstelling).
De Flitsers worden niet geactiveerd bij een
alarm als de alarmmeldcentrale in
deelbeveiliging staat indien menuoptie 6.6.3
Parameters.Gebruikers Opties.Deel Alarm is
uitgeschakeld
6.6.3.3 Luidspreker − 16Ω
De uitgang Luidspreker −wordt geactiveerd bij
een volledig alarm, bij een lokaal alarm en
tijdens de in- en uitschakelprocedure. Deze
uitgangsfunctie wordt beïnvloed door de
Sirenetijd, Sirene Vertraging en Aantal Resets.
(Resp. menuoptie 6.3, 6.8 en 6.4)
meegaande mode. Dit houdt in dat de uitgang de
status van de alarmmeldcentrale volgt. De
uitgang wordt geactiveerd als de
alarmmeldcentrale is ingeschakeld of
deelbeveiligd is ingeschakeld. De uitgang blijft
geactiveerd totdat de alarmmeldcentrale wordt
uitgeschakeld.