Installation Instructions
GalaXy 16/16plus V3.00 
Installateurshandleiding 
Bekabelingsvoorschriften 
 16.225 / 24-5-2002 11:40-3 
20
6. Installatie en bekabelingsvoorschrift 
In dit hoofdstuk worden de voorschriften 
uiteengezet die betrekking hebben op de 
installatie van de GalaXy alarmmeldcentrale en 
de modules alsmede het bekabelen van het 
systeem. 
Naast de aanwijzingen die in deze handleiding 
zijn beschreven dienen de algemeen geldende 
richtlijnen worden nageleefd, die betrekking 
hebben op het veilig installeren van elektrische, 
elektronische en beveiligingsapparatuur. 
6.1  De netspanning 
De GalaXy alarmmeldcentrale en de smart PSU 
wordt aangesloten op een WCD van een 
gezekerde netspanningsgroep (230/240 VAC / 
50Hz). 
Leidt het netsnoer door de uitsparing aan de 
rechter zijde van de kast. Zet het netsnoer met 
behulp van een tie-wrap vast aan de kast, ten 
behoeve van trekontlasting. 
Het netsnoer moet een drieaderige kabel (met 
een groen/gele aardader) zijn met een 
aderdiameter van voldoende afmeting. 
NOOT:  Het toegepaste netsnoer moet 
voldoen aan de eisen zoals gesteld 
in NEN3544. 
Sluit het netsnoer als volgt aan: 
Blauwe ader op aansluitklem met N (Neutral) 
Groen/gele ader op aansluitklem ∗(Earth) 
Bruine ader op aansluitklem L (Live) 
NOOT:  Het netsnoer mag uitsluitend worden 
aangesloten zoals hierboven is 
aangegeven. 
Alle kasten van de modules moeten, na montage 
en aansluiting, afgesloten worden met de 
bijbehorende deksel en geborgd worden met de 
meegeleverde schroef of schroeven. 
6.2  De noodstroom accu 
In de kast van de GalaXy alarmmeldcentrale is 
ruimte voor een 6,5/7/8 Ah noodstroom accu. 
Sluit de draden ten behoeve van de noodstroom 
accu vanuit de PSU correct aan op de 
noodstroomaccu. Rood op de plus (+) pool, 
zwart op de min (-) pool. 
Bepaal de capaciteit van de accu door de 
vereiste stand-by tijd te vermenigvuldigen met 
het stroomverbruik van de aangesloten 
belasting (modules, detectoren, signaalgevers, 
enzovoort). 
Het stroomverbruik is bepaald in het 
ongunstigste geval (worst case), dus maximale 
stroomverbruik. 
6.3  Het geheugen 
De GalaXy 16 en 16 plus zijn voorzien van een 
Non Volatile Memory (NVM) geheugenchip. Door 
de toepassing hiervan is het mogelijk de 
alarmmeldcentrale geheel spanningsloos te 
maken zonder dat het geheugen verloren gaat. 
De geheugenchip kan ook over worden gezet 
naar een andere PCB zonder het geheugen te 
verliezen. 
De programmering in de NVM chips kan worden 
gewist en terug worden gezet op de 
fabrieksinstelling door het systeem een “koude 
start” te geven. 
Zie 8.4.6.11 Systeemparameter 9: Koude start.) 
voor aanvullende informatie over het uitvoeren 
van een koude start. 
6.4  De communicatielijn 
De communicatie tussen de GalaXy 
alarmmeldcentrale en de modules vindt plaats 
over de AB lijn volgens het RS-485 protocol. De 
GalaXy alarmmeldcentrale bewaakt de 
aangesloten modules, een onderbreking in de 
communicatie met één van de modules 
resulteert in een module sabotage alarm. 










